Zwaartepunt van werkzaamheden naar binnen

2. Inhouse production

WAT IS HET?

Er verschuift naar verwachting meer werk naar de voorkant, de ontwerpfase, van het bouwproces. Daar zit de winst om verwachtingen van de klant te managen, maar ook om er zeker van te zijn dat de bouwelementen eenmaal op de bouwplaats zo veel mogelijk passen. De flexibiliteit in het werkproces verschuift van de bouwplaats naar de fabriek en dan met name naar de ontwerpafdeling in de fabriek. Dankzij onder andere BIM (Bouwwerk Informatie Model) en Prefab kan het digitale gebouw steeds verfijnder worden ingevuld met alle relevante (detail) info voor het bouwproces. Prefab is een proces in de bouw waarbij grondstoffen en materialen vooraf in een fabriek of werkplaats tot bouwelementen worden gemaakt, waarna deze bouwelementen naar de bouwplaats worden getransporteerd en daar worden verwerkt tot gebouwen. Deze bouwmethode noemt men ook montagebouw en kenmerkt zich door modulair bouwen. Voor afbouw- en onderhoudsbedrijven betekent deze ontwikkeling een andere manier van werken om toch omzet te behouden. Dan gaat het om het kunnen invullen van een (nieuwe) rol tijdens de montagebouw op de bouwplaats en een (nieuwe) rol pakken bij de werkzaamheden die in een bouwfabriek plaatsvinden. Zeker bij nieuwbouw zal veel werk verschuiven van de bouwplaats naar de fabriek maar ook bij renovatiebouw wordt er meer geëxperimenteerd met kant en klare fabricage van bouwelementen. Bijvoorbeeld met verduurzaming van een bestaande woning een (gedeeltelijke) gebouwschil aanbrengen.

Inhouse production dankt zijn groei aan vier factoren. Ten eerste is er een groot woningtekort in Nederland. De tweede factor is het tekort aan voldoende vakmensen. Zelfs het aantrekken van met name Oost-Europese arbeidskrachten lost dit probleem niet volledig op. Daardoor wordt er meer noodgedwongen naar arbeidsbesparende bouwprocessen gekeken. De derde factor is dat de technologische ontwikkelingen in prefab razendsnel gaan, er is steeds meer mogelijk. Robotisering, digital twins en 3D printing technieken maken prefab steeds makkelijker, goedkoper en toegankelijker voor meer partijen in de markt. Door robotisering en 3D printing kan het productieproces 24/7 doorgaan en sneller gaan. Met digital twin kunnen er dankzij de digitale tweelingversie sneller en goedkoper aanpassingen aan het ontwerp gemaakt worden, zonder dat daar de productie extra voor wordt belast. En tenslotte speelt mee dat een gebouw met inhouse production over het algemeen goedkoper kan worden gerealiseerd dan met traditioneel bouwen.

De afbouw- en onderhoudsbranche is nog vrij conservatief en traditioneel georganiseerd. Juist daarom mag de sector uitgedaagd worden om meer te innoveren. Dit kan gerealiseerd worden door meer toepassingen van robotisering en 3D printing te gaan gebruiken, zodat de daling in arbeidsproductiviteit en het tekort aan vakmensen kan worden opgevangen. In fabrieksmatige bouw gaat het met name om procesinnovatie, meer nog dan productinnovatie. Het schilderen begon ooit met kwasten, later werden rollers geïntroduceerd en nu zijn coating spuittechnieken in opmars. Het werk met spuittechnieken gaat sneller, het is ideaal voor grotere oppervlakken en kan prima in een fabriek gedaan worden. Hierbij valt te denken aan toekomstig gebruik van virtual reality (VR) om spuitrobots te kunnen aansturen. Coating bedrijven en schilderbedrijven zullen meer naar elkaar toegroeien.

“De markt is over het algemeen conservatief, heel veel mensen zijn mbo-opgeleid, vaak nog lager. Wij zijn een branchevereniging van vooral MKB’ers en dat zijn hele harde werkers en daardoor hebben ze geen tijd om de laatste innovaties te volgen. Het zijn vaak de grote bedrijven die hun eigen lak aanbrengen en eigen producten maken. Die zijn vaak met innovatie bezig”
– Jacques Schreuder, ION.

Bijkomend voordeel van prefab is dat het circulair bouwen er door wordt versterkt. Prefab is gebaseerd op modulair bouwen. Deze techniek maakt het mogelijk dat bouwelementen aan het eind van de levensduur van een gebouw makkelijker kunnen worden gedemonteerd en hergebruikt. Bovendien wordt er op de bouwplaats minder materiaal verspild om bouwelementen op elkaar te laten aansluiten, omdat de bouwelementen bijna naadloos op elkaar passen. In de traditionele bouw waar op de bouwplaats materialen worden omgezet tot bouwelementen, is er meer materiaal nodig voor de aansluiting met onder andere cement en lijm.

“Waarom zijn ze overgestapt naar prefab? Dat is puur omdat er geen metselaars waren. Dus die bouwers konden niet vooruit. Dus men heeft een bouw ontwikkeld die qua kosten laag is, en waar bijna geen stukadoors werken. En daar komt die trend natuurlijk vandaan, we noemen het innovatie, maar het is eigenlijk vraag en aanbod. Daar speelt de markt op in. De metselaars, die komen niet meer aan bod om de betonnen wanden te bouwen. Met een robot wordt het er net zo stevig opgelegd
– Mark Legierse, L&L Afbouw.

WAT VERANDERT ER?

Het traditioneel bouwen staat onder druk en verschuift naar bedrijven die overschakelen op inhouse production. Dit proces speelt al enige jaren maar wordt in volume steeds groter en er kan steeds meer in de fabriek gemaakt worden. Bijvoorbeeld complete installaties die al in de fabriek kunnen worden ingebouwd. De hoeveelheid werk op de bouwlocatie neemt af, wordt minder intensief gaat meer op assembleren en monteren lijken. Dat geldt ook voor het afbouwwerk. Zo worden kozijnen al vaker afgeschilderd opgeleverd. Hierdoor verandert ook de beroepspraktijkvorming van een leerling. De leerling schilder wordt vaker een monteur en stelleur en moet zich blijven bekwamen op een veranderende markt. De verwachting is dat door een tekort aan voldoende kwalitatieve ambachtslieden nu, op termijn de traditionele ambachtslieden voor een groot deel overbodig worden. Dit komt doordat er meer op inhouse production en robotisering wordt ingezet.

“Ja zeker broodroof, het repeterend werk kan door een robot gedaan worden. Misschien ben je als schilder dan niet meer nodig, maar je hebt wel vaardigheden die ingezet kunnen worden of je doet een herscholing of bijscholing, waarbij je andere vaardigheden leert. Bijvoorbeeld hoe je een schilderrobot aanstuurt”
– Marcel van der Borden, Nimeto.

Door inhouse production kunnen de bouwkosten omlaag, wordt de bouwtijd van gebouwen aanzienlijk verkort, vermindert omgevingsoverlast tijdens het bouwen en vermindert verspilling van materialen. Het is ook minder weersafhankelijk, het werk kan in betere werkomstandigheden en –condities gedaan worden. En het werk kan ook eens 24/7 doorgaan. De klant profiteert hiervan. Uiteindelijk zal het werk voor diverse ambachten zoals metselaars, schilder, stukadoors op de bouwplaats afnemen. Het verschuift naar de fabriek. De aard van het werk op de bouwlocatie verandert doordat er meer vraag komt naar montagemedewerkers. Op de bouwplaats zal meer precisiewerk plaats vinden, dat is het nieuwe ambacht.

Voor de bouwsector betekent prefab een hele andere manier van werken. Er zal meer werk verschuiven naar de voorkant van het bouwproces, de ontwerpfase: om enerzijds de verwachtingen van de klant te managen en anderzijds om er zeker van te zijn dat de bouwelementen eenmaal op de bouwplaats zo veel mogelijk passen. Daar zit namelijk de winst. De flexibiliteit in het werkproces verschuift van de bouwplaats naar de fabriek en dan met name naar de ontwerp en creatie-afdeling. Met hulp van BIM en virtuele technieken kan de klant een scherpe impressie krijgen van het resultaat en kunnen waar gewenst aanpassingen in het ontwerp gemaakt worden.

In de coatingindustrie wordt al veel in de fabriek gewerkt. Het zijn vooral de grote geïntegreerde coaters (afbouwers) die innoveren zoals Batavus of Heras Hekwerk. Voorbeelden van looncoaters die wel innovatief zijn, zijn Jonkman Coating uit Hengelo en NTS Finish uit Bergeijk. Door de vraag van opdrachtgevers worden ze innovatiever. Verder vinden innovaties vooral bij toeleveranciers plaats. Voorbeeld van innovatieve techniek is Vision Camera Coating, een intelligente camera voor oppervlakte behandeling, wordt meer toegepast in massa productie bij de industriële lakverwerkers (afbouwers). In Nederland is AKZO Nobel een belangrijke innovatieve toeleverancier die onder meer werkt aan het verbannen van oplosmiddel uit deklagen en daarvoor in de plaats water gedragen lakken ontwikkelt. In de coatingindustrie zal het proces steeds meer gerobotiseerd raken.

“Ik denk dat we de eerste tien tot vijftien jaar gewoon nog mensen nodig hebben. Maar er zijn bedrijven die samengaan, die groter gaan worden. Die meer kunnen investeren in innovatie. Die zie ik wel die kant op gaan ontwikkelen en het kan dus zo zijn dat ze veel werk van de kleinere coaters gaan afsnoepen. Dus de mensen die niet mee gaan met de innovatie, dat zal gaan samenkomen tot een paar grote lakverwerkers. Waar de kleinere coaters niet meer tegenop kunnen. Ik kan me zo voorstellen dat er over een jaar of tien minder handjes nodig zijn. Maar er wel een hoger opleidingsniveau nodig is”
– Jacques Schreuder, ION.

 VOORBEELDEN

Het nieuwe gebouw van Europees Geneesmiddelen Agentschap, is helemaal prefab gebouwd in zeer korte tijd. Om de Bouwcombinatie in staat te stellen de opleverdatum te halen – strak gepland op anderhalf jaar na de start van het project – moesten de betrokken bouwers extra slimmigheid inbrengen in het ontwerp. Zo werden prefab leidingsystemen in de fabriek aangebracht, complete gevels gefabriceerd om op de bouwplaats de montagetijd tot een minimum te kunnen beperken (Heijmans, z.d.).

Dijkstra Draisma in Dokkum met hun ontwerp van de Droogstapelwoning. Deze worden volledig automatisch geproduceerd in de fabriek. De opdrachtgever zit aan de knoppen. Betaalbaar, snel en met gegarandeerde kwaliteit. In 2017 had Dijkstra Draisma de eerste productielocatie in de bouw met robotarmen. Ze hebben een robot die steenstrips lijmt op de gevels, waarmee twee operators het werk van 48 metselaars vervangen.

Adviezen voor het beroepsonderwijs

Naast het behoud van basisvaardigheden is het interdisciplinair, conceptueel en integraal kunnen denken en werken belangrijk bij inhouse production. Van een student wordt verwacht dat die in een setting kan werken waar totaalinstallaties worden gefabriceerd. Daar komt meer denkwerk aan te pas en het verantwoord en zelfstandig kunnen bedienen van machines omdat veel processen automatisch verlopen. Competenties als verantwoordelijkheid kunnen nemen en zelfsturing worden extra gevraagd.

Door de groei van inhouse production zal de behoefte aan operators en procesmedewerkers met kennis van afbouw- en onderhoudstechnieken toenemen. Doordat de ontwikkeling van industrialisatie bij meer marktsegmenten speelt, kan er uitwisseling tussen sectoren gaan plaatsvinden, bijvoorbeeld tussen een timmerfabriek en een woningbouwfabriek. De montagemedewerkers kunnen als flexibele krachten bij verschillende industrieën worden ingezet, eventueel met een aanvullende korte training, ook voor de lagere mbo-niveaus, zodat ze een allround beroepsgroep worden. In het mbo onderwijs kan dit gefaciliteerd worden door allround operator/procesmedewerker opleidingen, keuzedelen en deelcertificaten voor specifiek sectoren. Dit biedt ook meer mogelijkheden voor zij-instromers en voor het concept van een leven lang ontwikkelen. Op de bouwplaats zal meer vraag komen naar montagemedewerkers met een passende opleiding. Het onderhoudswerk zal buiten grotendeels blijven bestaan.

“Operators worden horizontaal opgeleid, die komen uit een ander vakgebied. Die hebben chemie gestudeerd, of komen uit de machinebouw of de automatisering. Die krijgen een spoedcursus van ION zodat ze iets weten over verf en hoe die verwerkt kan worden en daarna gaan ze met hun eigen ideeën verder”
– Jacques Schreuder, ION.

 

De rol van ICT binnen de opleiding wordt groter en belangrijker waarbij verstand van het vakgebied gewenst is. ICT modules binnen de opleiding worden een vereiste om te kunnen concurreren met andere opleidingen. Studenten voorbereiden op digitalisering en robotisering kan alleen als het onderwijs hierop anticipeert. Een toekomstige schilderfabriek selecteert zijn nieuwe medewerkers zeker niet alleen om hun schildervakmankunst. Toeleveranciers die robotisering verder hebben ontwikkeld, omarmd en bewezen, kunnen het voor de studenten meer kan gaan leven en beter aansluit op de toekomstige beroepspraktijk. ICT modules zitten nu nog weinig in de opleiding. Het MICRO Centrum in Eindhoven is een voorloper in robotisering en kan volgens een respondent als leerschool dienen.

In de coatingindustrie zal een continue ingaande en uitgaande geautomatiseerde logistieke stroom ontstaan waarbij vaker behoefte is aan procesoperatoren. Dit zijn meestal zij-instromers vanuit chemie, machinebouw en de ICT. Het vakmanschap van spuiten gaat veel kleiner worden.

Wanneer de opleidingen niet worden aangepast, creëert dat een toekomstige mismatch op de arbeidsmarkt door gebrek aan voldoende vakmensen die de nieuwe technieken beheersen. Een bedrijf als The Coatinc Company, verzorgt vooral inhouse opleidingen, on the job. Dat geeft een betere match. Zij nemen bijna geen studenten af.

In het mbo zal meer behoefte komen aan het toepassen van vitual spray technieken en serious gaming. Serious gaming draagt eraan bij de werkpraktijk te leren met hulp van Virtual Reality (VR).

“De werkpraktijk leren met hulp van VR, alsof je met een spuit in de hand bezig bent. Op die manier kan tot 80 procent van de training oppervlaktebehandeling gesimuleerd worden, het is duurzamer, maakt minder gebruik van grondstoffen en je hoeft de coatingfaciliteiten niet te gebruiken”
– Egbert Stremmelaar, ION.

DossiersBenodigde vaardigheden en kennis als gevolg van inhouse production
Industriële lakverwerking/ Kaderfuncties afbouw, onderhoud & interieur/Onderhoud & Verbouwbedrijven/ Stukadoors/ Schilderen/ Specialistisch Schilderen)• Kunnen werken in een setting waar totaalinstallaties worden gefabriceerd. Daar komt meer denkwerk aan te pas en het verantwoord en zelfstandig kunnen bedienen van machines omdat veel processen automatisch verlopen. Competenties als verantwoordelijkheid kunnen nemen en zelfsturing worden extra gevraagd.

INHOUDSOPGAVE MACROTRENDS AFBOUW EN ONDERHOUD