Select Page

Elektrische vervoertuigen dragen bij aan de energietransitie

Energietransitie

 WAT HOUDT HET IN?

De mobiliteitsbranche vindt vermindering van CO2-uitstoot en het verbeteren van de luchtkwaliteit belangrijke redenen om elektrisch rijden in de komende twintig jaar verder te stimuleren.

Om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland te reduceren, zijn de opties naast elektrisch vervoer, hybrides (HEV) en plug-in hybrid electric vehicles (PHEV’s) ook het gebruik van duurzame biobrandstoffen, en van waterstof. Er zijn verschillende typen volledig elektrische voertuigen, ook wel zero-emission vehicles (ZEV) genoemd: full electric vehicles (FEV), battery electric vehicles (BEV) en waterstof-elektrische auto’s (FCEV).

Waterstof is een energiedrager in de mobiliteit, maar ook andere brandstoffen spelen een rol bij duurzaamheid. Methanol is ook als grondstof in te zetten voor de vergroening van de industrie. Methanol kan ook aan klimaatneutraal rijden bijdragen, bijvoorbeeld op het gebied van verbrandingsmotortechniek.

Op dit moment groeit de elektrischevoertuigenmarkt. Een voorwaarde voor een succesvolle transitie naar elektrisch rijden is voldoende laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen.

Eind juli 2020 telde Nederland 307.869 elektrische voertuigen. In juli 2020 werd de honderdduizendste plug-in hybride elektrische personenauto geregistreerd waarvan – volgens de Rijksdienst voor Ondernemen – ruim 5.000 elektrische bedrijfsvoertuigen zijn. In augustus 2020 verscheen de vijftigduizendste elektrische bromfiets op de Nederlandse wegen (Nederland elektrisch, 2020).

Naast de inzet van elektrische voertuigen spelen meerdere onderwerpen een rol bij duurzaamheid.

Voorbeelden op dit gebied zijn:

  • Stimuleringsmaatregelen om mensen over te laten stappen op andere duurzame vervoerswijzen. Bijvoorbeeld individueel vervoer, zoals de (elektrische) fiets. De fietsleaseregeling die begin 2020 van kracht werd, leidt daadwerkelijk tot meer fietsgebruik voor woon-werkverkeer.
  • De snorfiets is de eerste volledig elektrische mobiliteitsvorm, zoals afgesproken in het klimaatakkoord. De bromfiets volgt later, omdat men die – in tegenstelling tot de snorfiets – voor de gehele Europese markt produceert. In 2025 mag men geen nieuwe snorfietsen meer verkopen die op benzine rijden. Het streven is om vanaf 2030 ook de verkoop van bromfietsen op benzine te verbieden.
  • Het openbaar vervoer investeert in schone en zuinige bussen voor de reductie van de uitstoot van schadelijke emissies.
  • De deeleconomie speelt ook een rol bij duurzaamheid. Een ontwikkeling hierin is mobility as a service (MaaS). Hierbij draait het om het gebruik van verschillende vervoersmiddelen ((deel)fiets, ov, deelauto, (water)taxi, huurconcepten) op basis van de beste reisinformatie en de voorkeuren van de gebruiker.

WAT VERANDERT ER?

BOVAG voorspelt dat in 2025 maar liefst 30 procent van alle nieuwe auto’s elektrische zal zijn. In 2030 zou dit 75 procent kunnen zijn. Dat betekent dat er in 2030 zo’n 1,5 miljoen elektrische auto’s op de Nederlandse wegen zullen rondrijden (Automotive Academy, z.d.-c).

Bij de nieuwverkopen in 2020 is het aandeel volledig elektrische (20 procent) en hybride auto’s (18 procent) hoger dan in 2019. Daartegenover staat een sterke daling van het aantal nieuw verkochte dieselauto’s (ECORYS, 2021).

Het staat vast dat de elektrisch aangedreven auto een belangrijke rol gaat vervullen in de toekomstige mobiliteit. De autobranche investeert stevig in duurzame technieken, zoals batterij-elektrisch en waterstof-elektrisch, maar ook in hybrides en PHEV’s (plug-in hybrid electric vehicles). Ze investeren ook in veel zuiniger en schoner brandstofmotoren en het gebruik van biobrandstoffen (RAI, 2020).

Ronny Klein Koerkamp, AeresTech

Landbouw, dat het meer elektrisch wordt dat is zeker, maar in wat voor mate nog niet.

Hybride en PHEV-voertuigen hebben 20 procent minder onderhoudsbehoefte door de toegenomen kwaliteit. De onderhoudsintervallen zijn langer. Volledig elektrische voertuigen hebben 50 procent minder onderhoudsbehoefte. Door alle elektronische systemen is er minder onderhoud nodig en minder schadeherstel. Maar als er schade is, dan is het repareren over het algemeen complexer.

Voor het repareren van PHEV- en hybride voertuigen is ook mechanisch gereedschap nodig. Omdat de onderdelen minder last hebben van slijtage, gebruikt men dit gereedschap minder intensief dan bij benzine- en dieselauto’s.

Elk autobedrijf krijgt ook te maken met de vraag wanneer te investeren in elektrotechnische apparatuur. Indien bedrijven kiezen voor reparaties van elektrische voertuigen, moeten ze daar ook rekening mee houden bij het inrichten van de werkplaats (Innovam, 2019).

Een volledig elektrische auto heeft nauwelijks draaiende motoronderdelen. De auto’s hebben geen bougies en filters en ook de versnellingsbak ontbreekt. De meest slijtagegevoelige delen van deze auto’s zijn de accu’s en de banden. Een grote beurt aan een elektrische auto bestaat uit banden controleren, remmen schoonmaken, uitlijnen, de airco controleren en het interieurfilter vervangen. Dit is nog geen kwart van het onderhoud dat benzine- of dieselauto’s nodig hebben (Automotive Academy, z.d.-c).

De impact van elektrische auto’s is groot op veel gebieden, het heeft ook impact op aftersales. Volgens BOVAG zal de impact van elektrische auto’s op aftersales ook groot zijn. Uiteraard duurt het even voordat het gehele wagenpark vervangen is door elektrische auto’s. Dat zal ergens tussen 2040 en 2050 zijn. Op het gebied van aftesales is het belangrijk om nieuwe, winstgevende diensten te ontwikkelen en te vermarkten, en actief onderhoud en reparaties te verkopen (BOVAG, 2018).

Andere elektrische voertuigen
Behalve het gebruik van elektrische auto’s groeit ook het gebruik van elektrische fietsen. Die groei gaat niet zozeer over duurzaamheid, zoals bij elektrische auto’s. Elektrisch fietsen begon voornamelijk voor ouderen. Voor mensen met een slechte gezondheid, die wel wilden fietsen en die de zekerheid wilden hebben dat ze thuis konden komen. Elektrisch fietsen is verschoven naar een steeds jongere doelgroep. In 2020 is het gebruik van de e-fiets fors gestegen, vooral bij mensen onder de 65 jaar. Er zijn nu ook meer soorten elektrische fietsen, zoals mountainbikes, racefietsen en bakfietsen. De gehele fietsbranche verandert naar grotendeels elektrische fietsen.

Elektrische landbouwvoertuigen komen er ook steeds meer.

“Landbouw, dat het meer elektrisch wordt dat is zeker, maar in wat voor mate nog niet.”
– Ronny Klein Koerkamp, AeresTech

“Die motor wordt steeds complexer en elektronischer.
– Michel Voorwinde, Vereniging importeurs van verbrandingsmotoren

    WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER UIT DE PRAKTIJK?

    • De Elektrische Autogarage is speciaal ingericht op het onderhouden en repareren van elektrische en hybride auto’s. Daarvoor zijn alle materialen beschikbaar. De monteurs zijn expert op het gebied van elektrische auto’s van alle merken. Wie schade heeft, kan haar of zijn auto daar vakkundig laten repareren (De Elektrische Autogarage, z.d.).
    • Smits Auto onderhoudt hybride en elektrische auto’s. Elektrische auto’s bevatten een aantal technieken die auto’s met traditionele brandstoffen niet hebben. Deze nieuwe technieken hebben de monteurs van Smits Auto onder de knie (Smits Auto, z.d.).
    • Ook bij ServiceOnly kan men voor het onderhoud aan hybride en elektrische auto’s terecht. Ze hebben de kennis in huis om het onderhoud goed uit te voeren. De monteurs hebben de benodigde opleidingen gevolgd om de hybride en elektrische auto’s te onderhouden (ServiceOnly, z.d.).

    WAT IS DE IMPACT VAN ELEKTRISCHE VOERTUIGEN OP HET WERKVELD?

    Werkzaamheden veranderen
    Voor autobedrijven die veel elektrische voertuigen in onderhoud hebben, zullen de gevolgen substantieel zijn en bovendien snel merkbaar. Autobedrijven die zich voornamelijk richten op het onderhoud van oudere, niet elektrische auto’s ondervinden minder gevolgen, maar het is een kwestie van tijd voordat ook zij de samenstelling van hun wagenpark in onderhoud zien veranderen ten gunste van elektrisch aangedreven voertuigen (BOVAG, 2021a). 

    Niet alleen leidt het werk aan elektrische voertuigen tot circa de helft minder uren in de werkplaats, het soort werk verandert ook. De autotechnicus moet een elektrotechnicus zijn. Wellicht deelt hij zijn werk met een automonteur die de specifieke autowerkzaamheden oppakt, zoals banden en ruitenwissers vervangen, en remmen, lampjes en dergelijke controleren. Er ontstaat dan een verdeling in de werkzaamheden. De werkzaamheden hoeft men ook niet meer in een en hetzelfde bedrijf uit te voeren (Academie Engineering en Automotive, 2020).

    Door de groei van het aantal elektrische auto’s zal er een verschuiving van kennis en vaardigheden komen. De kennis op mechanisch gebied zal plaats gaan maken voor kennis en vaardigheden op het gebied van elektronica. De toekomst van autotechnicus vraagt om specialistische kennis.

    De werkzaamheden veranderen van onderhoud plegen aan de hele auto, naar bijvoorbeeld het vervangen van een batterij en reparatie aan batterijen en elektromotoren.

    “De elektrische auto is veel onderhoudsarmer, maar heeft een andere onderhoudsbehoefte. Bij elektrische auto’s kunnen ze eigenlijk niets meer repareren, maar wel dingen vervangen, onderdelen of componenten vervangen. Accu kapot? Vervangen. Elektromotor kapot? Vervangen. Het is dus een heel ander soort beroep geworden dan tien of twintig jaar geleden. Dat was een periode waarbij je nog wel eens een motor uit elkaar moest halen.”
    Paul de Vries, Digital Care Dealer Workshop

    “Onderhoud wordt meer banden en bijvullen. Reparatie wordt daarentegen juist complexer, meer digitaal, en onderdelen worden voor een deel meer vervangen. Dit in combinatie met werken onder hoogspanning zorgt ervoor dat monteurs meer worden verbonden aan voorschriften vanuit de fabrikant. Voor werken aan Elektrische voertuigen (EV’s) komt er dus een competentie bij, namelijk risicoanalyse en het zich houden aan veiligheidsvoorschriften. Daardoor krijgt een monteur een grotere verantwoordelijkheid naar zijn organisatie. Dat is lastig voor een deel van de monteurs, want zij worden zelf meer verantwoordelijk voor besluitvorming bij voertuigen. Dit is niet direct een ‘hoger niveau’, maar het is zeker een ‘ander niveau’.”
    – Chris van Dijk, RAI Vereniging

    De aanpassingen van de werkzaamheden variëren per periode (jaar) en per vorm van het (elektrische) voertuig. Innovam geeft bijvoorbeeld aan dat in 2025 30 procent van de werkzaamheden aan een elektrisch voertuig van elektrotechnische aard is en 70 procent van mechanisch aard. Het aandeel elektrotechnische versus mechanische werkzaamheden verschilt per soort elektrisch voertuig.

    In 2030 zijn er 5 procent meer elektrische auto’s, in 2040 25 procent. In totaal groeien de elektrotechnische werkzaamheden ten opzichte van de mechanische werkzaamheden bij elektrische auto’s maar ook voor een PHEV- of hybride aandrijving (Innovam, 2019).

    De werkzaamheden op het gebied van andere elektrische voertuigen, zoals elektrische fietsen, veranderen natuurlijk ook.

    Benodigde vaardigheden
    De toename van het aantal elektrotechnische werkzaamheden vraagt om een technicus met specifieke kennis en ervaring. Er is veel behoefte aan mensen met affiniteit voor elektrotechniek en ICT. U kunt bijna stellen dat de autotechnicus van de toekomst een soort ICT’er is. Veel medewerkers moeten een opleiding volgen op het gebied van elektronica. Het bijhouden van technische kennis is belangrijk om storingen te kunnen oplossen (Innovam, 2019). De medewerkers op het gebied van technicus voertuigen en mobiele werktuigen hebben de technische kennis en vaardigheden nodig voor dit werk. Ze moeten klaar zijn voor de nieuwe technieken.

    Bij Elektrische Voertuigen (EV’s) zijn de processen anders en je hebt ook andere kennis en vaardigheden nodig, en sowieso worden de auto’s an sich complexer. Het wordt dus complexer en voor een deel behoeft dat hoger opgeleiden op mbo-niveau.”
    – Chris van Dijk, RAI Vereniging

    Ook de verkopers van elektrische auto’s moeten meer kennis hebben. Ze moeten up-to-date zijn en kennis hebben van de meest recente technologische stand van zaken. Dus in het algemeen moeten ze in verband met gesprekken (communicatie) meer kennis hebben van de verschillende soorten auto’s. Als goede verkoper moeten ze kennis van het product kunnen weergeven, zodat ze een product kunnen verkopen.

    “De beroepsbeoefenaar, degene die op verkoopniveau zit, moet ook meer kennis hebben over elektrische auto’s.”
    Paul de Vries, DCDW

    Door de diverse technologische ontwikkelingen en de groei van het aantal elektrische voertuigen verwacht men dat een automonteur meer kennis nodig heeft dan bijvoorbeeld alleen van de elektrische aandrijving. Om de tech-heavy auto’s te kunnen blijven onderhouden, moet de autotechnicus over steeds meer kennis beschikken van de verschillende technologieën om de auto’s te kunnen onderhouden.

    Bij elektrische fietsen gaat het ook om nieuwe functies en om meer technische kennis en vaardigheden. Voor de systemen (bijv. motoren, trapsensor, controller, batterijen) en hun functies moet je kennis opdoen, ook kennis van reparatie en onderhoud. Je moet meer vaardigheden hebben en verschillende typen elektrische fietsen kunnen repareren.

    Ook op het gebied van nieuwe soort fietsen, dat trekt ook door in reparatie en onderhoud. Niet alleen het systeem zelf kennen, maar ook hoe reparaties en onderhoud aanpassen hierop. Ondanks de nieuwe technieken zal ook altijd de oude systemen blijven bestaan, die nieuwe komen erbij. Wat je moet leren wordt steeds breder. Men moet op verschillende manieren iets kunnen oplossen.”
    Gerke Vlassak, Fietswereld Vlassak

    De technieken van elektrische fietsen zal ook altijd verder blijven ontwikkelen en veranderen. Als er weer nieuwe technieken zijn, moet men die kunnen uitvoeren.

    “Het is belangrijk dat iemand weet dat je een leven lang moet blijven leren, jezelf moet blijven ontwikkelen. Leren hoe eerder verworven kennis toe te passen is op de nieuwe gebieden.”
    Gerke Vlassak, Fietswereld Vlassak 

    Ook op het gebied van elektrische landbouwvoertuigen en motortechniek heeft men nieuwe kennis nodig.

    “Ik denk vaardigheden nog niet zozeer. De monteurs die nu werkzaam zijn in de mechanisatie zijn al redelijk (op oude technieken) geschoold. Kennis leren/opdoen is wel belangrijk. Meer en bredere kennis is nodig. De elektrische (en ook ICT-) kennis zal veel meer moeten toenemen. De basiskennis van de technieken moet ook aanwezig blijven.”
    Ronny Klein Koerkamp, AeresTech 

    “Welke brandstof op het gebied van de verbrandingsmotor, dat heeft ook invloed op de werkzaamheden en procedures naar aanleiding van waar de persoon werkt. Bijvoorbeeld als een persoon werkt in een bedrijf waar heel veel generatoren gemaakt worden. Generatoraandrijvingen, hoe werkt die generator?“
    Michel Voorwinde, Vereniging importeurs van verbrandingsmotoren

    INHOUDSOPGAVE MOBILITEIT