Samenvatting macrotrends Afbouw en onderhoud

Samenvatting macrotrends Afbouw en onderhoud

Marktontschotting

Deze trend gaat over het eigen maken van meerdere disciplines door afbouw- & onderhoudsbedrijven. Het gezegde “Schoenmaker blijf bij je leest” gaat niet langer op. Want de trend is over de sectoren heen te werken, buiten de eigen branche kijken. Niet langer is iemand alleen schilder, er is ook de mogelijkheid om de kozijnen te vervangen of ook te behangen. Voor ondernemers met durf is hoofdaannemer worden een kans. Het wordt steeds makkelijker en aantrekkelijker om er nevenactiviteiten bij te pakken. De keuze voor nevenactiviteiten maakt een bedrijf ook minder kwetsbaar. Wanneer het in één activiteit minder gaat, kunnen de andere activiteiten het verlies deels opvangen. Dus bedrijven gaan hun werkzaamheden uitbreiden.

De basis focus van de opleidingen in Afbouw en Onderhoud zal gericht blijven op een specialisme. Maar daaromheen zal vaker aandacht besteed worden aan vakken of keuzedelen die gaan over nevenactiviteiten. Het gaat om vakken waarin een ander aanverwant specialisme aan bod komt maar ook waarin creativiteit in en rondom het werk wordt ontwikkeld en gestimuleerd. Laat studenten actief nadenken over/meewerken aan alternatieve inkomstenbronnen voor het bedrijf waar ze werken. Verder meer aandacht voor marktbewerking, ondernemersvaardigheden en calculatie. Dat zal alleen maar belangrijker worden. De ontwikkeling van soft skills en 21st century skills krijgen een steeds belangrijker rol.

Inhouse Production

Er verschuift naar verwachting meer werk naar de voorkant van het bouwproces. Daar zit de winst om verwachtingen van de klant te managen maar ook om er zeker van te zijn dat de bouwelementen eenmaal op de bouwplaats zo veel mogelijk passen. De flexibiliteit in het werkproces verschuift van de bouwplaats naar de fabriek en dan met name naar de ontwerpafdeling. Dankzij onder andere BIM (Bouwwerk Informatie Model) en prefab kan het digitale gebouw steeds verfijnder worden ingevuld met alle relevante (detail) info voor het bouwproces. Voor afbouw & onderhoudsbedrijven betekent deze ontwikkeling een andere manier van werken om toch omzet te behouden. Dan gaat het om het kunnen invullen van een (nieuwe) rol tijdens de montagebouw op de bouwplaats en een (nieuwe) rol pakken bij de werkzaamheden die in een bouwfabriek plaatsvinden.

Naast het behoud van basisvaardigheden is het interdisciplinair, conceptueel en integraal kunnen denken en werken belangrijk  bij inhouse production. Van student wordt verwacht dat die in een setting kan werken waar totaalinstallaties worden gefabriceerd. Daar komt meer denkwerk aan te pas en het verantwoord en zelfstandig kunnen bedienen van machines omdat veel processen automatisch verlopen. De rol van ICT binnen de opleiding wordt groter en belangrijker waarbij verstand van het vakgebied gewenst is. ICT modules binnen de opleiding worden een vereiste om te kunnen concurreren met andere opleidingen.

Slimme Inspectie

Het onderhoud van bestaande bouw verandert door de komst van sensoren en drones. Niet langer vindt onderhoud met vaste tussenpozen plaats, volgens een vast onderhoudsschema. Met hulp van sensoring technieken en drones wordt de conditie van gebouwen permanent in de gaten gehouden en worden signalen afgegeven wanneer onderhoud nodig is. De sensortechniek verfijnt zich en wordt goedkoper waardoor deze vele toepassingen kan krijgen. Hierdoor kan onderhoud veel effectiever, efficiënter en duurzamer plaatsvinden. Alleen daar waar het nodig is, volgt onderhoud en er kan ook veel efficiënter mankracht ingezet worden.

De grote hoeveelheid data die door slimme inspectie vrijkomt, zal vaker via dasboards worden weergegeven. Een student moet in staat zijn om verschillende dashboards en dashboardtechnieken te kunnen uitlezen. De student moet een grote en diverse stroom data op waarde kunnen beoordelen, kunnen filteren op prioriteit en kunnen omzetten in acties voor noodzakelijke werkzaamheden. Het multidisciplinair kunnen denken en werken wordt belangrijker voor de student. In staat zijn om verschillende slimme inspectie technieken te beheersen, te bedienen maar ook om op verschillende werklocaties ingezet te kunnen worden.

Verduurzaming

De bewustwording dat het bereiken van circulariteit in de uitvoering een ketenaanpak vereist, groeit onder afbouw- en onderhoudsbedrijven. Nu al worden leveranciers en afvalverwerkers meer betrokken bij het bereiken van circulariteit in de keten, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van verf die duurzamer is in gebruik en beter recyclebaar is. Aan de voorkant probeert men alternatieve producten te ontwikkelen die een gebouw langer bescherming bieden tegen slijtage en weersinvloeden. Tegelijkertijd moeten de alternatieven ook minder belastend voor het milieu zijn. Aan de achterkant probeert men verspilling tegen te gaan en afval beter te scheiden voor verwerking.

Voor het onderwijs is het van belang om nieuwe duurzame technieken zo snel mogelijk in het lesprogramma op te nemen. Daarnaast is het vertrouwd raken met bestaande bewezen duurzame modellen essentieel. Meer materiaalkennis, weten welke alternatieven er zijn die beter te recyclen zijn of her te gebruiken. Ook kennis van demonteren van bouwmaterialen wanneer vervanging nodig is. Bij circulariteit is het voor studenten belangrijk om projecten te kunnen uitvoeren op basis van echte vraagstukken uit het bedrijfsleven. Studenten ontdekken dan al vroeg dat dit onderwerp om samenwerking vraagt en anders durven denken en doen.

Complexe Context

Het werkveld wordt complexer en de klant wordt mondiger. Het gaat steeds minder om de klus klaren en meer om de klanttevredenheid. Het werkveld wordt complexer door een aantal factoren. Allereerst de toename van digitale hulpmiddelen, die zorgen voor meer verantwoordelijkheid op de werkvloer en meer hoofdwerk. Verder neemt het aantal buitenlandse werknemers in de bouw toe, waardoor communicatie moeilijker wordt. En bij renovatiebouw vraagt het omgevingsmanagement steeds meer aandacht. Het nadenken over hoe veiligheid op de werkplek in te vullen is en te communiceren is, wordt vaker een verantwoordelijkheid van de vakmensen op de werkplaats. Het accent verschuift van kwantiteit naar meer kwaliteit in werk. Het gaat steeds meer om het verlenen van een service of gebruiksgenot in plaats van het leveren van een product of het uitvoeren van een klus.

Het complexer worden van het werk en de werkomgeving vraagt veel van studenten. Leren samenwerken is een voorwaarde om in een complexe context overeind te blijven. Leer studenten vroegtijdig co-creëren, de wereld is zo complex, niemand kan volledig alleen werken aan een opdracht. De ontwikkeling van soft skills en 21st century skills krijgen een steeds belangrijker rol. Denk hierbij aan kennismaken met omgevingsmanagement, omgangsvormen, veiligheidscommunicatie en klantvriendelijkheid.

Samenvatting DESTEP Afbouw en onderhoud

Demografische ontwikkelingen

In het schooljaar 2019/20 zijn er bijna 3.500 mbo-studenten in de afbouw en onderhoud. Dit is in de meest recente schooljaren stabiel gebleven.

In de afbouw en onderhoud was er in de afgelopen jaren sprake van een groot tekort aan vakmensen. Veel kennis uit de sector is verloren gegaan in crisisjaren. In de coronaperiode is het tekort aan personeel nog verder opgelopen door arbeidsmigranten uit Oost-Europa die er veelal voor kiezen om (tijdelijk) terug te keren naar hun vaderland. Op dit moment is het tekort aan mensen een groot knelpunt in de uitvoering. De medewerkers moeten worden gestimuleerd om zich bezig te houden met hun eigen duurzame inzetbaarheid waarbij de focus ligt op individuele ontwikkeling.

Economische ontwikkelingen

Er zijn veel beroepen met goede arbeidsmarktperspectieven in de afbouw en onderhoud. In 2040 zijn naar verwachting in Nederland één miljoen nieuwe woningen gereed en is een groot deel van de woningvoorraad getransformeerd of vervangen. Nieuwe woningen worden met name in de grote steden ontwikkeld. Naast de groei van de bouw van woningen en bedrijfspanden brengt de transitie naar duurzame energie veel werk met zich mee, zowel in de bouw van nieuwe als in het aanpassen van bestaande woningen en panden. Ook de duurzaamheid van huurwoningen neemt toe wat leidt tot volop werk.

Sociaal-culturele ontwikkelingen

Vooral op de bouwarbeidsmarkt is de flexibilisering een grote kwestie. In het afgelopen jaar was bijna de helft van de arbeidskrachten op de bouwplaats een zelfstandige zonder personeel. De behoefte aan flexibiliteit in de bouw zal naar verwachting niet veel veranderen, terwijl er wel trends zijn die ongunstig lijken voor de positie van zzp-er. Anderzijds hebben zzp’ers ook een steeds groter eigen netwerk waarmee ze vaker samen kunnen werken en zo ook klussen aannemen met een grotere reikwijdte dan een eenmansbedrijf aan zou kunnen.

Technologische ontwikkelingen

Inhouse production is de trend waarbij onderdelen vooraf worden gefabriceerd op de werkplaats en op de bouwplaats in elkaar worden gemonteerd. Deze ontwikkeling wordt steeds eenvoudiger toe te passen door de inzet van Building Information Modelling (BIM) en digital twins.

Slimme inspectie gaat over de inzet van technieken met sensoren en drones om inspectiewerkzaamheden uit te voeren aan bijvoorbeeld gebouwen en openbare ruimte.

Toenemende digitalisering en robotisering kunnen voor verandering van werkzaamheden op de werkvloer zorgen. Deze ontwikkelingen doen een groter beroep op het denkwerk van personeel waarmee de context waarin gewerkt wordt complexer wordt.

Ecologische ontwikkelingen (leefomgeving)

Vanaf 2020 geldt de eis dat nieuwbouwwoningen ‘Bijna Energieneutrale Gebouwen’ (BENG) moeten zijn. Daarnaast moet de bestaande gebouwenvoorraad verduurzaamd worden. Om woonwijken sneller, efficiënter en betaalbaar te verduurzamen, investeert het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) 100 miljoen in de Renovatieversneller. De regeling moet ervoor zorgen dat het tempo van het verduurzamen omhoog gaat en de kosten per woning dalen. Dit is een belangrijke stap in het bereiken van de beoogde kostenverlaging van 20 tot 40 procent en versnelling naar een tempo van 200.000 verduurzaamde woningen per jaar uit het Klimaatakkoord.

De biomimicry gaat over het vertalen van inzichten uit de natuur naar menselijke toepassingen. In de afbouw en onderhoud heeft dit een verf waar de kleur niet van vervaagt als innovatie. Deze verf is gebaseerd op de kleur van vlindervleugels en pauwenveren. Dat is een kleur die zeer lang de intensiteit behoudt doordat lichtstralen die niet weerkaatst worden ook niet geabsorbeerd worden.

Politiek-juridische ontwikkelingen

De overheid wil verder de positie van opdrachtgevers vanaf 2018 op een aantal punten versterken:

Bouwers worden aansprakelijk voor alle gebreken die aan hen zijn te wijten. Aannemers moeten opdrachtgevers informeren of en hoe zij zijn verzekerd. Ook wil de overheid dat bouwbedrijven meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van bijvoorbeeld woningen, kantoren en bruggen. Op 1 januari 2022 treedt de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. De Wkb heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Tijdens de implementatie van de Wkb wordt zo nauw mogelijk aangesloten op de implementatie van de Omgevingswet.

In januari en februari 2019 ondertekent SBB een intentieverklaring en een convenant die bijdragen aan goed mbo-onderwijs dat inspeelt op de energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie.