Samenvatting macrotrends Burgerlijke utiliteitsbouw en gespecialiseerde aanneming

Samenvatting macrotrends Burgerlijke utiliteitsbouw en gespecialiseerde aanneming

Slim bouwen

Ontwikkelingen in digitalisering gaan razendsnel en bieden ook in de Burgerlijke utiliteitsbouw en Gespecialiseerde aanneming (hierna BU/GA) aantrekkelijke toepassingen. Ze verkleinen het foutpercentage bij oplevering van een gebouw, leveren tijdwinst op en resulteren in beter inzicht in de inzet van personeel en materiaal. Deze trend gaat over het inzetten van digitalisering om slimmer te kunnen bouwen. Dat geldt zowel in kwantitatieve zin (zo effectief en efficiënt mogelijk werken) als in kwalitatieve zin (is de klant tevreden, is het duurzaam en worden de talenten van werknemers optimaal ingezet). Het betreft alle processen in de bouw, het gaat om een integrale benadering. Hierbij wordt ook meer gevraagd van de samenwerking tussen de verschillende disciplines.

De grote hoeveelheid data die door Slim Bouwen vrijkomt, zal vaker via dasboards worden weergegeven. Een student moet in staat zijn om verschillende dashboards te kunnen uitlezen. De student moet een grote en diverse stroom data op waarde kunnen beoordelen, kunnen filteren op prioriteit en kunnen omzetten in acties voor noodzakelijke werkzaamheden. Het multidisciplinair kunnen denken en werken wordt belangrijker voor de student. In staat zijn om verschillende slimme bouwtechnieken te beheersen, te bedienen maar ook om op verschillende werklocaties ingezet te kunnen worden.

Verduurzaming

Er worden al veel stappen gezet door bouwbedrijven op het gebied van verduurzamen maar in de volle breedte is de worsteling die het verduurzamen van het gehele bouwproces vergt merkbaar. Het ontbreekt nog vaak aan kennis, die niet breed beschikbaar is en de stap van denken naar doen vindt men vaak moeilijk en durft men vaak niet aan. Dat geldt vooral voor renovatiebouw, de nieuwbouw heeft hier minder last van. Zo vindt het aardgasloos maken van bestaande woningen nog maar beperkt plaats. Er wordt naar elkaar gekeken: wie komt er het eerste mee? Men kopieert liever een beproefde methode. Leerkosten spelen ook mee in de overwegingen om zelf met een bepaalde methode te starten. De innovatie in verduurzaming wordt grotendeels door de opdrachtgever (meestal de overheid) en door de grote bouwbedrijven aangedreven. Opdrachtgevers vragen in het bestek vaker expliciet om een duurzame aanpak, wat de aannemers dwingt om na te denken hoe ze een duurzame aanpak en resultaat kunnen realiseren.

Voor het onderwijs is het van belang om nieuwe duurzame technieken zo snel mogelijk in het lesprogramma op te nemen. Daarnaast is het vertrouwd raken met bestaande bewezen duurzame methodieken zoals het materialenpaspoort belangrijk. Meer materiaalkennis, weten welke alternatieven er zijn die beter te recyclen zijn of her te gebruiken. Ook is belangrijk: kennis van het demonteren van bouwmaterialen wanneer vervanging nodig is en zorgen dat materialen weer makkelijk her te gebruiken zijn bij andere bouwprojecten.

Complexe Context

Het werk in de bouw wordt complexer. Er zijn vaker (hoog)geschoolde krachten nodig. De toenemende digitalisering en robotisering vragen om andere vaardigheden en doen een groter beroep op analytische vaardigheden. Er komt meer ondersteunende robotisering. Het omgaan en gebruiken van drones, betonboorrobots en exoskelets, vraagt vaker om multidisciplinair kunnen werken en denken. Ook de toegenomen eisen aan veiligheid vragen meer van de vakmensen. De relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer wordt complexer en de opdrachtgever weet steeds beter zijn wensen kenbaar te maken. Internet biedt de opdrachtgever veel mogelijkheden om meer over een specifiek bouwonderwerp te weten te komen.

Het complexer worden van het werk en de werkomgeving vraagt veel van studenten. Het vraagt om multidisciplinair kunnen denken en werken. Leren samenwerken is een voorwaarde om in een complexe context overeind te blijven. Studenten zouden moeten leren dat vroegtijdig co-creëren nodig is, de wereld is zo complex, niemand kan volledig alleen werken aan een opdracht. De ontwikkeling van soft skills en 21st century skills krijgen een belangrijkere rol. Denk hierbij aan kennis hebben van omgevingsmanagement, veiligheidscommunicatie en klantcommunicatie.

Inhouse Production

Het bouwproces aan de voorkant wordt groter en belangrijker. Werkzaamheden die traditioneel op de bouwplaats plaatsvonden verschuiven naar de bouwfabriek; er is meer sprake van inhouse production. Er kan steeds meer in de fabriek gemaakt worden, de mogelijkheden breiden zich in rap tempo uit. Het werk dat in de fabriek gemaakt kan worden loopt uiteen van gemetselde steenstrip gevels die zijn voorzien van deuren, kozijnen, leidingen en isolatiemateriaal, tot aan kant en klare keukens en badkamers en complete daken. In de ontwerpfase wordt vaker met BIM gewerkt (Bouwwerk Informatie Model), een digitale tweeling van een gebouw, en daarin neemt het detailniveau alleen maar toe. Dat maakt dat de ontwerpfase nog meer een fase in het bouwproces wordt waar aan verwachtingsmanagement gedaan wordt. De tekentafel wordt kostentafel.

Naast het behoud van basisvaardigheden is het interdisciplinair, conceptueel en integraal kunnen denken en werken belangrijk bij inhouse production. Van de student wordt verwacht dat die in een setting kan werken waar totaalinstallaties worden gefabriceerd. Daar komt meer denkwerk aan te pas en het verantwoord en zelfstandig kunnen bedienen van machines omdat veel processen automatisch verlopen. Competenties als verantwoordelijkheid nemen en zelfsturing worden extra gevraagd.

Samenvatting DESTEP Burgerlijke utiliteitsbouw en Gespecialiseerde aanneming

Demografische ontwikkelingen

In het schooljaar 2019/20 is er sprake van een stijging ten opzichte van het voorgaande schooljaar van zes procent, mede vanwege de populariteit van de studie allround timmerman.

Er is nog steeds een tekort aan personeel. Dit wordt mede veroorzaakt door arbeidsmigranten uit Oost-Europa die er veelal voor kiezen om terug te keren naar hun vaderland tijdens de coronaperiode en niet langer meer in Nederland te werken. Op dit moment is het tekort aan mensen een groot knelpunt in de uitvoering. Door de flexibilisering is het een uitdaging om mensen binnen het bedrijf te houden.

Economische ontwikkelingen

Ondanks een tekort aan woningen in Nederland is de vergunningverlening voor nieuwbouw sterk teruggevallen sinds het begin van 2019. Eén van de aanleidingen hiervoor is de stikstofproblematiek, waardoor er een rem kwam op nieuwbouwprojecten in de nabijheid van Natura2000-gebieden. Een andere aanleiding is het tekort aan bouwlocaties. Het kabinet heeft tot en met 2024 de doelstelling om ieder jaar 75.000 nieuwe woningen op te leveren. Dit zal de komende jaren ruimschoots niet gehaald worden.

Het coronavirus heeft grote impact op de bouwsector. Nieuwbouw, verbouwingen en publieke projecten vanuit Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf gaan door, met in achtneming van strengere maatregelen omtrent hygiëne. Niet al het werk kan doorgaan vanwege haperende toeleveringen. Ook leiden striktere regels omtrent sociaal contact en opdrachtgevers die tijdelijk werkzaamheden uitstellen of stilleggen tot een afname van werk.

Een terugval van stedenbouwkundige projecten zal ertoe leiden dat er de komende tijd voornamelijk geconcurreerd gaat worden op prijs.

Sociaal-culturele ontwikkelingen

De bevolkingssamenstelling in Nederland verandert. De bevolking vergrijst, blijft langer thuis wonen en bovendien worden huishoudens steeds kleiner. Bouwers zullen steeds vaker de opdracht krijgen om woningen en de infrastructuur hierop aan te passen.

Vooral op de bouwarbeidsmarkt is de flexibilisering een grote kwestie. In het afgelopen jaar was bijna de helft van de arbeidskrachten op de bouwplaats een zelfstandige zonder personeel. De behoefte aan flexibiliteit in de bouw zal naar verwachting niet veel veranderen, terwijl er wel trends zijn die ongunstig lijken voor de positie van zzp-er. Anderzijds hebben zzp’ers ook een steeds groter eigen netwerk waarmee ze vaker samen kunnen werken en zo ook klussen aannemen met een grotere reikwijdte dan een eenmansbedrijf aan zou kunnen.

Technologische ontwikkelingen

Het steeds meer inzetten van online ondersteuning binnen bouwbedrijven wordt digitale transformatie genoemd. De bouwsector is op dit gebied aan een inhaalslag bezig. Een voorbeeld van digitalisering in de bouw is het werken met BIM. Dit is een digitaal model waarbij alle relevante informatie in het bouwproces beschikbaar is voor alle deelnemende partijen aan een project. Slim bouwen gaat over de inzet van digitale oplossingen als Bouwwerk Informatie Model (BIM) en Artificiële Intelligentie (AI). Voor de bouw bieden AI-programma’s precieze data en inzichten aan die aannemers in staat stellen de veiligheid, het rendement en de productiviteit op de werkplek te optimaliseren. De hoeveelheid data die tijdens bouwprojecten wordt gegenereerd neemt constant toe door beelden die zijn vastgelegd door o.a. mobiele toestellen, drones, veiligheidssensoren en BIM.

Toenemende digitalisering en robotisering kunnen voor verandering van werkzaamheden op de werkvloer zorgen. Deze ontwikkelingen doen een groter beroep op het denkwerk van personeel waarmee de context waarin gewerkt wordt complexer wordt. Langzaam maar zeker implementeert de bouwsector steeds meer robotsystemen. Denk aan metselrobots, autonome bouwvoertuigen, drones die bouwsites in kaart brengen en 3D-printers die huizen printen. Deze hightech machines kunnen het werk van arbeiders in de bouw overnemen. Daardoor neemt het aantal ongevallen af en kunnen menselijke werknemers hun werk efficiënter doen.

Ecologische ontwikkelingen

Schoner bouwen, meer scheiding van materialen op de bouwplaats en minder afval zijn belangrijke onderwerpen. Met het programma de Groene Koers wil Bouwend Nederland de verduurzaming van materieel en bouwmachines in de sector versnellen. 

De afspraken over de energietransitie in Nederland zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord. De doelstelling van het akkoord is om tussen nu en 2030 de uitstoot van CO2 met 49 procent te verminderen. In 2050 moet Nederland helemaal CO2-neutraal zijn. Uiterlijk in 2050, is de gebouwde omgeving circulair. De Transitieagenda beschrijft de strategie om tot een circulaire bouweconomie te komen in 2050. De Transitieagenda bestaat uit diverse concrete maatregelen voor om de circulaire bouweconomie te ontwikkelen. Zoals: 

  • In 2020 ligt er een besluit over de invoering van een verplicht materialenpaspoort, dat er op alle onderwijsniveaus en -richtingen aandacht is voor circulair bouwen en dat er subsidie komt voor circulaire businessmodellen;
  • In 2023 zullen alle aanvragen van de overheid, landelijk, provinciaal en gemeentelijk circulair zijn, tenzij dit niet (volledig) mogelijk is;
  • En vanaf 2030 zullen alle overheidsaanbestedingen circulair zijn.

In Nederland zijn er eind 2019 zo’n 11.000 ‘Nul op de meter woningen’ (NOM-woningen). In deze woningen is het netto energieverbruik tot nul gereduceerd. In de afgelopen jaren is de groei in het aantal NOM-woningen langzamer gegaan dan verwacht.

In de afgelopen jaren vinden er ontwikkelingen plaats op het gebied van natuurinclusief bouwen. Groene daken, ingebouwde nestelgelegenheden voor vogels en vleermuizen zijn slechts twee voorbeelden van natuurinclusief bouwen. Het doel van natuurinclusief bouwen is het leveren van een bijdrage aan actieve soortbescherming: het nemen van maatregelen ten bate van de natuur en zo bijvoorbeeld biodiversiteit te beschermen en herstellen.

Politiek-juridische ontwikkelingen

De bouwsector is al lang geen nationaal gebonden bedrijfstak meer. Steeds meer vastgoedontwikkelaars, bouw- en installatiebedrijven en toeleveranciers werken grensoverschrijdend. Ook is de sector steeds meer een kennisgedreven dienstverlener in plaats van alleen een capaciteitsindustrie.

De overheid wil verder de positie van opdrachtgevers vanaf 2018 op een aantal punten versterken:
Bouwers worden aansprakelijk voor alle gebreken die aan hen zijn te wijten. Aannemers moeten opdrachtgevers informeren of en hoe zij zijn verzekerd. Ook wil de overheid dat bouwbedrijven meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van bijvoorbeeld woningen, kantoren en bruggen. Op 1 januari 2022 treedt de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. De Wkb heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Tijdens de implementatie van de Wkb wordt zo nauw mogelijk aangesloten op de implementatie van de Omgevingswet.

In januari en februari 2019 ondertekende SBB een intentieverklaring en een convenant die bijdragen aan goed mbo-onderwijs dat inspeelt op de energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie.