6. DESTEP Afbouw en onderhoud

Demografische ontwikkelingen

 PERSONEELSTEKORT

In de afbouw en onderhoud was er in de afgelopen jaren sprake van een groot tekort aan vakmensen (NOA 2018). Veel kennis uit de sector is verloren gegaan in crisisjaren. De aantrekkingskracht van de sector op jongeren kan de oorzaak zijn van een lage instroom. Het personeelstekort heeft twee kanten: er is naast het tekort aan vakmensen en vakkennis ook een tekort aan uitvoerend personeel, de ‘handjes’.

Oplossingen moeten volgens onderzoek onder de leden van de branchevereniging NOA worden gezocht in het stimuleren van opleidingen, het aantrekken van jongeren en het verbeteren van het imago van de branche.

Arbeidsmigranten keren (tijdelijk) terug naar hun thuisland

In de coronaperiode is het tekort aan personeel nog verder opgelopen door arbeidsmigranten uit Oost-Europa die er veelal voor kiezen om (tijdelijk) terug te keren naar hun vaderland en niet langer meer in Nederland wensten te werken (Rabobank 2020).

Mbo-studenten: demografie en ontwikkeling door de tijd

In het schooljaar 2019/20 zijn er bijna 3.500 mbo-studenten in de afbouw en onderhoud. Dit is in de meest recente schooljaren stabiel gebleven, maar wel een daling ten opzichte van de periode iets langer terug; zo’n vijf jaar geleden (11 procent daling). Een tweede opvallend gegeven is dat in de afgelopen vijf jaar er een verschuiving heeft plaatsgevonden in de keuze voor leerweg binnen de afbouw en onderhoud-opleidingen. 

In het schooljaar 2019/20 volgt 64 procent van de mbo-studenten in de afbouw en onderhoud hun opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) en 36 procent in de beroepsopleidende leerweg (bol), terwijl deze verhouding vijf jaar geleden op 46 procent (bbl) en 54 procent (bol) lag. Een mogelijke verklaring hiervoor kan liggen in het feit dat enkele (bol-) opleidingen flink gegroeid zijn in deze periode. Zo is het aandeel studenten in de opleiding Allround vakkracht onderhoud- en klussenbedrijf gestegen met 142 procent en de opleiding Decoratie-en restauratieschilder met 158 procent (SBB 2020).

De uitdaging van duurzame inzetbaarheid

De werkzaamheden in de afbouw en onderhoud bevat veel mensenwerk; zonder mensen wordt er niet gebouwd of aangelegd. Op dit moment is het tekort aan mensen een groot knelpunt in de uitvoering. Door de flexibilisering is het een uitdaging om mensen binnen het bedrijf te houden. De medewerkers moeten worden gestimuleerd om zich bezig te houden met hun eigen duurzame inzetbaarheid waarbij de focus ligt op individuele ontwikkeling (Bouwend Nederland 2020, CNV 2014). Een voordeel van duurzame inzetbaar is niet alleen een hogere arbeidsproductiviteit maar ook minder ziekteverzuim. Duurzame inzetbaarheid is mogelijk wanneer er op verschillende gebieden aspecten veranderen zoals CAO-voorwaarden, opleidingsmogelijkheden en monitoring van de gezondheid en advies daarover voor eigen personeel. De bouwsector kent een aantal centrale, in de CAO verankerde voorzieningen die opleiden en ontwikkelen faciliteren en duurzame inzetbaarheid bevorderen.

Economische ontwikkelingen

 VEEL ARBEIDSMARKTPERSPECTIEF IN DE BOUW

Er zijn veel beroepen met goede arbeidsmarktperspectieven in de afbouw en onderhoud. In onder andere beroepen als schilder, glaszetter of isoleerder liggen de banen voor het oprapen (UWV, 2019). Het UWV spreekt voor de gehele bouw, waar naast afbouw en onderhoud ook burgerlijke- en utiliteitsbouw en grond-, weg- en waterbouw onder vallen, over een zeer krappe arbeidsmarkt.

 VEEL NIEUWE WONINGEN KOMENDE DECENNIA

In 2040 zijn naar verwachting in Nederland één miljoen nieuwe woningen gereed en is een groot deel van de woningvoorraad getransformeerd of vervangen. Nieuwe woningen worden met name in de grote steden ontwikkeld. De herontwikkelde oude delen van steden of de getransformeerde oude kantoren en bedrijfsterreinen bieden ruimte voor nieuwe levendige woonwijken en buurten (Scenario 2040, 2020).

Sociaal-culturele ontwikkelingen

 VERANKERING ZZP’ERS IN DE BOUW

Vooral op de bouwarbeidsmarkt is de flexibilisering een grote kwestie. In het afgelopen jaar was bijna de helft van de arbeidskrachten op de bouwplaats een zelfstandige zonder personeel. Bij sommige specialistische beroepen ligt de flexibiliseringsgraad zelfs boven de 60 procent zoals bijvoorbeeld bij de voegers (aandeel ligt op ruim 80 procent). De behoefte aan flexibiliteit in de bouw zal naar verwachting niet veel veranderen, terwijl er wel trends zijn die ongunstig lijken voor de positie van zzp’er. Of de maatregelen effect zullen hebben moet blijken, omdat er na twintig jaar sprake is van een verankering van het zzp in de bouw. Zo hebben zzp’ers ook een steeds groter eigen netwerk waarmee ze vaker samen kunnen werken en zo ook klussen aannemen met een grotere reikwijdte dan een eenmansbedrijf aan zou kunnen. Uit onderzoek van het EIB blijkt dat weinig zzp’ers aangeven in de toekomst een baan in loondienst te willen hebben of een bijbaan nodig te hebben naast het zzp-schap (EIB 2017).

Technologische ontwikkelingen

Technologische ontwikkelingen op het gebied van afbouw en onderhoud gaan over ‘inhouse production’ ‘slimme inspectie’, ‘verduurzaming’ en ‘complexe context’.

  • Inhouse production is de trend waarbij onderdelen vooraf worden gefabriceerd op de werkplaats en op de bouwplaats in elkaar worden gemonteerd. Deze ontwikkeling wordt steeds eenvoudiger toe te passen door de inzet van Building Information Modelling (BIM) en digital twins.
  • Slimme inspectie gaat over de inzet van technieken met sensoren en drones om inspectiewerkzaamheden uit te voeren aan bijvoorbeeld gebouwen en openbare ruimte.
  • Verduurzaming gaat over de inzet van duurzame materialen.
  • Toenemende digitalisering en robotisering kunnen voor verandering van werkzaamheden op de werkvloer zorgen. Deze ontwikkelingen doen een groter beroep op het denkwerk van personeel waarmee de context waarin gewerkt wordt complexer wordt.

Deze vier thema’s worden uitgebreid besproken in het trenddeel van dit rapport (klik hier).

Ecologische ontwikkelingen

• VERDUURZAMING BESTAANDE GEBOUWENVOORRAAD

Vanaf 2020 geldt de eis dat nieuwbouwwoningen ‘Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG) moeten zijn. Daarnaast moet de bestaande gebouwenvoorraad verduurzaamd worden. Dit biedt directe kansen voor de afbouw en onderhoud (EIB 2019).

• CIRCULARITEIT

Naast de groei van de bouw van woningen en bedrijfspanden brengt bovendien de transitie naar duurzame energie veel werk met zich mee, zowel in de bouw van nieuwe als in het aanpassen van bestaande woningen en panden. Ook de duurzaamheid van huurwoningen neemt toe wat leidt tot volop werk, en dan krijgen de bedrijven te kampen met personeelstekorten. Er ligt hier een enorme opgave waarmee de bouw- en technische sector tot 2040 druk bezig is.

Koopwoningen en huurwoningen worden tegelijkertijd verduurzaamd. Om woonwijken sneller, efficiënter en betaalbaar te verduurzamen, investeert het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) 100 miljoen in de Renovatieversneller (Rijksoverheid 2020-1). De regeling moet ervoor zorgen dat het tempo van het verduurzamen omhoog gaat en de kosten per woning dalen. 

Dit is een belangrijke stap in het bereiken van de beoogde kostenverlaging van 20 tot 40 procent en versnelling naar een tempo van 200.000 verduurzaamde woningen per jaar uit het Klimaatakkoord. Het versnellen van de verduurzaming (o.a. zonnepanelen, een warmtepomp en een warmte-terugwin-installatie) van huurwoningen zorgt ook voor continuïteit en werkgelegenheid in de bouwsector (Scenario 2040; 2020).

• Biomimicry: de natuur als inspiratie

De biomimicry gaat over het vertalen van inzichten uit de natuur naar menselijke toepassingen. In de afbouw en onderhoud heeft dit een verf waar de kleur niet van vervaagt als innovatie opgeleverd (WUR 2020-1 en WUR 2020-2). Deze verf is gebaseerd op de kleur van vlindervleugels en pauwenveren, waar een zogenaamde fotonische kleur aan de orde is. Dat is een kleur die zeer lang de intensiteit behoudt doordat lichtstralen die niet weerkaatst worden ook niet geabsorbeerd worden (terwijl die normaal gesproken wel gebeurt). Vooralsnog is het vooral gelukt om groen- en blauwtinten te maken.

Politiek-juridische ontwikkelingen

 MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN

Maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft in de afbouw en onderhoud betrekking op materiaalgebruik, sociale zaken, klimaat en energie. Leden van de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) hebben voor deze onderwerpen aangegeven in hoeverre het van invloed is op hun werkzaamheden. Veiligheid heeft voor 69 procent van de leden enigszins of veel invloed op hun werkzaamheden. Voor arbeidsomstandigheden en duurzame materialen ligt dit aandeel iets lager; respectievelijk 63 procent en 52 procent van de leden. Voor energieverbruik en de emissie van CO2 lig dit nog weer een stukje lager; respectievelijk 40 procent en 27 procent (NOA 2018).

• Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB)

Vanaf 1 januari 2022 gaat naar verwachting de WKB stapsgewijs in. Het doel van deze nieuwe wet is dat er minder gebreken bij nieuwbouw en verbouwingen plaatsvinden. Een nieuwe kwaliteitsborging moet gaan plaatsvinden aan de hand van deze vijf belangrijkste veranderingen (Rijksoverheid 2020-2):

  1. Onafhankelijke controleurs checken of een gebouw voldoet aan wettelijke eisen.
  2. Klanten kunnen de aannemer dwingen om fouten (ook later ontdekt) dwingen te repareren.
  3. De aannemer is verplicht om te laten weten of hij/zij verzekerd is tegen faillissement en risico’s op schades en gebreken.
  4. 5 procent van de aanneemsom kan worden geparkeerd bij de notaris, maar nieuw hierin is dat de notaris pas uitkeert wanneer de klant aangeeft dat alle gebreken zijn verholpen.
  5. Als de controleur (of gemeente) een probleem ziet kan de bouw worden stilgelegd door de gemeente.

In eerste instantie wordt een aantal bouwprojecten als proef volgens de nieuwe bouwregelgeving uitgevoerd.

INHOUDSOPGAVE DESTEP