Select Page

Meer inzet en gevolgen van energietransitie

Energietransitie

WAT HOUDT HET IN?

Transport en Logistiek staat als sector voor de opgave om aan de duurzaamheidsuitdagingen te voldoen.

In het kader van het klimaatverdrag van Parijs heeft de Europese Unie namens alle lidstaten harde toezeggingen gedaan om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 40 procent te verminderen ten opzichte van 1990. Voor logistiek is de opgave het ontwikkelen en implementeren van de combinatie van nieuwe technologieën en brandstoffen, gedragsverandering en logistieke optimalisatie (Topsector Logistiek, 2019).

Vrachtwagens vormen 1 procent van het wagenpark in Nederland, maar zorgen voor 19 procent CO2-uitstoot en 34 procent NOx-uitstoot van het wegverkeer. Verduurzaming van de logistieke sector is daarom van groot belang voor het behalen van de klimaatdoelen. Naast klimaatverandering is luchtkwaliteit (roet, fijnstof en stikstof) ook een reden om logistieke ketens te willen verduurzamen. De luchtkwaliteit in diverse Nederlandse steden is problematisch (Nederland elektrisch, 2020a).

“Vervoer van vracht zal nog steeds nodig blijven, maar er zal wel nog steeds meer nagedacht worden over hoe kunnen we dat nog duurzamer, veiliger en milieubewuster gaan toepassen. Dus dat is denk ik wat nog steeds een grote vlucht gaat nemen. Ook door de economische situatie waar bedrijven zich nu in bevinden, is men wel gedwongen om daar verder goed over na te gaan denken en gepaste maatregelen te gaan nemen.”
Eus Strik, ROC van Amsterdam

Regulering vanuit de Europese Unie en de nationale overheid brengt de transitie van zero-emissiewegtransport op gang. Voorbeelden van de afspraken:

  1. CO2-emissienormen voor vrachtvoertuigen. In de eerste helft van 2019 zijn Europese CO2-emissienormen voor vrachtwagens aangenomen. Daardoor zijn vrachtwagenbouwers verplicht om in vergelijking met 2019 de CO2-uitstoot van nieuwe vrachtwagens in 2025 met gemiddeld 15 procent te verminderen, en in 2030 met 30 procent. Om aan deze normen te voldoen, zullen fabrikanten naar verwachting ook zero-emissievoertuigen gaan produceren.
  2. Zero-emissiezones. In het klimaatakkoord is de ambitie vastgelegd om in 2025 minimaal 30 tot 40 Nederlandse steden emissievrij te bevoorraden. Daarbij geldt tot 2030 een overgangsregeling voor Euro VI-vrachtwagens die niet ouder zijn dan 5 jaar (bakwagens) of 8 jaar (trekkers).
  3. De Europese Alternative Fuels Infrastructure Directive schrijft lidstaten voor werk te maken van de uitrol van tank- en laadinfrastructuur voor duurzame vervoersvormen. De Nationale Agenda Laadinfrastructuur heeft tot doel de totstandkoming van een integraal plan voor een dekkend netwerk van laadinfrastructuur in Nederland te borgen. Daarbij is er ook aandacht voor passende voorzieningen voor de logistieke sector (Nederland elektrisch, 2020b).

De logistieke sector kan ook verduurzamen door ketenoptimalisatie. Door het beter en slimmer combineren, consolideren en plannen van zendingen kun je een hogere beladingsgraad bereiken. Minder (lege) kilometers betekent minder CO2-uitstoot. De randvoorwaarden voor echte besparingen zijn een sterk netwerk met voldoende lading. Samenwerking is hierbij essentieel. Logistiek is pas echt duurzaam als verschillende partijen in de keten, inclusief concurrenten, gaan samenwerken (horizontale samenwerking). Ook samenwerking tussen verschillende schakels in een logistieke keten en tussen verschillende ketens (verticale samenwerking) kan leiden tot een verdere verduurzaming van de sector (ING, z.d.).

WAT VERANDERT ER?

CO2-emissie voor vrachtvoertuigen. Het belangrijkste technologische veld op het gebied van verduurzaming van het wegvervoer zijn alternatieve brandstoffen. Voor het wegvervoer zijn dat een verbrandingsmotor op biobrandstoffen en elektrische aandrijving op accu of waterstof. De technologie kent nu nog beperkingen, en de opname is vooralsnog zeer beperkt. De verwachting is dat circa 3 procent van de nieuw verkochte vrachtvoertuigen in 2025 elektrisch aangedreven zal zijn (SOOB, 2020).

In Nederland waren in 2020 ongeveer 852.000 Nederlandse bestelwagens en 140.000 vrachtwagens op de weg. Slechts 0,3 procent daarvan reed elektrisch. Men verwacht binnen afzienbare tijd een omslag, onder meer vanwege de komst van zero-emissiezones in 2025. De grootschalige overgang naar elektrisch vervoer zal het snelst zichtbaar zijn bij lichte voertuigen in stedelijk gebied (Nederland elektrisch, 2020a en 2020b).

Elektrische voertuigen dragen bij aan duurzaamheid. Het aandeel elektrische zware voertuigen is begin 2021 nog nagenoeg nihil. In de stad rijdt ongeveer 0,5 procent volledig elektrisch. Bedrijven zullen pas overwegen om over te stappen als elektrisch rijden goedkoper is dan rijden op diesel. De prognoses voor dit kantelpunt lopen in studies uiteen van 2023 tot 2028. Truckfabrikanten zijn inmiddels gestart met de serieproductie van elektrische vrachtwagens die een steeds grotere range krijgen.

Een ontwikkeling die parallel loopt, is de toenemende mogelijkheid tot laden op hoge vermogens. Daarmee is het interessanter om ook langere afstanden elektrisch te rijden. ElaadNL maakt scenario’s over de groei van elektrische voertuigen. Het aandeel elektrische trucks voor stadslogistiek ten opzichte van fossiele

trucks schat men per 2035 op 83 procent (ongeveer 25 duizend voertuigen), en het aantal elektrische voertuigen buiten de steden op 42 procent (ruim 48 duizend voertuigen). Dit is buiten de steden dus een relatief lager percentage, maar een hoger absoluut aantal (Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur, 2021). 

Alternatieven voor elektrische trucks zijn trucks die rijden op waterstof (fuel cell electric vehicles) en plug-in hybrid electric vehicles (Elaad.nl, 2020).

Duurzaamheid houdt naast uitstootvrije vrachtauto’s in de binnensteden ook in het rijden op duurzame biobrandstoffen in de buitengebieden. En meer efficiëntie in de logistieke keten, waardoor vrachtauto’s minder kilometers maken.

Transport en Logistiek Nederland (TLN) ziet graag dat vanaf 2025 nieuwe vrachtauto’s in de Nederlandse binnensteden rijden die geen uitstoot meer hebben. Vrachtvervoer gaat daar dan dus elektrisch: met vrachtauto’s en bestelbusjes met een accu of een waterstoftank. TLN pleit hierbij wel voor een uitzondering voor bestaande voertuigen. Die moeten, afhankelijk van het bouwjaar, maximaal tot 2030 toegang houden tot de binnensteden. Zo kun je bestaande vrachtauto’s in de steden nog wat langer gebruiken en stimuleer je gelijktijdig de transitie naar elektrische voertuigen.

Buiten de steden ziet TLN graag dat voertuigen zo weinig mogelijk CO2 uitstoten, omdat volledig elektrisch rijden op lange afstanden voorlopig niet mogelijk is met elektrische voertuigen. Voor ritten in de buitengebieden zouden transportondernemers de beschikking moeten hebben over duurzame biobrandstoffen.

Groene logistiek kun je ook realiseren door bijvoorbeeld op kilometers te besparen: minder kilometers te rijden, en dus minder brandstof te verbruiken. Een praktische oplossing is het verhogen van de beladingsgraad van vrachtwagens. Dit gaat erom dat vervoerders bedrijfsprocessen afstemmen met zowel de verzenders als ontvangers van de goederen die ze transporteren. Daarmee voorkomen ze dat er bijvoorbeeld twee keer een halflege vrachtauto dezelfde rit maakt. Én zorgen ze ervoor dat dit een rit met een volle vrachtauto is. Want als vrachtauto’s minder kilometers rijden, stoten ze ook minder CO2 uit (Transport en Logistiek, 2020a).

De komende jaren zet de technische verduurzaming van het wagenpark zich wat onverminderd door. Het aantal door een batterij of brandstofcel aangedreven vrachtwagens zal langzaam toenemen. Maar de grote doorbraak vindt plaats bij de bestelbussen (Rabobank, 2021).

Zero-emissiezones binnensteden
In 2025 moeten dertig tot veertig gemeenten een binnenstedelijke zero-emissiezone voor stadslogistiek hebben. De zero-emissiezone geldt voor vrachtauto’s en bestelauto’s – ook bestelauto’s voor particulier gebruik.

Verschillende steden hebben zich al verbonden aan de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek (ZES). De ZES is de efficiënte en duurzame aanpak van het toenemende goederen- en dienstenvervoer binnen steden. ZES richt zich op minder CO2-uitstoot door minder vervoersbewegingen en de inzet van zero-emissievoertuigen. Zero-emissiestadslogistiek zorgt dat de groeiende economische activiteit niet ten koste gaat van de bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid in steden.

Een van de oplossingen is de zogenoemde last-mile-oplossing. Daarbij distribueer je de producten vanuit logistieke hubs op een duurzame manier van en naar locaties in de binnenstad. Naast het efficiënter maken van de logistieke keten is hierbij elektrisch rijden (zowel met batterij als met brandstofcel/waterstof en met diverse voertuigen, zoals fiets, auto en bakwagen) een van de potentiële manieren om het doel te behalen (Zero Emissie Stadslogistiek, z.d.).

Elektrificeren is een belangrijk onderdeel in de stedelijke distributie. In de logistieke branche zijn er steeds meer ‘last mile’ initiatieven van milieuvriendelijke voertuigen om de pakketjes af te leveren. Zo ontwikkelt VDL voor Picnic, een kleinere e-truck. Deutsche Post ontwikkelde de Streetscooter om de groeiende hoeveelheid pakketpost ook in binnensteden met strenge emissienormen te kunnen afleveren (Automotive management, 2019).

Gemeenten kunnen ruimte voor overslaglocaties aan de rand van de binnenstad of aan de ringwegen van grotere steden faciliteren. In deze hubs vinden bijvoorbeeld de overslagpunten van trucks of bussen naar kleinere elektrische auto’s of cargobikes plaats. Vanuit deze hubs kunnen logistieke partijen de last mile rijden met emissievrije voertuigen. Ook het zelf afhalen van goederen kan hier mogelijk zijn (bijvoorbeeld via smartlock en lockers). Dit betekent dat logistieke dienstverleners niet meer per se tot aan de voordeur van de klant of de consument door hoeven te rijden. Dat scheelt tijd en naar verwachting ook kosten. Deze overslag en levering via (micro)hubs is echter niet voor alle goederen mogelijk (Shopping Tomorrow, z.d.).

Er zijn al geruime tijd activiteiten op het gebied van stadsdistributie.

    “Hoe bevoorraden we nu en in de toekomst een grote stad als bijvoorbeeld Amsterdam. Met alle ontwikkelingen rond milieu, duurzaamheid, bereikbaarheid en veiligheid. Nou, daar zien we al wat langer dat er allerlei ontwikkelingen zijn. Aan de rand van een stad verrijzen hubs, waar goederen aangeleverd worden over de weg via de grote trucks. En vanaf de hub met elektrische auto’s, vaak in kleinere eenheden, gaat het de stad in en worden winkels en dergelijke bevoorraad. En ik denk dat dat alleen maar verder toe zal gaan nemen, om de stad bereikbaar te houden en ook veilig en duurzaam. Dat is in ieder geval een trend die zich nog veel meer gaat doorzetten.
    Eus Strik, ROC van Amsterdam

    Duurzame citylogistiek: hoe houden we de stad bereikbaar, hoe zorgen we ervoor dat er bevoorrading op een goede manier kan plaatsvinden en dat er vrachtwagens de stad in rijden? Ja, dat is verleden tijd, het moet allemaal wel nog bewuster en duurzamer worden.”
    Eus Strik, ROC van Amsterdam

    Openbaar vervoer
    In het bestuursakkoord Zero Emissie Bus zijn de betrokken partijen overeengekomen dat zij gezamenlijk streven naar een volledig emissievrij regionaal busvervoer in 2030. Vanaf 2025 moeten alle nieuwe ov-bussen zero emissie zijn. In december 2019 verwelkomden Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen de eerste elektrische bussen. Er rijden in Nederland nu al elektrische bussen en waterstofbussen.

    De Rotterdamse vervoerder RET heeft in november 2020 tussen de 35 en 50 nieuwe elektrische bussen en laadinfrastructuur besteld. In 2019 introduceerde RET al 55 volledig elektrische bussen. Om de duurzaamheid van het busvervoer te verbeteren, zijn er verder ook dieselhybride voertuigen ingezet. De volgende stap is om in 2030 alleen nog maar met zero-emissievoertuigen te rijden. De vervoerder heeft ervoor gekozen om in fases over te stappen op een vloot zonder bussen met uitstoot. Fabrikant VDL levert de voertuigen eind 2021. RET zet ze in vanuit de vestigingen Kleiweg, Krimpen aan den IJssel en Sluisjesdijk. Ze zijn uitgerust met een moderne inrichting en USB-laadpunten. Daarnaast zijn ze aanmerkelijk stiller dan de huidige dieselbussen en de uitstoot gaat direct naar nul (OVPro, 2020).

    WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER UIT DE PRAKTIJK?

    • Logistiek dienstverlener CB heeft al flinke stappen gezet op het gebied van duurzame distributie. Het bedrijf stelde als doel om vóór 2020 40 procent minder CO2– en 80 procent minder fijnstofuitstoot te realiseren. Dit doen ze door verschillende duurzame projecten op te pakken. Zo werken ze samen met andere vervoerders, zoals PostNL, om minder kilometers te rijden. Daarnaast levert CB in verschillende steden zendingen af aan de rand van de stad. Elektrische voertuigen van een lokale partner garanderen vervolgens CO2-neutrale aflevering en nul fijnstofuitstoot. Ook rijdt CB in thuisstad Culemborg met een eigen elektrische bakfiets en in Amsterdam-Centrum met een eigen elektrische bus (Zero Emissie Stadslogistiek, 2020b).
    • Hoe bevoorraad je supermarkten zo veel mogelijk emissievrij? In 2019 ging hiervoor een pilot van start. Inmiddels rijden er drie elektrische en twee door DAF en VDL ontworpen plug-inhybridetrucks. Die bevoorraden vanuit het distributiecentrum in Zaandam supermarkten in de buurt. De trucks kunnen ongeveer een half uur rijden, afhankelijk van de zwaarte van de lading, de te rijden afstand en de weersomstandigheden. Tussentijds opladen is dus noodzakelijk om de e-trucks de hele dag in te zetten (Zero Emissie Stadslogistiek, 2020a).
    • Mondial Movers is een landelijke verhuisorganisatie die als convenantpartner stevig inzet op elektrisch verhuizen in de regio Rotterdam. Elektrisch verhuizen raakt steeds meer ingeburgerd: zowel particuliere als zakelijke klanten maken gebruik van deze optie. Mondial Movers was in 2011 het eerste verhuisbedrijf dat een volledig elektrische verhuiswagen in gebruik nam. Sindsdien is het elektrische wagenpark verder uitgebreid. In de regio Rotterdam verzorgt Mondial R. Vlot & Zn. elektrische verhuizingen (Logistiek 10, 2021).
    • PostNL heeft de ambitie om in 2025 in 25 grote binnensteden de post en pakketten volledig uitstootvrij bij de klant te bezorgen. Daartoe vervangt het bedrijf de bestelbussen geleidelijk door duurzame voertuigen. PostNL is gestart met elektrische vrachtfietsen. In Rotterdam zijn fietsoverslagpunten ingericht, zodat het bedrijf van daaruit per elektrische fiets de post kan bezorgen en ophalen (Logistiek 10, 2019).
    • Breytner specialiseert zich in zero-emissievervoer met zwaardere voertuigen voor de last mile binnen de stad. Hiervoor maakt het bedrijf gebruik van omgebouwde elektrische vrachtwagens. Breytner voert voor verschillende verladers en vervoerders in de retail- en detailhandel het binnenstedelijk transport (in Rotterdam) emissieloos uit. Het logistieke concept ziet er als volgt uit: in plaats van leveringen vanuit het distributiecentrum direct naar meerdere locaties in Rotterdam, ontkoppelt Breytner een wissellaadbak aan de rand van de stad. De vervoerder rijdt tot aan de rand van de stad, waar Breytner met een zero-emissiebakwagen de wissellaadbak overneemt en de last-mileleveringen uitvoert (TNO, 2020).
    • De Rotterdamse vervoerder RET heeft in november 2020 tussen de 35 en 50 nieuwe elektrische bussen en laadinfrastructuur besteld. In 2019 introduceerde RET al 55 volledig elektrische bussen. Om de duurzaamheid van het busvervoer te verbeteren, zijn er verder ook dieselhybride voertuigen ingezet. De volgende stap is om in 2030 alleen nog maar met zero-emissievoertuigen te rijden (OVPro, 2020).

    WAT IS DE IMPACT VAN VERDUURZAAMDE WERELD OP HET WERKVELD?

    Werkzaamheden veranderen
    Op het gebied van de zero-emissiezones in binnensteden is logistiek verantwoordelijk voor de last-milebevoorrading via een hub en de retourstromen (reverse logistics). Het logistieke bedrijf werkt zelfstandig en/of samen met andere aan het ontwerpen, beheren, organiseren en realiseren van de logistieke taakstelling.

    Er zijn nu nog veel onderzoeken en projecten om uit te zoeken wat efficiënte alternatieven zijn voor de stadslogistiek. Het doel is om concrete oplossingen te bedenken, te onderzoeken en te testen voor nieuwe vormen van stadslogistiek. CILOLAB, het living lab voor duurzame stadslogistiek, draagt bijvoorbeeld bij aan de overgang naar een zero-emissiestadslogistieksysteem in 2025 door het onderzoeken, ontwikkelen en mogelijk maken van efficiëntere alternatieven voor de verschillende stadslogistieke segmenten (bijvoorbeeld retail, afval, bouw, horeca, express en pakketten, facilitair/service) (TNO, 2020).

    “Het slim nadenken over hoe krijgen we goederen in een grote stad, zoals Amsterdam en meerdere steden. Hoe houden we de stad bereikbaar en hoe zorgen we dat het leefbaar blijft, ook voor de mensen die daar wonen? Dus bedrijven moeten steeds meer nadenken, worden gedwongen om steeds meer na te denken over hoe kunnen we dat nou op die plek krijgen? Ik zie dat ze gaan nadenken over elektrische varianten, kleiner, duurzamer, milieubewuster. Dus een van de dingen waar ik aan denk is smart mobility. Smart logistics is eigenlijk ook het slimmer nadenken over hoe je logistieke processen op een goeie manier kunt inzetten en uitrollen, maar rekening houdend met de vraagstukken waar we nu mee zitten. Dat het duurzaam is, dat het veilig is, dat het het milieu niet belast, maar het juist ten goede komt. Die combinatie, dat zijn de dingen waar we echt nu mee te maken hebben.”
    Eus Strik, ROC van Amsterdam 

    Enerzijds is transport en logistiek verplicht CO2-emissieloos en duurzaam te werken, maar anderzijds moeten ze ook voldoen aan de klantbehoeften. 

    “De moderne mens is kritisch en heeft hoge verwachtingen. Maximale klanttevredenheid staat heel hoog en tegelijktijdig heeft zo’n stad ook te dealen met de leefbaarheid, het milieu, duurzaamheid, tekort aan woningen. Dus er moet ontzettend bijgebouwd worden. Dus ik denk dat al die ontwikkelingen bij elkaar logistiek dwingt om rekening te houden met die trends, om goed in te spelen op die ontwikkelingen en te zorgen dat je dan nog steeds een goed logistiek bedrijf blijft. Je bent gewoon gedwongen om aanpassingen te doen in je bedrijfsvoering, in de wijze waarop je met klanten omgaat, in de wijze waarop je je service aanbiedt.”
    Eus Strik, ROC van Amsterdam 

    Samenwerking tussen logistieke partijen heeft ook voordelen vanuit het oogpunt van efficiëntie en duurzaamheid. Het delen van ladingscapaciteit in vrachtwagens zorgt er bijvoorbeeld voor dat er minder vrachtwagens nodig zijn. Ook zou een vrachtwagen die goederen van een magazijn naar de stad brengt op de terugweg andere goederen de stad uit kunnen brengen.

    Synchromodaliteit
    Door het combineren van verschillende typen (modaliteiten) van transport en het efficiënt schakelen daartussen, ga je voor synchromodaliteit. Een voorbeeld is het opzetten van een mobiel distributiesysteem voor het leveren van pakketten. Synchromodaliteit inzetten betekent dat je een goed systeem moet ontwerpen waarin je de routes van vrachtwagens, treinen, boten, fietsen etc. aan elkaar kunt verbinden. Als het lukt om efficiënt te wisselen van transportmiddel is een multimodale, gesynchroniseerde logistieke keten verwezenlijkt.

    Een voorbeeld is het opzetten van een mobiel distributiesysteem voor het leveren van pakketten. Een vrachtwagenchauffeur brengt de pakketten naar een woonwijk en parkeert ze daar op een centrale locatie. Een bezorger levert de pakketten daarna per fiets af op de eindbestemming (Circulaire economie, z.d.).

    Benodigde vaardigheden
    Er zijn veel ontwikkelingen en aanpassingen om aan te sluiten bij de zero-emissiezones in binnensteden. Het is steeds complexer en er moet veel samenwerking plaatsvinden. Samenwerking is samen aanpakken en uitvoeren van de logistiek in de zero-emissiezones.

    Het goed nadenken over de oplossingen voor de juiste aanpak, die ook nog steeds aansluit bij de klantbehoeften, is ook belangrijk. Daar is veel inzicht en kennis voor nodig vanuit de beroepsbeoefenaar in de transport en logistiek branche. Zij moeten nadenken over de verbeteringen op het gebied van de duurzaamheid.

    “Er wordt verwacht dat je als werknemer nadenkt over hoe loopt het nu, kan ik daar in mijn rol verbeteringen in aanbrengen? Hoe zou dat dan kunnen en dan ben je ook bezig hoe je dat samen kunt doen. Want je kan uiteraard niet in je eentje, maar dat moet je samen aanpakken, en met de leidinggevende afspreken. Dat transport van dat pakje van plek A naar plek B, daar zitten allerlei partijen tussen. En we zien dat mensen die in die keten werkzaam zijn, daar wordt van verwacht dat je ook precies kunt zien en nadenkt over jouw aandeel. Jouw stukje heeft invloed op wat er daarna gebeurt. En dat wordt in de logistieke sector nog steeds belangrijker. Samenwerkingsgericht werken wordt nóg belangrijker gevonden. Nu is naast de inhoudelijke kennis die je moet hebben belangrijk dat je ook op die punten heel goed bent. Dus dat je erop gericht bent om klussen samen met anderen te klaren. Dat je je ervan bewust bent dat jouw aandeel mede bepaalt wat de uitkomst is, wat het resultaat is. Dus dat je ook anticipeert op dingen die er gaan gebeuren of zouden kunnen gaan gebeuren. Dus veel meer meedenkend, veel meer ook verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gedrag en eigen handelen.“
    Eus Strik, ROC van Amsterdam 

    Naast de zero-emissiezones verandert ook het type voertuigen om te voldoen aan de duurzaamheid. Die nieuwe voortuigen (o.a. elektrische en hybride) moet men dan ook op een andere manier kunnen besturen. Bij openbaarvervoerbedrijven moeten de medewerkers ook de vaardigheden aanpassen om bijvoorbeeld elektrisch of hybride te kunnen rijden.

    INHOUDSOPGAVE TRANSPORT EN LOGISTIEK