Verder komen door samenwerking

2. Verduurzaming

WAT IS HET?

Er worden al veel stappen gezet door bouwbedrijven op het gebied van verduurzamen, maar de worsteling die het verduurzamen van het gehele bouwproces vergt, is merkbaar. Het ontbreekt nog vaak aan kennis, die niet breed beschikbaar is. De stap van denken naar doen, wordt moeilijk gevonden en vaak niet aangedurfd. Dat geldt vooral voor renovatiebouw, de nieuwbouw heeft hier minder last van. Zo vindt het aardgasloos maken van bestaande woningen nog maar beperkt plaats. Er wordt naar elkaar gekeken: wie komt er het eerste mee? Men past liever een beproefde methode toe in plaats van zelf te gaan experimenteren. De innovatie in verduurzaming wordt grotendeels door de opdrachtgever (meestal de overheid) en door de grote bouwbedrijven aangedreven. Opdrachtgevers vragen in het bestek vaker expliciet om een duurzame aanpak, wat de aannemers dwingt om na te denken hoe ze deze duurzame aanpak en resultaat kunnen realiseren.

 “Op het moment dat ze geconfronteerd worden met de vraag of ze circulair kunnen bouwen, zeggen ze ja. Dan gaan ze wel aan de slag en kijken ze wie ze hiervoor moeten hebben, zodat ze wel aan de vraag kunnen voldoen”
– Martin van Veen, AFNL.

De bewustwording dat het bereiken van circulariteit in de uitvoering een ketenaanpak vereist, groeit onder bouwbedrijven. Nu al worden leveranciers en afvalverwerkers meer betrokken bij het bereiken van circulariteit in de keten. Aan de voorkant probeert men alternatieve producten te ontwikkelen die een gebouw langer bescherming bieden tegen slijtage en weersinvloeden. Tegelijkertijd moeten de alternatieven ook minder belastend voor het milieu zijn. Aan de achterkant probeert men verspilling tegen te gaan en afval beter te scheiden voor verwerking. Circulariteit en duurzaam en slim gebouwbeheer gaan hand in hand.

“We hebben het er veel over (circulair bouwen), maar we doen het nog te weinig, de noodzaak volgt vanzelf want grondstoffen worden steeds duurder, dus het moet wel”
– Eddy Gruppen, ROC Twente.

“Wat wij wel circulair aanpakken, zijn de boren zelf. We noemen dat herbezetten. Dus als een boor af is of versleten, brengen we die naar een materieel bedrijf, en die herbezetten de boren weer. Vroeger gooide je een oude boor of zaag makkelijker weg, nu niet meer”
– Vincent de Witte, Dikkerboom.

Ook is er het besef dat verduurzaming en circulariteit in het bijzonder te complex, te onbekend en te kapitaalintensief zijn, om door één partij gerealiseerd te kunnen worden. Er is een grotere bereidheid om dit samen te doen en om hierin samen op te trekken. Dat schept nieuwe taken voor branche- en koepelorganisaties. Samenwerken helpt bij het hanteren van standaarden in circulariteit. Waar zet je op in, op een langere levensduur of op zo min mogelijk directe vervuiling? Die keuzes kunnen per onderwerp verschillend uitpakken. Ook acceptatie dat nieuwe toetreders met betere innovaties komen is belangrijk.

“Riet is een natuurlijk en duurzaam materiaal. Voor rietdekkers betekent duurzaamheid ook: hoe lang ligt het daadwerkelijk op het dak? Geïmporteerd riet uit China is wellicht minder “duurzaam” dan lokaal Nederlands riet. Maar als een willekeurige partij Chinees riet mogelijk langer ligt dan een partij Nederlands riet, wat is dan duurzamer?”
– Joost Kreuger, Vakfederatie Rietdekkers.

Het is nog een minderheid in de bouw die intrinsiek gemotiveerd is om aan duurzame innovatie te werken waardoor aanvullende wetgeving noodzakelijk blijft. Los van eigen initiatieven in de bouw, is de overheid op een steeds dominantere wijze betrokken bij de verduurzaming van de industrie. Wet- en regelgeving op diverse gebieden zijn nodig om er voor te zorgen dat de gehele bouwindustrie het werken aan verduurzaming omarmd. Zonder overheidsingrijpen zou verduurzaming te weinig urgentie en prioriteit krijgen, terwijl dit maatschappelijk gezien voor een leefbare toekomst wel gewenst is. Denk hierbij aan specifieke regelgeving voor het terugdringen van stikstof, PFAS, fijnstof en eisen aan duurzaamheidsprestaties. De impact van deze regelgeving zal verder aan belang toenemen in de bouw (BCP Timmeren, Metselen, Tegelzetten, Voegen en Werkvoorbereiden/Uitvoeren, publicaties mei 2020). Daarnaast geeft de overheid ook vaker in haar rol als opdrachtgever sturing aan verduurzaming. Dit door in de bestekbeschrijving expliciet te vragen om duurzame invulling van opdrachten.

Sinds twee jaar is er een materialenpaspoort in gebruik, maar nog niet verplicht. Bij oplevering van een gebouw ontvangt de eigenaar van de aannemer een beschrijving van de grondstoffen die zijn gebruikt, de materiaalsoorten en een overzicht met daarin wanneer onderhoud en vervanging nodig is. Een dergelijk materialenpaspoort kan het circulair bouwen een sterke impuls geven.

Bij daken wordt verduurzaming ingevuld door een toename van dakgebruiksfuncties, die van de dakdekker meer flexibiliteit vereisen. De dakdekker wordt dakregisseur. Hij moet multidisciplinair kunnen werken aan groene daken (met vegetatie), gele daken (zonnepanelen), rode daken (voor recreatie en sport) en blauwe daken (voor waterbuffers).

Energietransitie en klimaatadaptatie krijgen ook meer aandacht in de bouw. Het gaat daarbij om het aardgasloos maken van huizen, zowel in nieuwbouw als bestaande bouw. Maar ook tegels zorgen steeds vaker voor klimaatbeheersing in een gebouw, zowel in warmte als koelte zijn het ideale temperatuurgeleiders en verminderen ze tocht en onnodig energieverbruik. Ook daken krijgen naast hun traditionele functie vaker een duurzame functie. Zo wordt met groene daken vaker hittestress in steden tegengegaan en hebben gele daken zonnepanelen geïntegreerd. Het belang van goed en transparant isolatieadvies neemt toe. Europese afspraken over energie en het internationale Parijs-akkoord versnellen de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Daar zijn innovatieve technieken en nieuwe producten voor nodig.

“Den Haag doet er veel aan om voorloper te zijn in Nederland als het gaat om de energietransitie. Maar de coronacrisis hakt er zo verschrikkelijk in. Voor 2030 van het gas af, dat gaat hem niet worden”
Eric Zegwaard, Mondriaan College.

WAT VERANDERT ER?

SAMENWERKEN

Er zijn meer projecten op het gebied van duurzaamheid die samenwerking vergen. De verwachting is dat deze projecten top down, in de vorm van regelgeving of duurzame bedrijfsstrategie nodig, gestimuleerd moeten worden omdat de intrinsieke motivatie bij veel bedrijven nog ontbreekt.

ENERGIETRANSITIE

De energietransitie bij renovatiebouw zorgt er bij dakdekkers voor dat ze vaker als dakaannemer kunnen werken. De dakdekker wordt hoofdaannemer voor het duurzaam aanpassen van de gebouwschil, dat vraagt om innovatieve competenties. Het gaat om betere isolatie, meer waterbuffering, meer groendaken en meer zonnepanelen op het dak. Er komen meer gelegenheidsbouwteams van dakdekkers, gevelspecialisten, isolatiespecialisten, voegers en kozijnwerkers. Ze gaan vaker samenwerken om een renovatie-opdracht te doen zonder de traditionele hoofdaannemer.

“Er bestaat al de term dakhovenier, waarin je twee werelden ziet samenkomen, hoveniers en dakdekkers. Ook de zonnepaneelsector en dakdekkers werken meer en meer samen”
– Karel Jan Batenburg, voorzitter marktsegment GA.

“Verder zie je een verschuiving vanaf 1990. Toen was 90 procent bitumen daken en nu is dat 60 procent. Kunststof (o.m. PVC en EPDM) was toen vier procent en nu rond de 30 procent.  Je ziet daar een verschuiving. Er komen dus (in verhouding tot eerder) meer kunststof daken. Dat is een trend die te zien is. Er worden nu andere keuzes gemaakt dan in het verleden het geval was”
– Adri de Voest, Tectum.

HERGEBRUIK

Het hergebruik van grondstoffen zal toenemen. Het verminderen van het gebruik van lijm, kit en pur gebeurt al en zal verder gestimuleerd worden. Daarvoor in de plaats zal er meer naar de mogelijkheden gekeken worden om materialen direct aan elkaar te kunnen klikken, vergelijk het met legobouw. Bij de oplevering van bouwprojecten zal vaker een materialenpaspoort aan de opdrachtgever beschikbaar gesteld worden. Dat zorgt voor beter onderhoud aan gebouwen en maakt het demonteren van een gebouw aan het einde van de levensduur eenvoudiger. Er zijn ook meer kansen om materialen op marktplaatsen te verhandelen. Het toenemende gebruik van BIM (digitaal Bouwwerk Informatie Model) maakt het kunnen opleveren van een materialenpaspoort eenvoudiger. BIM kan tot in de kleinste details digitale materiaalspecificaties opnemen en registreren. Bouwbedrijven zullen dit materialenpaspoort vaker gaan gebruiken tijdens hun werkzaamheden. 

“Dus het hergebruik van grondstoffen zal een geweldige vlucht nemen. Een grondstoffencertificaat. Bij het opleveren van een gebouw krijgt de eigenaar ook een grondstoffenpaspoort. Met daarin welke grondstoffen zijn aangewend en dat gaat redelijk gespecificeerd. Daar staat bij: over twintig of veertig jaar zult u deze grondstoffen moeten vervangen, zorg dan dat deze hergebruikt kunnen worden. Daar moet de aannemer dus ook rekening mee houden tijdens de bouw, dat niet alles vast moet zitten. Proberen zoveel mogelijk bij de originele materialen te blijven”
– Eddy Gruppen, ROC Twente College.

Op de bouwplaats zal steeds schoner worden gebouwd. Door meer scheiding tussen materialen aan te brengen, kun je afvalstromen (hoe puurder hoe beter is de algemene opvatting) aan de bron scheiden en voor hergebruik geschikt maken. Dit leidt tot minder afval en minder verspilling op de bouwplaats. Er zal vaker worden  ingezet op een lean and mean productieproces, precies de hoeveelheid gebruiken die nodig is in grondstoffen.

Op de korte termijn zullen de uitstooteisen van stikstof en PFAS voor de nodige problemen blijven zorgen. Daar zit een klimaatfrictie in voor de bouwsector. Er is een wil en behoefte om meer te verduurzamen maar daar zijn nog veel stappen in te maken.

“We weten wat we nu kunnen. Wat we over drie tot vier jaar kunnen, weten we een beetje maar verder weg weten we weinig. Er is al windenergie, zonne-energie maar de grootschalige energietransitie vernieuwing laat nog op zich wachten”
Eddy Gruppen, ROC Twente College.

 VOORBEELDEN

Madaster is een belangrijke initiator voor het materialenpaspoort. Het is een online one-stop-shop voor informatie over de registratie van producten, componenten en materialen in (voormalige) bouwobjecten. De organisatie is opgetuigd als een ANBI stichting (Algemeen Nut Beogende Instelling) en is niet afhankelijk van subsidies. Hiermee wil het zijn onafhankelijkheid en objectiviteit borgen. Het platform zorgt voor een veilige opslag van gegevens, slim verrijkt, eenvoudig gedeeld en beheerd. Het genereert een materiaal- of gebouwpaspoort dat transparantie creëert over de gebruikte materialen, componenten en producten. Verrijkt met gegevens uit andere bronnen en diensten van derden, creëert deze digitale tweeling van gebouwen inzicht in de financiële en circulaire waardering, toxiciteit, losmaakbaarheid en hergebruik-potentieel van het toegepaste materiaal, componenten en producten. De vastgoedeigenaar is de data-eigenaar en kan op elk gewenst moment interne en externe partijen toegang geven tot deze gegevens en inzichten.

De bouwsector werkt samen met Techniek Nederland aan het Europese programma ‘BUILD UP skills’. In dit programma staat het versnellen van verduurzamingsactiviteiten centraal. Het uiteindelijke doel is om het aantal gekwalificeerde werknemers te vergroten voor het renoveren van gebouwen die energiezuinige prestaties leveren en voor energieneutrale nieuwbouw. Het programma leert deelnemers over de te ontwikkelen vaardigheden met betrekking tot energie-efficiëntie en hernieuwbare energie-  en meetsystemen in gebouwen.

Adviezen voor het beroepsonderwijs

Verduurzaming vraagt om vernieuwd vakmanschap. De nieuwe technieken en technologieën vragen om andere kennis en kunde in de bouwsector. Bijvoorbeeld circulair bouwen vraagt om vroeg beginnen, kleine stapjes maken en dan het organisch laten groeien. Het onderwijs mag daarvoor proeftuinen inrichten. Klein beginnen, eerst regionaal en later bij gebleken succes breed communiceren en uitrollen.

Voor studenten is het van belang om nieuwe duurzame technieken zo snel mogelijk eigen te maken. Daarnaast is het voor studenten belangrijk om vertrouwd te raken met bestaande bewezen duurzame methodieken zoals het materialenpaspoort. Ook goede materiaalkennis is van belang, om zo sneller te achterhalen welke alternatieven er zijn die beter te recyclen zijn of her te gebruiken. Tenslotte kennis van het demonteren van bouwmaterialen wanneer vervanging nodig is. Zorgen dat materialen weer makkelijk te hergebruiken zijn, weer van waarde kunnen zijn bij andere bouwprojecten.

Meewerken aan verduurzaming betekent ook meedenken over hoe dit te realiseren. Dat geldt voor dit onderwerp voor alle functies en medewerkers. Verduurzaming is zo’n breed onderwerp waar nog zoveel in ontdekt mag worden dat bewustzijn onder alle medewerkers essentieel is. 

Bij circulariteit is het voor studenten belangrijk om projecten te kunnen uitvoeren op basis van echte vraagstukken uit het bedrijfsleven. Studenten ontdekken dan al vroeg de noodzaak van samenwerking en om het anders durven denken en doen. Vooral bij het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad valt nog veel te leren.

“Bij de woningcorporatie worden veel huizen verduurzaamd, daar zitten verschillende technieken in. Voor het onderwijs is het moeilijk om dat bij te benen, er zijn heel veel mogelijkheden, niets is standaard. Studenten weten wel hoe huizen in elkaar zitten, maar als je gaat verduurzamen zijn er veel verschillende manieren om dat te realiseren”
– Michel Pipping, ROC Da Vinci College.

 

DossiersBenodigde vaardigheden als gevolg van Verduurzaming
Dakdekken, Tegelzetten, Timmeren, Rietdekken, Metselen, Betonboren, Middenkader Bouw & Infra• Leren circulair werken door opdrachten in de praktijk uit te voeren
• Inzicht verkrijgen in het belang van verduurzaming en klimaatverandering
• Kennis hebben van duurzame initiatieven zoals het materialenpaspoort
Dakdekken• Kennis van luchtdichtheid en energiezuinigheid
• Kennis van energiebesparing
Timmeren• Kennis hebben van verschillende timmeronderdelen; 1) traditioneel timmeren, 2) timmeren in nieuwbouw met kennis van verduurzaming zoals aardgasloos bouwen en 3) timmeren vanuit ambacht.

INHOUDSOPGAVE MACROTRENDS BURGERLIJKE UTILITEITSBOUW EN GESPECIALISEERDE AANNEMING