7. DESTEP Burgerlijke utiliteitsbouw en gespecialiseerde aanneming

Demografische ontwikkelingen

 ARBEIDSMIGRANTEN KEREN TERUG NAAR HUN THUISLAND

Het coronavirus heeft grote impact op de bouwsector. Een deel van het werk gaat door, met in achtneming van strengere maatregelen omtrent hygiëne. Nieuwbouw, verbouwingen en publieke projecten vanuit Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf blijven doorgang vinden. Niet al het werk kan doorgaan vanwege haperende toelevering van bijvoorbeeld zonnepanelen, die doorgaans vanuit China worden aangeleverd. Ook leiden striktere regels omtrent sociaal contact en opdrachtgevers die tijdelijk werkzaamheden uitstellen of stilleggen tot een afname van werk.

Er is nog steeds een tekort aan personeel (UWV, 2019). Dit wordt mede veroorzaakt door arbeidsmigranten uit Oost-Europa die er veelal voor kiezen om terug te keren naar hun vaderland tijdens de coronaperiode en niet langer meer in Nederland te werken (Rabobank, 2020).

Het EIB geeft een doorkijkje naar de periode tot 2024 en verwacht dat er 44.000 arbeidskrachten de bouw moeten instromen. Voor een aanzienlijk deel (36.000) geldt dat zij de natuurlijke uitstroom moeten opvangen. Het overige deel (8.000) zal bestaan uit extra arbeidsplekken.

Mbo-studenten: demografie en ontwikkeling door de tijd

In het schooljaar 2019/20 zijn er ruim 11.000 mbo-studenten in de burgerlijke utiliteitsbouw en gespecialiseerde aanneming. Dit is een stijging ten opzichte van het voorgaande schooljaar van zes procent. Deze stijging staat niet op zichzelf: in de afgelopen jaren heeft er steeds een dergelijke stijging van inschrijvingen voorgedaan, mede vanwege de populariteit van de studie allround timmerman.

Van de ruim 11.000 studenten bevatten de drie opleidingen timmerman, allround timmerman en middenkaderfunctionaris bouw 84 procent van alle studenten. Het overgrote merendeel van de studenten is man (94%). De vrouwen die studeren in het mbo binnen de burgerlijke utiliteitsbouw en gespecialiseerde aanneming volgen voornamelijk de opleiding tot middenkaderfunctionaris bouw (SBB, 2020).

De uitdaging van duurzame inzetbaarheid

De werkzaamheden in de bouw bevatten veel benodigd mensenwerk; zonder mensen wordt er niet gebouwd of aangelegd. Op dit moment is het tekort aan mensen een groot knelpunt in de uitvoering. Door de flexibilisering is het een uitdaging om mensen binnen het bedrijf te houden. De medewerkers moeten worden gestimuleerd om zich bezig te houden met hun eigen duurzame inzetbaarheid waarbij de focus ligt op individuele ontwikkeling (Bouwend Nederland, 2020; CNV, 2014). Een voordeel van duurzame inzetbaarheid is niet alleen een hogere arbeidsproductiviteit maar ook minder ziekteverzuim. Duurzame inzetbaarheid is mogelijk wanneer er op verschillende gebieden aspecten veranderen zoals, CAO-voorwaarden, opleidingsmogelijkheden en monitoring van de gezondheid en advies daarover voor eigen personeel. De bouwsector kent een aantal centrale, in de CAO verankerde voorzieningen die opleiden en ontwikkelen faciliteren en duurzame inzetbaarheid bevorderen.

Economische ontwikkelingen

 WONINGTEKORT KOMENDE JAREN NIET OPGELOST DOOR AANTAL NIEUW GEBOUWDE WONINGEN

Ondanks een tekort aan woningen in Nederland is de vergunningverlening voor nieuwbouw sterk teruggevallen sinds het begin van 2019. Eén van de aanleidingen hiervoor is de stikstofproblematiek, waardoor er een rem kwam op nieuwbouwprojecten in de nabijheid van Natura2000-gebieden. Een andere aanleiding is het tekort aan bouwlocaties (Cobouw, 2020-1). Het kabinet heeft tot en met 2024 de doelstelling om ieder jaar 75.000 nieuwe woningen op te leveren. Dit zal de komende jaren ruimschoots niet gehaald worden. De verwachting is dat er in 2020 zo’n 60.000 nieuwbouwwoningen worden opgeleverd (Cobouw, 2020-2).

 MARGES BOUWPROJECTEN STAAN ONDER DRUK

Een terugval van stedenbouwkundige projecten door gemeentes bij een gelijk aantal bedrijven zal ertoe leiden dat er de komende tijd voornamelijk geconcurreerd gaat worden op prijs (ABN Amro, 2020).

 VEEL ARBEIDSMARKTPERSPECTIEF IN DE BOUW

Er zijn veel beroepen met goede arbeidsmarktperspectieven in de bouw en gespecialiseerde aanneming. In onder andere het grondverzet, het betonfunderingswerk, de isolatie of in beroepen als stukadoor, tegelzetter, timmerman, werkvoorbereider of calculator liggen de banen voor het oprapen (UWV, 2019).

Sociaal-culturele ontwikkelingen

 BEVOLKINGSSAMENSTELLING VERANDERT

De bevolkingssamenstelling in Nederland gaat veranderen. De bevolking vergrijst, blijft langer thuiswonend en bovendien worden huishoudens steeds kleiner. Bouwers zullen steeds vaker de opdracht krijgen om woningen en de infrastructuur hierop aan te passen. Woningen moeten levensloopbestendig gemaakt worden en er moeten meer kleine, betaalbare woningen komen. De jonge alleenstaanden, een groep die in de komende decennia flink zal toenemen in de samenleving, hebben een andere leefstijl waardoor er ook moet worden nagedacht over nieuwe infrastructuur (DSP, 2013).

 VERANKERING ZZP’ERS IN DE BOUW

Vooral op de bouwarbeidsmarkt is de flexibilisering een grote kwestie. In het afgelopen jaar was bijna de helft van de arbeidskrachten op de bouwplaats een zelfstandige zonder personeel. Bij sommige specialistische beroepen ligt de flexibiliseringsgraad zelfs boven de 60 procent zoals bij voegers (aandeel ligt op ruim 80%). 

De behoefte aan flexibiliteit in de bouw zal naar verwachting niet veel veranderen, terwijl er wel trends zijn die ongunstig lijken voor de positie van zzp’er. Of de maatregelen effect zullen hebben moet blijken, omdat er na twintig jaar sprake is van een verankering van het zzp-schap in de bouw. Zo hebben zzp’ers ook een steeds groter eigen netwerk waarmee ze vaker samen kunnen werken en klussen kunnen aannemen met een grotere reikwijdte dan een eenmansbedrijf aan zou kunnen. Uit onderzoek van het EIB blijkt dat weinig zzp’ers aangeven in de toekomst een baan in loondienst te willen hebben of een bijbaan nodig te hebben naast het zzp-schap (EIB, 2017).

Technologische ontwikkelingen

Technologische ontwikkelingen op het gebied van afbouw en onderhoud gaan over ‘slimme inspectie’, ‘verduurzaming’ en ‘complexe context’ en ‘inhouse production’.

  • Slim bouwen gaat onder andere over de inzet van digitale oplossingen als Bouwwerk Informatie Model (BIM, Artificiële Intelligentie (AI). De verwachting is dat data een grotere rol gaan spelen waardoor niet alleen de inzet van handen gewenst is, maar steeds meer het gebruik van het hoofd. • Slim bouwen gaat onder andere over de inzet van digitale oplossingen als Bouwwerk Informatie Model (BIM, Artificiële Intelligentie (AI). De verwachting is dat data een grotere rol gaan spelen waardoor niet alleen de inzet van handen gewenst is, maar steeds meer het gebruik van het hoofd. Voor de bouw biedt AI-programma’s precieze data en inzichten aan die aannemers in staat stellen de veiligheid, het rendement en de productiviteit op de werkplek te optimaliseren.  Ook in de bouwindustrie neemt de hoeveelheid data die tijdens bouwprojecten wordt gegenereerd, constant toe. Data afkomstig van beelden die zijn vastgelegd door mobiele toestellen, dronevideo’s, veiligheidssensoren, Building Information Modeling (BIM) en andere bronnen bieden veel data/informatie (Letsbuild).
  • Schoner bouwen, meer scheiding van materialen op de bouwplaats, minder afval en het duurzaam inzetten van personeel zijn onderwerpen die vallen onder de trend verduurzaming. Met het programma de Groene Koers wil Bouwend Nederland de verduurzaming van materieel en bouwmachines in de sector versnellen. Hiermee zet de bouw- en infrasector vol in op emissiereductie. Het verder verduurzamen van het bouwmaterieel is niet eenvoudig (Bouwend Nederland).• Schoner bouwen, meer scheiding van materialen op de bouwplaats, minder afval en het duurzaam inzetten van personeel zijn onderwerpen die vallen onder de trend verduurzaming. Met het programma de Groene Koers wil Bouwend Nederland de verduurzaming van materieel en bouwmachines in de sector versnellen. Hiermee zet de bouw- en infrasector vol in op emissiereductie. Het verder verduurzamen van het bouwmaterieel is niet eenvoudig (Bouwend Nederland).
  • Toenemende digitalisering en robotisering kunnen voor verandering van werkzaamheden op de werkvloer zorgen. Deze ontwikkelingen doen een groter beroep op het denkwerk van personeel waardoor de context waarin gewerkt wordt complexer wordt.

    Het steeds meer inzetten van online ondersteuning binnen bouwbedrijven wordt digitale transformatie genoemd. De bouwsector is op dit gebied aan een inhaalslag bezig. Er is veel aandacht voor digitaal werken. Een voorbeeld van digitalisering in de bouw is het werken met BIM. Dit is een digitaal model waarbij alle relevante informatie in het bouwproces beschikbaar is voor alle deelnemende partijen aan een project. Dat zijn er vaak veel. Het is daarom begrijpelijk dat het hebben van een gedegen proces en de bijbehorende communicatie essentieel is voor het succes. Sterker nog, het hebben van de juiste informatie heeft een enorm effect op de faalkosten in de bouw en daarmee op de marges. Als het bouwbedrijf het proces digitaliseert is er altijd de beschikbaarheid over real-time informatie. Het resultaat daarvan is een open samenwerking voor alle partijen (Verbouw, 2020).
    Langzaam maar zeker zal ook de bouwsector steeds meer robotsystemen implementeren. Denk aan metselrobots, autonome bouwvoertuigen, drones die bouwsites in kaart brengen en 3D-printers die huizen printen. Deze hightech machines kunnen het werk van arbeiders in de bouw overnemen. Daardoor neemt het aantal ongevallen af en kunnen menselijke werknemers hun werk efficiënter doen. Het in New York gevestigde techbedrijf Construction Robotics heeft onlangs een nieuwe robotoplossing gepresenteerd met de naam Material Unit Lift Enhancer (MULE). Dit systeem kan zware materialen oppakken en verplaatsen, waardoor het risico op oververmoeidheid bij menselijke werknemers afneemt en de productiviteit verbetert (Trendforce one, juni 2019). Robots kunnen dan wel verschillende werkzaamheden in de bouw doen, de hoge investeringskosten zijn voor bouwbedrijven vaak een probleem omdat zij niet weten of ze deze terugverdienen als het economisch tegenzit (ING, mei 2020)

  • Inhouse production is de trend waarbij onderdelen vooraf worden gefabriceerd op de werkplaats en op de bouwplaats in elkaar worden gemonteerd. Deze ontwikkeling wordt steeds eenvoudiger toe te passen door de inzet van Building Information Modelling (BIM) en digital twins.

Deze vier thema’s worden uitgebreid besproken in het trenddeel van dit rapport.

Ecologische ontwikkelingen

• HET GRONDSTOFFENAKKOORD

De behoefte aan grondstoffen neemt de komende jaren toe, in Nederland en de rest van de wereld. Om te voldoen aan die behoefte, wordt o.a. de overstap gemaakt naar de circulaire economie. De transitie naar de circulaire economie gaat verder dan alleen het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen. Het gaat ook om andere werkwijzen en processen binnen en tussen organisaties.

• POSITIE NEDERLAND IN KLIMAATAKKOORD

De afspraken over de energietransitie in Nederland zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord. In juli 2018 hebben bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden in Nederland concrete afspraken gemaakt over de maatregelen die nodig zijn om de CO2 -uitstoot te verminderen. De doelstelling van het akkoord is om tussen nu en 2030 de uitstoot van CO2 met 49 procent te verminderen. In 2050 moet Nederland helemaal CO2-neutraal zijn. De (verplichte) maatregelen die daarvoor moeten zorgen, zullen worden vastgelegd in de Klimaatwet. Door massaal over te stappen op duurzame (hernieuwbare) energie wordt de uitstoot van CO2 teruggedrongen. Uiterlijk in 2050, is de gebouwde omgeving circulair. Deze ambitie staat in de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie die in januari 2018 is gepresenteerd. De Transitieagenda beschrijft de strategie om tot een circulaire bouweconomie te komen in 2050 en bevat een aanpak voor de periode 2018-2021. De Transitieagenda bestaat uit diverse concrete maatregelen om de circulaire bouweconomie te ontwikkelen. Uitgeschreven in een tijdspad betekent dat:

 

  • Er in 2020 een besluit ligt over de invoering van een verplicht materialenpaspoort, dat er op alle onderwijsniveaus en -richtingen aandacht is voor circulair bouwen en dat er subsidie komt voor circulaire businessmodellen. Verder pleit de Transitieagenda voor de oprichting van een kennisinstituut voor circulair bouwen, dat bij voorkeur wordt ondergebracht bij De Bouwagenda;
  • In 2023 zullen alle aanvragen van de overheid, landelijk, provinciaal en gemeentelijk circulair zijn, tenzij dit niet (volledig) mogelijk is;
  • En vanaf 2030 zullen alle overheidsaanbestedingen op circulair gericht zijn.

• STEEDS MEER ‘NUL OP DE METER WONINGEN’

In Nederland zijn er eind 2019 zo’n 11.000 ‘Nul op de meter woningen’ (NOM-woningen). In deze woningen is het netto energieverbruik tot nul gereduceerd. In ongeveer 60 procent gaat het om nieuwbouw, de overige 40 procent betreft het renovatie van bestaande bouw. Zonnepanelen, warmtepompen en zonneboilers zijn voorbeelden van oplossingen die kunnen zorgen voor de reductie in netto energieverbruik van huishoudens.

In de afgelopen jaren is de groei in het aantal NOM-woningen langzamer gegaan dan verwacht. Hier liggen 3 oorzaken aan ten grondslag:

  1. wetgeving rond de energieprestatievergoeding (EPV) was vertraagd en de EPV wordt als ingewikkeld beschouwd door woningcorporaties
  2. stijgende prijzen van materiaal in de bouw
  3. afwachtende houding betrokken partijen; ‘koudwatervrees’

De verwachting voor de komende jaren is dat de exponentiële groei van NOM-woningen doorzet. De houding van woningcorporaties speelt hier mede een rol in: blijft de koudwatervrees bestaan of kan dit worden weggenomen door opgedane ervaring en kennis?

• NATUURINCLUSIEF BOUWEN

In de afgelopen jaren vinden er ontwikkelingen plaats op het gebied van natuurinclusief bouwen. Zo wordt het beleid over natuurinclusief bouwen bij steeds meer gemeentes vastgelegd (waar dit voorheen nog ontbrak). Bij natuurinclusief bouwen worden ‘maatregelen op of in het bouwwerk of de directe omgeving daarvan genomen die een bijdrage leveren aan de lokale biodiversiteit’ (Milieufederatie 2019). Groene daken, ingebouwde nestelgelegenheden voor vogels en vleermuizen zijn slechts twee voorbeelden van natuurinclusief bouwen. Het doel van natuurinclusief bouwen is het leveren van een bijdrage aan actieve soortbescherming: het nemen van maatregelen ten bate van de natuur en zo bijvoorbeeld biodiversiteit te beschermen en herstellen.

Politiek-juridische ontwikkelingen

 VAN LOKAAL NAAR GLOBAAL

De bouwsector is al lang geen nationaal gebonden bedrijfstak meer. Steeds meer vastgoedontwikkelaars, bouw- en installatiebedrijven en toeleveranciers werken grensoverschrijdend. Ook is de sector steeds meer een kennisgedreven dienstverlener in plaats van alleen een capaciteitsindustrie. En kennis beweegt zich gemakkelijk over landsgrenzen heen. De financiering van projecten is soms al ten dele of volledig geglobaliseerd. Verder beïnvloedt de Europese Unie de bouw- en vastgoedsector door regelgeving voor corporaties en voor bijvoorbeeld luchtkwaliteit, bodem en water.

 PLAN VAN AANPAK CIRCULAIRE ECONOMIE IN HET MBO

In januari en februari 2019 ondertekende SBB een intentieverklaring en een convenant die bijdragen aan goed mbo-onderwijs dat inspeelt op de energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie. Daarnaast beschreef SBB voor de minister van OCW hoe onderwijs en bedrijfsleven meer aspecten van de circulaire economie in het mbo kunnen laten terugkomen. In de Intentieverklaring arbeidsmarkt en scholing maken onder andere overheden, bedrijfsleven, onderwijs (mbo, hbo, wo) en woningcoöperaties afspraken over een wijkgerichte aanpak voor de verduurzaming van gebouwen en infrastructuur. De aanpak zorgt ervoor dat de verduurzaming op een geregisseerde, gefaseerde en daardoor haalbare manier wordt uitgevoerd. Dit biedt kansen voor het ontwikkelen van technologische en sociale innovatie, waarbij scholing van werkenden en nieuwe arbeidskrachten cruciaal is (SBB, 2019).

• VERANDERENDE ROLLEN

De overheid wil de positie van opdrachtgevers vanaf 2018 versterken. Bouwers worden aansprakelijk voor alle gebreken die aan hen zijn te wijten. Nu zijn aannemers en bouwbedrijven alleen aansprakelijk voor de verborgen gebreken van een woning of bedrijfsgebouw. Aannemers moeten opdrachtgevers informeren of en hoe zij zijn verzekerd. Bijvoorbeeld bij een faillissement of tegen gebreken bij de bouw. Een aannemer is niet verplicht verzekerd. De opdrachtgever kan kiezen of hij een goed verzekerde aannemer in de arm neemt of niet.

Ook wil de overheid dat bouwbedrijven meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van bijvoorbeeld woningen, kantoren en bruggen. Erkende bedrijven controleren daarom vanaf 2018 de kwaliteit van gebouwen. Tot nog toe was dat een taak van de gemeente.

• VERANTWOORDELIJKHEID GEMEENTEN

De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor het afgeven van een bouwvergunning en beoordeelt:

  • of een erkend bedrijf de bouwkwaliteit controleert;
  • de welstandseisen: voor bijvoorbeeld de vorm en kleur van een ontwerp;
  • het bestemmingsplan: past het gebouw in de bestemming van een gebied?
  • de veiligheid: zijn er risico’s voor omwonenden?

• WET KWALITEITSBORGING VOOR HET BOUWEN (WKB)

Vanaf 1 januari 2022 gaat naar verwachting de WKB stapsgewijs in. Het doel van deze nieuwe wet is dat er minder gebreken bij nieuwbouw en verbouwingen plaatsvinden. Een nieuwe kwaliteitsborging moet gaan plaatsvinden aan de hand van deze vijf belangrijkste veranderingen (Rijksoverheid 2020-2):

  1. Onafhankelijke controleurs checken of een gebouw voldoet aan wettelijke eisen.
  2. Klanten kunnen de aannemer dwingen om fouten (ook later ontdekt) dwingen te repareren
  3. De aannemer is verplicht om te laten weten of hij/zij verzekerd is tegen faillissement en risico’s op schades en gebreken
  4. Vijf procent van de aanneemsom kan worden geparkeerd bij de notaris, maar nieuw hierin is dat de notaris pas uitkeert wanneer de klant aangeeft dat alle gebreken zijn verholpen
  5. Als de controleur (of gemeente) een probleem ziet kan de bouw worden stilgelegd door de gemeente.

In eerste instantie wordt een aantal bouwprojecten als proef volgens de nieuwe bouwregelgeving uitgevoerd.

INHOUDSOPGAVE DESTEP