Werken met meer verantwoordelijkheid

1. Complexe context

WAT IS HET?

De werkomgeving van infra gaat er steeds complexer uit zien. Door digitalisering en robotisering neemt de complexiteit toe bijvoorbeeld als het gaat over het bedienen van meer geavanceerde machines. Ook de mensen in de context waarin de infra werkzaamheden plaatvinden, worden steeds mondiger. Dat kunnen opdrachtgevers zijn, maar ook omwonenden. Dat vraagt om het ontwikkelen van andere vaardigheden, zoals 21st century skills en soft skills. Het gaat hier om vaardigheden die bijdragen aan het zo succesvol mogelijk kunnen uitvoeren van de vakinhoudelijke vaardigheden. Denk hierbij aan het vermogen om goed te kunnen communiceren met klanten en burgers. Maar ook het invullen van omgevingsmanagement tijdens een renovatie project, zoals het informeren van omwonenden over werkzaamheden. Daarnaast vergt het ook vaardigheden om de veiligheidssituatie ter plaatse te kunnen inschatten. Durft de werknemer op te treden bij onveilige situaties? Onder het mom van ‘we werken veilig of niet’. Maar ook het vermogen om ter plaatse problemen op te lossen, naar creatieve oplossingen te zoeken, wanneer de situatie daar om vraagt bijvoorbeeld om werkvertraging en verspilling te voorkomen.

Met de toenemende complexiteit is het kunnen samenwerken aan oplossingen of co-creëren met anderen, steeds belangrijker en noodzakelijker. De vaardigheden komen bij Infra steeds vaker aan bod omdat er in verhouding meer renovatie projecten zijn en die vragen om meer sociale vaardigheden dan nieuwbouwprojecten. Dit omdat constant gewerkt wordt in een omgeving waar andere mensen wonen, werken of forenzen en het resultaat van het werk kunnen beïnvloeden. Tevens worden klanten en consumenten steeds veeleisender. Van vakmensen verwacht men dat ze de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren door hun werk maar ook door hoe ze hun werk uitvoeren. Bij het aanleggen van leidingen in een straat, moeten professionals rekening houden met de veiligheid van de directe omgeving. Medewerkers openbare ruimte, hebben naast het onderhoud ook de taak om gebruikers van de openbare ruimte aan te spreken op het schoonhouden van deze ruimte. En bestuurders van huisvuilwagens zitten vaker alleen op de vrachtwagen. Met veel geavanceerde apparatuur, naast bediening, is het tevens hun taak om de directe omgeving van de vrachtwagen veilig te houden. Het gaat onder meer om het vermogen tot het bezitten van vaardigheden zoals: kritisch denken, creatief denken, problemen kunnen oplossen, digitaal denken, informatie vergaren, ICT basis vaardigheden, media wijsheid, communiceren, samenwerken, sociale en culturele vaardigheden en zelfreflectie. Hieraan gekoppeld past een personal skills paspoort dat de individuele vaardigheden en competenties van een professional op actuele basis weergeeft. In eerste instantie op de hard skills maar uiteindelijk ook op de soft skills. Het ontwikkelen van sociale vaardigheden zorgt uiteindelijk voor meer eigenaarschap, trots en zelfvertrouwen in het werk. De Wet Kwaliteitsborging, die op één januari 2022 in werking treedt, geeft een impuls aan sociale- en communicatieve vaardigheden door de eis om aantoonbaar kwalitatief te werken.

“Machines kunnen in aanschafwaarde variëren van een paar ton tot een miljoen. Er wordt dan ook van de machinist verwacht dat ze ermee omgaan alsof het apparaat van zichzelf is. Daarnaast denken machinisten ook vaak mee aan verbeteringen van het systeem, want het ontwerp kan in theorie mooi zijn maar als het in de praktijk niet goed werkt, kom je niet verder. De machinist op de werkplek wordt belangrijker. Steeds vaker moet hij het alleen doen met hulp van camara’s. Het wordt steeds drukker in de cabine, de machinist krijgt steeds meer verantwoordelijkheden. Hij moet meer nadenken in de praktijk. Vroeger stond er bijvoorbeeld bij het graven van sloot of een cunet altijd een persoon extra bij voor aanwijzingen, maar nu doen de machinisten dit alleen.”
– René van der Steen, Vakvereniging het Zwarte Corps.

Wat verandert er?

Met de toegenomen complexiteit van het werk en van de werkomgeving groeit het belang van de ontwerpfase, de planning en de prefabricage van opdrachten. Daar zit de mogelijkheid om faalkosten te minimaliseren. Waar mogelijk komt het werk zoveel mogelijk naar voren, naar binnen, om de werktijd buiten en vervolgens daarmee de omgevingslast te beperken. Het merendeel van de werkzaamheden in de infra blijft zich buiten afspelen. Maar door de mogelijkheden in digitalisering en robotisering kan men meer anticiperen en voorbereiden op wat er buiten moet gaan gebeuren. BIM (Bouwwerk Informatie Model) wordt steeds vaker ingezet waardoor een infra project een digital twin krijgt. Digital twins zijn digitale ‘dubbelgangers’ van een infraproject (die wordt gevoed door oude én realtime data). 

Hiermee kunnen bedrijven eenvoudig tests en optimalisaties uitvoeren. Ook maken deze virtuele representaties van fysieke producten en processen het mogelijk om nauwkeurig te voorspellen waar en wanneer het ergens fout dreigt te gaan. Het BIM heeft als voordeel dat het de kleinste infrabouwdetails erin kan verwerken om zo verrassingen tijdens de werkzaamheden te verkleinen. De tekentafel verandert in een kostentafel, de kwaliteit en de winstgevendheid van een infra project worden hier bepaald.

Bij betontimmeren vindt er een grote verschuiving van werk naar binnen plaats, naar de fabriek Hierdoor wordt de bouwtijd in het zand korter. Het zijn vooral de grote infra-bouwers die met modulaire fabrieksproductie werken. Het modulair fabriceren zorgt voor bouwen op basis van een vast aantal betonvormen (legobouwstenen) waarmee oneindig veel eindproducten gemaakt kunnen worden voor de infra. Op de bouwplaats verandert het werk ook. Waar voorheen de nodige speling was om fouten te herstellen is er nu weinig tot geen marge voor fouten. Modulair bouwen in betontimmeren vraagt om heel secuur werken, dat vraagt om andere vaardigheden. De verhouding tussen het aantal werknemers binnen en buiten is bij betontimmeren enorm veranderd.

“Vroeger was 80 procent bouwpersoneel en 2 procent UTA (Uitvoerend, Technisch en Administratief personeel). Maar dat is nu andersom. Dat is omgeklapt, dat is nu 20 procent bouwpersoneel en 80 procent UTA. Dat komt ook door het modulair bouwen. Het werk is grotendeels in de fabriek en niet meer op de bouwwerkplaats.”
Frank Fiers, Civilion.

 “Tot circa tien jaar geleden was er vraag naar specialisten die wat krom was, recht konden maken. Maar nu door modulair bouwen is er geen speling, geen ruimte meer voor fouten, het moet direct goed passen! Dus de vakmensen van vroeger, moet je nu niet meer hebben, de skills waarom gevraagd wordt, zijn veranderd.”
– Frank Fiers, Civilion.

Buiten op de werkplaats zijn heldere communicatie, bewezen expertise en verwachtingsmanagement belangrijk om met de complexere context om te kunnen gaan. De communicatie gaat over communiceren met andere professionals op de werkplaats en met de directe omgeving en over veiligheidscommunicatie. De Wet Kwaliteitsborging sorteert hierop voor. Deze wet verlangt dat de uitvoerder aantoonbaar kwalitatief werk levert. De uitvoerder van een opdracht mag zelf aangeven en bewijzen wat de beste aanpak is op het gebied van kwalitatief en veiligheid en welke normen gehanteerd zijn. Voor de individuele werknemers zal het gebruik van een personal skills paspoort normaal worden. Hierin kan de individuele ontwikkeling en kwaliteit van een persoon met betrekking tot werkuitvoering bijgehouden worden.

Het concept van een Leven Lang Ontwikkelen past hierbij. Wat moet iemand bijleren om in een complexere werkomgeving goed te kunnen blijven functioneren? Het aantal buitenlandse werknemers zal toenemen waardoor een gemeenschappelijke (Engelse) bouwtaal meer belang krijgt.

“We gebruiken en spreken één (gebaren)taal binnen de sector in Europa die overal geaccepteerd wordt. We hebben met elkaar iets afgesproken, of je in Nederland of in Spanje werkt, iedereen snapt met een handgebaar wat je wel of juist niet moet doen. Daarnaast moet je met elkaar dezelfde taal spreken als gebaren niet gebruikt kunnen worden anders komt het ook niet goed. Daar wordt meer en meer aandacht aan gegeven.”
– Rene van der Steen, Vakvereniging het Zwarte Corps.

Een ander aspect van de toenemende complexiteit zie je in de sector afval, milieubeheer en onderhoud openbare ruimte. Hier vallen de onderwerpen afval en maatschappelijke zorg vaker samen. Voor deze sector is goed omgevingsmanagement belangrijk om zo dichter bij de bewoners te kunnen staan. Het verhogen van de kwaliteit van de leefomgeving door de beroepen een andere invulling te geven. In plaats van de gebruikelijke huisvuilnisophalers en medewerkers plantsoenendienst, krijg je bij de gemeente steeds meer wijkconciërges, buurtregisseurs en afvalcoaches.

“Ik denk dat het op dit moment belangrijker is dat ze zichtbaar zijn, dicht bij de burger staan en een babbeltje kunnen maken. In Amsterdam heb je zorgwerkers die actief zijn in de wijk. Zij weten precies wie er extra aandacht nodig hebben en wat er speelt. Daar schuift één keer per maand ook een beheerder van de openbare ruimte aan.”
– Wouter Jansen, SPA.

 VOORBEELDEN

Renovatie projecten maken het werk voor de infra complexer omdat meer aan omgevingsmanagement gedaan moet worden. Bijvoorbeeld de stationsrenovatie van station Rotterdam, die bijna tien jaar duurde. In zo’n context kan een infra bouwer niet gewoon aan de slag gaan. Tijdens het heien en boren, dient de opdrachtnemer betrokken te blijven met de omgeving. Het vak omgevingsmanagement in de infra is toegevoegd, vaak uitgevoerd door communicatieprofessionals met relevante bouwkennis. Zij gaan in gesprek met omwonenden, ze stemmen bijvoorbeeld af wanneer ze beter op vakantie kunnen gaan.

Frank Fiers, Civilion

 “Je moet mensen meenemen in de verbouwing, dat vraagt om verwachtingsmanagement, open en transparante communicatie, je werkt aan verbetering van het leefklimaat maar hoe rijmt dat met eventuele overlast?” 

Adviezen voor het beroepsonderwijs

Het complexer worden van het werk en van de werkomgeving vraagt veel van studenten. Leren samenwerken is een voorwaarde om in een complexe context overeind te blijven. Belangrijk is om studenten vroegtijdig te leren co-creëren.  Je moet leren samenwerken om verder te komen. Volgens één van de respondenten is het mbo-onderwijs is nog vaak te individueel ingestoken, op het behalen van individuele certificaten. Er mag meer accent komen op de competentie co-creëren, waarbij studenten leren vooruitdenken in plaats van nadenken.

De ontwikkeling van soft skills en 21st century skills krijgen een steeds belangrijker rol. Denk hierbij aan omgevingsmanagement, omgangsvormen, veiligheidscommunicatie en klantvriendelijkheid. Binnen veiligheidscommunicatie gaat het niet alleen om de eigen veiligheid of die van de directe omgeving. Het gaat ook om het durven melden van onverantwoorde situaties aan de leidinggevenden die op den duur de kwaliteit en de reputatie van een infra onderneming kunnen schaden.

Het gebruik van social media zorgt voor meer en directer commentaar op het infra werk. Het is voor burgers makkelijker om zich te beklagen direct online naar bedrijven toe en via social media. Dat maakt het online kunnen communiceren belangrijker.

Van bestuurders van zware en gespecialiseerde vrachtwagens en machines in de infra verwacht men dat ze goed en verantwoord omgaan met de veiligheid van omstanders. Het beroep vraagt steeds meer van medewerkers, stress ligt om de hoek. Kunnen werken in een steeds drukkere samenleving, kunnen omgaan met stigmatisering. Tegelijkertijd is het ontwikkelen van trots en zelfvertrouwen in deze toch vitale beroepen zeer belangrijk.

Voor de medewerker openbare ruimte wordt werken aan de kwaliteit van de leefomgeving belangrijker. Hier werken veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Voor hen is het belangrijk om te beseffen dat hun werk er toe doet. Ze zijn zichtbaar in de publieke ruimte en voorzien de gemeente van belangrijke informatie over de staat van de openbare ruimte. De ontwikkeling van sociale vaardigheden is heel belangrijk. Het gaat om zelfkennis, trots en zelfvertrouwen. Ook meer aandacht voor probleemoplossend vermogen is van belang.

De toegenomen complexiteit vraagt om meer flexibiliteit in het onderwijs, om meer modulair onderwijs. Dit biedt de mogelijkheid om bij te scholen waar dat nodig en gewenst is, het geeft inhoud aan een leven lang ontwikkelen. Het zorgt ook voor een snellere inzetbaarheid van studenten op verschillende niveaus. En het biedt ook meer kansen aan zij-instromers omdat de natuurlijke instroom vanuit vakopleidingen te laag is.

Skills upgrading neemt toe. Er wordt meer gevraagd van de hedendaagse infraprofessional waardoor een hoger denkniveau verwacht wordt. Dit komt omdat infra-processen complexer zijn geworden en de ontwikkelingen op het gebied van technologie en duurzaamheid niet stilstaan. Ontwerpers en werkvoorbereiders hebben steeds meer te maken met digitalisering van processen, dat vraagt om specifieke vaardigheden om daarop aan te sluiten. Van infraprofessionals wordt verwacht dat zij breed inzetbaar kunnen zijn en hierdoor een bredere rol op zich kunnen nemen.

In het onderwijs blijft aandacht voor de kleinere beroepen (getalsmatig kleiner) belangrijk. Bijvoorbeeld de redermachinist in de wegenbouw en fundering, door kleine aantal krijgen scholing en aanmeldingen voor het beroep te weinig aandacht.

“De rode draad door deze 2020 Infra trendrapportage is zonder twijfel de behoefte naar ‘modern opgeleid technisch personeel’ dat voorbereid is op wat de komende jaren bij Infra nodig is. Hét moment voor Bedrijfsleven én Onderwijs om alle specifieke opleidingsbehoeften voor de komende drie tot acht jaar aan te vullen met alle moderne vaardigheden en opnieuw te beschrijven. Maar ook voor werkgevers, branche organisaties, werknemers en Infra opleiders om elkaar te helpen om dit proces te realiseren”
– Jan de Waal, voorzitter marktsegment Infra.

    DossiersBenodigde vaardigheden en kennis als gevolg van complexe context
    Infratechniek, Machinisten, Grondwater & Wegenbouw• Ontwikkelen van soft skills en 21st century skills, welke hebben prioriteit en waar is verdieping met bijvoorbeeld rollenspellen wenselijk.
    Afval, Milieubeheer & Onderhoud Openbare Ruimte• Ontwikkelen van soft skills en 21st century skills, welke hebben prioriteit en waar is verdieping met bijvoorbeeld rollenspellen wenselijk.
    • Kunnen beheren van de openbare ruimte, dit wordt meer een sociaalmaatschappelijk model, het gaat om meer dan de openbare ruimte netjes houden. Dit vraagt om meer inzicht in verandering van werkzaamheden.
    • Kennis van impact van klimaatverandering, vraagt om meer vakbekwaamheid op dit terrein.
    Betontimmeren• Ontwikkelen van soft skills en 21st century skills, welke hebben prioriteit en waar is verdieping met bijvoorbeeld rollenspellen wenselijk.
    • Kennis van de tweezijdige ontwikkeling van het beroep. Namelijk competenties ontwikkelen die nodig zijn in de fabriek en competenties die nodig zijn op de bouwplaats.

    INHOUDSOPGAVE MACROTRENDS INFRA