Biedt kans op leidende rol voor installatiebedrijven

2. Verduurzaming

WAT IS HET?

Waar de installatiebedrijven in het verleden veelal volgers waren, zijn ze nu vaker medebepalend in de realisatie van de energietransitie samen met de bouw- en de metaalsector. Waar installatiewerk voorheen een sluitpost was, tot vijf procent van de totale bouwsom, kan het nu oplopen tot wel vijftig procent van de totale bouwsom, door het toenemende belang van verduurzaming en integrale gebouwbenadering. In de branche van installatiebedrijven wordt veel werk gemaakt van de energietransitie. De woningbouw heeft daarin prioriteit. Het is wel zo dat de overheid nog veel sturing moet geven om energietransitie tot stand te brengen. De ontwikkelingen op de korte termijn zitten op verdere uitrol van warmtepompen en warmtenetten. De verwachting is dat op langere termijn waterstofinstallaties normaal gaan worden. Het probleem bij waterstof is het maken daarvan, dat gebeurt nu nog op een te milieuonvriendelijke en te kostbare wijze. Pas als wanneer  we waterstof goedkoop en milieuvriendelijk kunnen genereren in voldoende hoeveelheden, dan wordt het echt duurzaam en dan breekt het door.

De initiatieven in energietransitie zijn vaak lokaal gestuurd en kleinschalig. De grootschalige energietransitie naar hernieuwbare energiebronnen kan nog lang niet overal gerealiseerd worden. Installatiebedrijven zijn daarvoor erg afhankelijk van ontwikkelingen bij de netbeheerders voor energietransport die op hun beurt weer afhankelijk zijn van gemeenten en hun besluiten. Eén van de grote pijnpunten voor het massaal inzetten van hernieuwbare energiebronnen is het huidige Nederlandse energienetwerk. Dat is nog traditioneel aangelegd en gaat uit van een paar grote energieleveranciers met miljoenen energie ontvangers. Met de energietransitie krijg je veel meer energieleveranciers, onder meer doordat huishoudens een overschot aan energie aan het netwerk kunnen teruggeven, en daar is het netwerk nog niet op berekend. Met de komst van meer leveranciers, ontstaat de kans op meer stroomuitval bij een onveranderd netwerk.

Nieuwe leidingen aanleggen is nodig. Nederland heeft een duur aardgasnetwerk liggen wat kostbaar is om af te schrijven. Daarom komen nieuwe alternatieve energiedragers als groene waterstof in beeld die gewonnen kunnen worden uit wind- en zonne-energiebronnen en op die manier wel door de bestaande netwerkkabels getransporteerd kunnen worden. Een ander alternatief zijn kleinschalige lokale netwerken die los staan van een landelijk netwerk. In de koudetechniek wordt verduurzaming onder meer ingevuld door de omschakeling van chemische koudemiddelen naar natuurlijke koudemiddelen. De toepassing hiervan is groeiende. De koudetechniek is deel van de energietransitie door de toegenomen populariteit van warmtepompen.

We kunnen nu een gebouwschil plaatsen om bestaand vastgoed. Veel wijken uit de jaren 60/70 zijn zo duurzaam aan te passen. Eigenlijk verpak je de woning zonder ingrijpende binnen-verbouwing. Je kunt op deze wijze snel en tegen verantwoorde kosten conceptueel renoveren. Er zijn bedrijven die zich hierin specialiseren”
– Theo Ockhuijsen, Bimpuls en Innovatie Expres.

Tijdens het koelen komt warmte vrij. In de koudetechniek denkt men na over het hergebruiken van deze vrijgekomen warmte. Hoe sla je warmte zo goed mogelijk op? Gebouwbeheerssystemen zijn in ontwikkeling waarbij de opslag, het hergebruik en het efficiënt benutten van warmte centraal staan. De inzet van vooral werktuigkundige installatietechniek is hierbij van belang. Maar is nog niet geïnstitutionaliseerd. De intrinsieke motivatie om te werken aan circulaire installaties en –systemen ontbreekt nog vaak. Het versneld inzetten op circulariteit levert ook veel frictie op vanwege de grote afschrijvingen van al gedane investeringen in bestaande installaties en systemen.

Het invullen van circulair werken betekent soms ook eigenaar blijven van de grondstoffen en producten die zijn verwerkt in een installatie of systeem. De afgelopen jaren hebben meer installatiebedrijven en fabrikanten abonnementsmodellen voor producten geïntroduceerd. Binnen die trend gaan aanbieders in toenemende mate richting ‘everything-as-a-service’, waarbij klantwensen nog meer centraal staan. Deze ontwikkeling biedt de klant flexibiliteit en zorgt tegelijkertijd voor een belangrijk fundament voor de circulaire economie, van kwantiteit naar kwaliteit in gebruik. Door een product als een dienst aan te bieden, kan verspilling verminderen doordat er betaald wordt voor gebruik en draagt de leverancier zorg voor hergebruik en recycling. Circulair denken en doen zijn verschillend, er is in de branche behoefte aan nieuw opdrachtgeverschap. Door met een half open bestek te werken, nodigen opdrachtgevers de installateurs uit om creatief mee te denken hoe je duurzame gebouwen en installaties ontwikkelt en onderhoudt. Dit kan tot nieuwe inzichten leiden in gebouw- en installatieonderhoud. Bijvoorbeeld dat een gebouw dat vijf jaar meegaat, duurzamer kan zijn dan een gebouw dat 30 jaar meegaat. Wanneer het gebouw van vijf jaar op modulaire wijze gebouwd wordt, kan het sneller en goedkoper aangepast worden aan nieuwe ontwikkelingen in duurzaamheid en circulariteit in vergelijking met het gebouw dat 30 jaar meegaat.

WAT VERANDERT ER?

Het verwerken van afval en het hergebruik van installaties wordt nog onvoldoende gerealiseerd, onder andere door de grote diversiteit aan installaties. Elke installatie is maatwerk waardoor circulair werken moeilijk is. Het vergt intensieve samenwerking tussen fabrikanten en installateurs om installaties duurzamer te maken.  De klimaatadaptatie biedt vele kansen voor installatiebedrijven, onder andere met de installatie van zonnepanelen. De branche biedt speciale Green Skills workshops, waarin alle huidige kennis van duurzaam installeren aan bod komen. Duurzame technieken zitten enorm in de lift. Er is een grote markt voor en een installateur die er niets aan doet, zal zijn klanten op termijn kwijtraken aan collega’s die wel duurzaamheid omarmen zeker wanneer de overheid opdrachtgever is.

“Geen enkele installatie wereldwijd is identiek. Dus alleen op materiaalniveau kan je qua circulariteit iets hergebruiken. Veel materialen worden passend gemaakt op locatie, waarmee de kans op hergebruik weer daalt. Dus in die zin is dat best lastig. We zullen moeten nadenken over hoe we het moeten doen, maar dit kan volgens mij alleen wanneer de fabrikanten en installateurs de handen ineen slaan voor de ontwikkeling van producten die in de toepassingsfase dezelfde mogelijkheden en veiligheden bieden maar in de afvalfase makkelijk voor hergebruik geschikt zijn. Dat is nu nog niet zo, een voorbeeld; elk elektriciteitsdraadje is voorzien van een vinyl mantel en dit is niet het meest fijne product om te verwerken”
– Willem van der Veere, Techniek NL.

De grootschalige verduurzaming van gebouwen en installaties zal verder voortgezet worden. Er wordt hierin breed opgetrokken tussen bouwers en installateurs. Het onderwerp is dusdanig groot voor individuele spelers dat ketensamenwerking noodzakelijk is. De overheid stuurt met regelgeving en stimuleringsmaatregelen. Met het tekenen van het Energieakkoord en het opstellen van de Uitvoeringsagenda 2018 zijn belangrijke stappen gezet richting het verduurzamen van de Nederlandse economie. De gebouwde omgeving is een van de domeinen die hieraan een betekenisvolle bijdrage moet leveren. Daarnaast stimuleert de overheid in zijn rol als opdrachtgever verduurzaming door in het bestek een energiezuinige en circulaire invulling van projecten centraal te stellen.

VOORBEELDEN

Wat betreft de energietransitie in de installatiebranche is er nu een basis gelegd met de warmtepomp. De warmtepomp bestaat al tientallen jaren maar wordt als gevolg de energietransitie nu veel meer toegepast en is daardoor enorm in de aandacht komen te staan. Toch wordt dit door de branche als een voorlopige innovatie in energietransitie gezien. Uiteindelijk zal meer verwacht van het gebruik van waterstof als energiedrager. Dit zit echter nog in de experimenteerfase. Bijvoorbeeld het nog te realiseren project Waterstofwijk, in Nijstad Oost te Hoogeveen. Zestien huizen zijn hier aangesloten op een eigen energienet en 80 woningen krijgen een cv-ketel op waterstof. De zestien huizen krijgen een eigen netwerk (een zogeheten microgrid). Ze voorzien volledig in de eigen energiebehoefte en krijgen geen energierekening. Na verloop van tijd verdienen zij hun investering terug. De overige 80 woningen in de waterstofwijk krijgen een traditioneel aardgasnetwerk. Die leidingen blijken namelijk geschikt voor waterstof. De test combineert het ‘ouderwetse’ netwerk met nieuwe cv-ketels voor waterstof. Met dit project wordt een blauwdruk ontwikkeld voor het verwarmen van huizen met een cv-ketel die draait op waterstof. De gemeente Hoogeveen wil met de ontwikkeling bijdragen aan de energietransitie opgave in Nederland, met name het aardgasloos bouwen als onderdeel van de energietransitie. Nijstad-Oost is een demonstratieproject dat als katalysator dient voor de toepassing van waterstof in de gebouwde omgeving. Vanuit een gecontroleerde nieuwbouwomgeving wil men een veiligheidsgevoel en acceptatie creëren zodat op termijn andere wijken in Hoogeveen het voorbeeld willen gaan volgen.

Het Nederlandse bedrijf Van Abeelen ontwikkelde koelinstallaties die op zonnecollectoren werken. De zonnekoelcontainer “Solar Fridge” begon zijn leven als een idealistisch project. Wereldwijd gaan enorme hoeveelheden voedsel en medicijnen verloren door slechte koelomstandigheden op plaatsen met onvoldoende energie, zoals oorlogsgebieden en door rampen getroffen gebieden. Van Abeelen ontwikkelde een stand-alone zonnekoel- en vriescontainer.

Adviezen voor het beroepsonderwijs

Voor studenten en werknemers is het belangrijk om kennis van de laatste ontwikkelingen in de energietransitie bij te houden. Bijvoorbeeld nu zijn de warmtepomp en het warmtenet leidend in de transitie maar misschien zal dit straks waterstof en het waterstofnet zijn. Het onderwerp circulariteit kan het best in de praktijk geleerd worden aan de hand van vraagstukken en concrete projecten, waar studenten aan kunnen meewerken en meedenken.

In de keuzedelen is verduurzaming van de installatiebranche al meegenomen.  Dan gaat het om onderwerpen zoals duurzaam ondernemen, verspilling leren tegengaan, emissiekennis en afval(zuivering)kennis. De energietransitie zelf zit nog niet in de opleiding, er is nog geen opleiding tot ‘duurzame monteur.’ Wel bestaat in het mbo bijvoorbeeld de opleiding monteur voor laadpalen, wat als een soort light versie monteur gezien wordt met een relatief makkelijke startkwalificatie.

De verdere ontwikkeling van duurzaamheid in de installatiebranche, gaat naar verwachting geen grote fricties opleveren. Het is echter wel van belang om vooral de oudere werkgevers en werknemers mee te nemen in de snelle veranderingen. Zij hebben relatief gezien het meeste moeite met de transitie naar een duurzamer bedrijf. Voor de rest is de branche redelijk on track wat betreft de verduurzaming.

DossiersBenodigde vaardigheden als gevolg van verduurzaming.
Koudetechniek• Kennis van duurzame installatietechnieken zoals de warmtepomp
• Kennis van circulair denken en doen, met hulp van concrete projecten uit de praktijk
• Kennis van het belang van energiezuinigheid en manieren om dit te bereiken, zoals de overgang naar natuurlijke koudemiddelen.
Werkvoorbereiding• Kennis van circulair denken en doen, met hulp van concrete projecten uit de praktijk
• Kennis van het belang van energiezuinigheid en manieren om dit te bereiken
Service & Onderhoudstechniek• Kennis van circulair denken en doen, met hulp van concrete projecten uit de praktijk
• Kennis van het belang van energiezuinigheid en manieren om dit te bereiken
• Ontwikkelen van vaardigheden m.b.t. het verlenen van energie & duurzaamheidsadvies,
• Kennis hebben van inhoud en mogelijkheden van energietransitie.
Elektrotechnische Installaties • Kennis van nieuwe duurzame installatietechnieken
• Kennis van circulair denken en doen, met hulp van concrete projecten uit de praktijk
• Kennis van het belang van energiezuinigheid en manieren om dit te bereiken.
Werktuigkundige Installaties• Kennis van nieuwe duurzame installatietechnieken
• Kennis van circulair denken en doen, met hulp van concrete projecten uit de praktijk
• Kennis van het belang van energiezuinigheid en manieren om dit te bereiken
• Ontwikkeling van adviesvaardigheden voor/kennis van energietransitie.

INHOUDSOPGAVE MACROTRENDS TECHNISCHE INSTALLATIES EN SYSTEMEN