Samenvatting Mobiliteit
Samenvatting Mobiliteit
Smartification
Smart data
De connected vehicle is een voertuig dat digitaal kan communiceren met andere objecten, bijvoorbeeld één of meerdere netwerken, andere voertuigen, de fysieke infrastructuur waarin het voertuig rijdt en met een willekeurig aantal slimme apparaten, apps, etc. De connected vehicle is een digitaal data gestuurd voertuig.
Branche organisatie BOVAG voorspelt dat in 2030, 80 procent van de nieuwe auto’s een connected vehicle is. De toenemende software- en connected car toepassingen leveren veel voertuig- en gebruikersdata op.
De diagnose op afstand van de connected vehicle vraagt om nieuwe apparatuur en nieuwe vakkennis. Moderne voertuigen zijn en worden steeds slimmer. Mobiliteitsbedrijven zullen moeten zorgen dat ze meegaan met de ontwikkelingen van de connected vehicle.
ICT- en kennis en vaardigheden van nieuwe technologieën worden belangrijker. Met name diagnosevaardigheden zijn belangrijk, met hieraan gekoppeld het lokaliseren en verhelpen van storingen door herstel of reparatie.
De connected vehicle maakt steeds meer gebruik van Over The Air (OTA) technologie; het verzenden en ontvangen, maar ook uitwisselen en delen van (voertuig)data via netwerken.
OTA is in de toekomst niet weg te denken en zal een fact of life zijn in de toekomstige werkplaatsen van de mobiliteitsbedrijven. Van steeds meer connected vehicles kan men op afstand data uitlezen, analyseren en updaten. Ook het diagnosticeren van storingen is mogelijk op afstand en kunnen opgelost worden door OTA-commando’s te zenden of de software aan te passen.
Het mobiliteitsbedrijf dat zich richt op OTA heeft te maken met complexe, geavanceerde systemen die per merk, type en uitvoering van voertuigen kunnen verschillen. Voertuigen hebben eigen, typerende systemen en bijbehorende, unieke software.
De wijze waarop data uit voertuigen in de toekomst te gebruiken zijn voor de optimalisatie van het onderhoudsproces gaat een grote rol spelen. Belangrijk wordt zorgvuldig te bepalen welke kennis, equipement (systemen) en toegang tot data relevant zijn voor het diagnose stellen en verhelpen of repareren van storingen.
Er zullen voldoende hoogopgeleide technici benodigd zijn om de complexe storingen die ontstaan door het stapelen van softwaretoepassingen te kunnen oplossen.
Digital services
Digitalisering speelt niet alleen een rol in de voertuigtechniek. Ook digital services, in contact staan met de klant, is steeds belangrijker. Digital services biedt kansen voor geautomatiseerde productieprocessen, het personeelsbestand en de onderhoudsdiensten.
Digitale kanalen zorgen ook voor een goede binding met de klanten door up to date informatie. Een goede website die hierop inspeelt is even zo belangrijk.
Digitalisering verandert de manier waarop gewerkt wordt op bijvoorbeeld het gebied van klantcontact, sales en aftersales. De benodigde kennis en vaardigheden voor deze verschillende taken veranderen hierdoor.
Co-botisering
Industrial robots
Bij autonoom autorijden gaat het hoofdzakelijk om de zelfrijdende personenauto die zonder menselijk ingrijpen zelfstandig kan navigeren van A naar B. Autonoom autorijden kent door de technologische ontwikkelingen inmiddels vijf verschillende niveaus.
Tot 2040 blijft de impact op de mobiliteitsbranche van echte autonome (volledig zelfrijdende) auto’s naar verwachting beperkt. Het aandeel semi-autonome auto’s zal wel toenemen. Om (semi)autonoom autorijden mogelijk te maken moeten auto’s uitgerust zijn met Advanced Driver Assistance Systems (ADAS). ADAS is niet alleen gericht op autonoom rijden, maar heeft meerdere rollen en diverse vormen om de bestuurder te assisteren tijdens het rijden.
Vooralsnog lijkt het erop dat het merendeel van de mobiliteitsbedrijven auto’s met ADAS kunnen servicen, diagnosticeren en repareren. Op de lange termijn zorgt ADAS in combinatie met de elektrificering wel voor verandering, met name van de aard van de werkzaamheden in de werkplaats. Van minder mechanische naar meer elektrotechnisch en elektronisch werkzaamheden.
Het onderhoud en de reparatie van ADAS vraagt om specialistische kennis. Een autofabrikant ontwikkeld zijn eigen systemen voor het ondersteunen van de bestuurder, waardoor specialistische technische kennis en apparatuur nodig is bij reparatie of vervanging van ADAS systemen of componenten.
Technici op het gebied van ADAS moeten kennis hebben van de systemen, en toegang hebben tot de data om adequaat te kunnen onderhouden en repareren.
Duurzame wereld
Energietransitie
Om de uitstoot van broeikasgassen in de Nederlandse mobiliteit te reduceren, zijn de opties naast electric vehicles (EV’s), hybrid electric vehicles (HEV’s) en plug-in hybrid electric vehicles (PHEV’s), ook het gebruik van duurzame biobrandstoffen en waterstof.
BOVAG voorspelt dat in 2025 maar liefst 30 procent van alle nieuwe auto’s een vorm van elektrisch rijden zal zijn. In 2030 kan dit oplopen naar een aandeel van 75 procent.
De toename van elektrische auto’s heeft invloed op de onderhoudswerkzaamheden. Niet alleen leidt het werk aan elektrische auto’s tot circa de helft minder uren in de werkplaats, de aard van de werkzaamheden verandert ook. De autotechnicus moet meer een elektrotechnicus zijn. Daarnaast gaat het bij elektrische auto’s ook om nieuwe functies en bijbehorende technische kennis en vaardigheden. Dat geldt ook voor andere voertuigen zoals elektrische fietsen, scooters en bedrijfswagens.
Circulaire economie
Een circulaire economie is gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen en producten. Het gaat over reduce, re-use en recycling. Om producten optimaal duurzaam te kunnen gebruiken en grondstoffen te kunnen herwinnen uit producten, is het ook noodzakelijk dat ze circulair zijn ontworpen.
Bedrijven in de mobiliteitsbranche moeten rekening houden met de circulaire economie en hoe de werkzaamheden aangepast gaan worden. Om een circulaire economie te kunnen realiseren, is het belangrijk over de eigen grenzen, kaders en sectoren heen te kijken.
Participatie economie
Deeleconomie
Mensen hechten minder aan bezit, het delen van mobiliteit is inmiddels bekend. De deeleconomie gaat uit van access over ownership. In steeds meer Nederlandse plaatsen verschijnen naast deelauto’s ook deelfietsen en deelscooters. Mobility as a service (MaaS) is een onderdeel van de deeleconomie. Het is de combinatie van de auto met alle andere vormen van vervoer, zoals openbaar vervoer, fietsen, scooters en taxi’s.
De belangrijkste kenmerken op het gebied van MaaS zijn van bezit naar gebruik, wagenparkbeheer, contractafspraken, deelauto’s en de leasemaatschappij. Een ambitie van MaaS is ook om het autobezit te reduceren om de inzet van mobiliteit optimaal te benutten.
De deeleconomie en MaaS hebben waarschijnlijk weinig invloed op de kennis en vaardigheden van onderhoud en reparaties van voertuigen. Wel moet nagedacht worden over hoe de onderhoudsservice aan de eigenaar van het voertuig aangeboden gaat worden.
Humanisering
Personalisering
De behoeften van consumenten en het bedrijfsleven veranderen. Ze verwachten meer service en klantgerichtheid. Ook zijn ze directer in de communicatie en oriënteren ze zich vaker online.
De mobiliteitsbedrijven moeten rekening blijven houden met de veranderende behoeften van hun klanten. Die behoeften kunnen verschillen per doelgroep.
Inspelen op de veranderende behoeften is vereist, door andere vormen van inhoudelijke communicatie, en door diverse vormen van digitale communicatie.
Een mogelijkheid hiervoor is van een push naar een pull scenario. Dat is een strategie waarbij alle processen binnen het bedrijf zich richten op waarde toevoegen voor de klant. Die strategie moet kunnen worden uitgevoerd op onder andere de sales en aftersales activiteiten van mobiliteit.
Economische ontwikkelingen
De omzet in de auto- en motorbranche is in het eerste kwartaal van 2021 vergeleken met hetzelfde kwartaal in 2020 met 0,8 procent gedaald. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2019 was de daling nog groter; 2,8 procent. Het aantal elektrische fietsen en nieuwe snor- en bromfietsen stijgt juist t.o.v. van de jaren daarvoor. Een sterke stijging in 2020 t.o.v. 2019.
Het aantal vacatures in de auto- en motorbranche is wel weer toegenomen. In het eerste kwartaal van 2021 noteerden de ondernemers in de branche 3,1 duizend vacatures, een kwartaal eerder (eind 2020) waren dat er nog 2,6 duizend.
Tijdens de BOVAG coronamonitor van begin 2021 geeft wel 20 procent van de bedrijven aan dat ze verwachten afscheid te moeten nemen van medewerkers. Het betreft vooral werkplaatsmedewerkers (58 procent) en kantoormedewerkers (33 procent). Het betreft ook kantoorpersoneel, medewerkers van aanvullende diensten als bijvoorbeeld receptie en mbo studenten (BOL/BBL) (BOVAG, 2021).