Sport voor iedereen
Gepersonaliseerde sport
• WAT HOUDT HET IN?
De laatste decennia zien we effecten van maatschappelijke ontwikkelingen zoals individualisering en flexibilisering in de sport. Meer mensen gingen buiten de vereniging om sporten en een gezonde leefstijl kreeg steeds meer aandacht. Meer bewegen is daarvan een belangrijk onderdeel. Door de COVID-19-pandemie is de aandacht in de maatschappij voor een gezonde leefstijl toegenomen. Een op de drie Nederlanders is bewuster bezig met zijn gezondheid. Ook zijn vier op de tien Nederlanders zich bewuster van de status van hun eigen gezondheid. Het Mulier Instituut voert in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de Monitor Sport en corona uit. Monitor Sport en corona II (november 2020) liet zien dat in het najaar van 2020 de sport- en beweegdeelname van volwassenen nog altijd lager was dan in de periode vóór corona. In Monitor Sport en corona III (2021) en IV (2021) kwam naar voren dat 39 procent nieuwe of andere sporten beoefende dan vóór corona: meer buiten en meer ongeorganiseerd.
De trend van individualisering in de maatschappij heeft ook invloed op sporten en bewegen. We zien dat Nederlanders steeds vaker alleen sporten. Drukke agenda’s, streven naar meer flexibiliteit en de motivatie om gezonder te willen leven, uiten zich in een toename van fitness/aerobics en inspannings- en duursporten, zoals fietsen en hardlopen. Twee onderzoeken beschrijven deze tendens. Het Mulier Instituut komt in zijn onderzoek9 tot de conclusie dat het percentage mensen dat in z’n eentje sport, is toegenomen van 38 procent in 2011 naar 42 procent In 2016. Daarbij blijkt dat hoe ouder de respondenten zijn, hoe meer ze in hun eentje sporten en bewegen. In de leeftijdsgroep van 20-49 jaar sport 41 procent alleen. Van de 65-plussers is dat 46 procent.
Recreatief wandelen en fietsen zijn ook onderzocht en laten hetzelfde zien: een lichte toename van mensen die dat alleen doen: van 30 procent naar 33 procent. Ook daar wandelen de ouderen met 38 procent vaker alleen dan de groep van 20 tot 49 jaar, met 29 procent. Het zal duidelijk zijn dat door de coronapandemie het alleen sporten niet zal zijn afgenomen.
Door bovenstaande ontwikkelingen is er een beweging naar steeds meer gepersonaliseerd sportaanbod. Zo gebruiken steeds meer mensen een sportapp die op basis van hun gestelde doelen, gewicht en activiteit trainingen beschikbaar stelt. Maar ook speciale crossfitprogramma’s of bootcamps schieten als paddenstoelen uit de grond.
“Mensen nemen minder genoegen met een massaproduct. Ook bij de sport verwachten ze dat het aanbod zo nauw mogelijk aansluit op hun voorkeuren.”
– Jan Hilhorst, Kenniscentrum Zwemmen
• WAT VERANDERT ER PER DOSSIER?
Individualisering in de sport
Eigen verantwoordelijkheid, zelfontplooiing, autonomie, eigen keuze en eigen regie zijn kernwoorden bij de individualisering. Naar verwachting sporten in 2030 minder mensen bij een sportclub en meer individueel of in zelf georganiseerde groepen. Het sportaanbod zal zich aan die vraag aanpassen. Naast maatschappelijke organisaties zoals sportverenigingen, kunnen scholen, ondernemers en seniorenorganisaties op deze ontwikkeling inspelen. Flexibeler omgaan met lidmaatschappen is een van de trends die zich daarbij aftekenen.
Inclusie van verschillende doelgroepen in de sport
Sporten en bewegen zou voor iedereen vanzelfsprekend moeten zijn. De afgelopen jaren werd de sport inclusiever, maar er is nog een lange weg te gaan.
Talloze sportonderzoeken laten zien dat mensen met een beperking, ouderen, mensen met een laag inkomen, de lhbti+-community en mensen met verschillende culturele achtergronden minder sporten én zich minder thuis voelen in de sport. De sportbranche organiseert en denkt vaak nog in traditionele indelingen, zoals leeftijd en geslacht.
Scroll terug naar boven en lees verder in de tweede kolom
Maar niet iedereen past in deze indelingen en dit kan belemmerend werken. Zij moeten eindeloos hun verhaal vertellen en daarbij steeds dezelfde vragen beantwoorden, zoals ‘hoe wil je behandeld worden, in welk team wil je spelen en waar wil je je omkleden?’ In de praktijk betekent dit dat deze sporters zich vaak nog niet thuis voelen in de sport én hier actief aan herinnerd worden. Idealiter neemt de sportwereld hier meer verantwoording in. Voor deze sporters zou het veel betekenen als trainers, coaches en scheidsrechters deze vragen voor eigen rekening zouden nemen en daarbij de belasting voor de sporter zelf verminderen. Een van de redenen waarom dit nog niet altijd gebeurt, is onwetendheid. Dus ook hier speelt educatie een belangrijke rol. Expert Kris Tuinier: “We kijken ook meer naar een complex vraagstuk. Hoe kunnen we ongelijkheid tegengaan door sport? Mensen kunnen daarmee aan de slag, want we hebben geen idee hoe de arbeidsmarkt eruit gaat zien. Het is ook lastig, want we kunnen niet te veel vooruitkijken. Dus we moeten competenties meegeven, samenwerken, jezelf ontwikkelen etc.”
Kris Tuinier, Instituut voor Sportstudies
De sport ging een tijd naar de randen van de stad. En nu zijn veel openbare ruimtes ingericht voor bewegen. Iemand die daar rondloopt om activiteiten te organiseren zou top zijn. Dat sport meer inclusief wordt.
Onder invloed van corona is on demand sporten steeds gewoner. Steeds meer mensen willen op hun eigen tijd en locatie sporten. Zo sporten steeds meer mensen thuis of via sportapps. Behalve dat sporten goed is voor de fitheid, is het ook ‘me-time’ en ontspanning na een lange werkdag. De veranderende wens van de sporter betekent ook dat de manier waarop de branche van oudsher sport aanbiedt, verandert. De langetermijncommitment van sporters aan bonden en verenigingen staat onder druk. Een lidmaatschapscontributie voor een heel jaar is minder vanzelfsprekend. Om ervoor te zorgen dat mensen langer en beter sporten, is er in het sportakkoord veel aandacht voor exclusiviteit en het toegankelijk maken van sport voor iedereen. Hierdoor zijn ook nieuwe functies ontstaan, zoals sportmakelaar en buurtsportcoach. Deze functies moeten de verbinding maken tussen de verschillende sportmogelijkheden en mensen die een bepaalde sport willen beoefenen. Ook het recent verschenen coalitieakkoord erkent de meerwaarde van sport. Zo staat erin: “We stimuleren sport en bewegen in het kader van het bevorderen van de gezondheid. Bij de sportvereniging begint een gezond leven. Daarom helpen we sportverenigingen om straks klaar te staan Nederlanders weer aan het sporten te krijgen. Hoe dit er dan precies uitziet, is vooralsnog onduidelijk, wel biedt dit kansen voor de gehele sector.”
Meerdere vormen van sport
Het is de kunst om dichter bij de belevingswereld van mensen te komen en te kijken wat hen motiveert om te gaan bewegen op hun eigen niveau. Elk individu heeft andere behoeften en wensen bij het aanbod van sportactiviteiten. Hierdoor ontstaan er steeds meer specialisaties in de sport, zoals bootcampinstructeurs of zumba-instructeurs, waarnaar steeds meer vraag is. Ook is het voor professionals belangrijk om zich het steeds bredere sportpalet eigen te maken. Daarbij spelen vaardigheden als flexibele werkhouding en creativiteit een rol. Denk aan verschillende buitensportactiviteiten waarbij sporters gebruikmaken van de normale infrastructuur. Zo is sporten voor consumenten – naast het behouden van een gezonde levensstijl – ook een leuke beleving, en dat zorgt ervoor dat ze het langer volhouden. Modderraces, bootcamps, buiten trainen, virtuele trainingen etc. zijn hier voorbeelden van. Daarbij voelt een work-out minder als een training, en meer als iets leuks. Het maakt trainen een soort van spel, in plaats van een ‘must’. Zeker na de COVID-19-pandemie is hier bij mensen veel meer behoefte aan.
• WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER VANUIT DE PRAKTIJK?
Gepast sportaanbod voor kinderen
Het Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) van Aalst stelt vast dat de problematiek van overgewicht/obesitas bijna 20 procent van de jonge kinderen treft. Een andere belangrijke vaststelling is dat de body mass index (BMI) die een kind op zesjarige leeftijd heeft, een voorspellende waarde heeft voor het overgewicht op latere leeftijd. Het is algemeen bekend dat beweging – naast gezonde voeding – essentieel is om de hoeveelheid vetvrije massa te behouden of te vermeerderen en zo het rustmetabolisme niet te laten dalen. Toch is het voor kinderen met overgewicht/obesitas moeilijk de stap naar regelmatige beweging te zetten. Vaak volgen kinderen met overgewicht/obesitas dit traject:
- Ze zijn trager in de lessen bewegingsopvoeding, doen het minder graag, voelen zich buitengesloten of uitgelachen, trekken zich wat terug, verliezen geloof in hun kunnen, krijgen minder kansen om motorisch vaardiger te worden, doen het nog minder graag, trekken zich nog meer terug, …
- Ze ontwikkelen een laag zelfbeeld en worden minder sociaal vaardig.
- In het secundair onderwijs vinden ze dan allerlei redenen om af te haken in de les lichamelijke opvoeding. Bovendien legt het reguliere sportaanbod in de vrije tijd snel de nadruk op competitie en ligt de lat er hoog. Motorisch minder vaardige kinderen voegen zich minder makkelijk in de groep. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is. Met als gevolg dat ze nog steeds weinig bewegen en op die manier hun overgewicht behouden of laten toenemen.
Scroll terug naar boven en lees verder in de tweede kolom
Op basis van deze vaststellingen wilde het CLB van Aalst een bewegingsaanbod voor (risico-)obese kinderen organiseren. De bedoeling was om de hindernis van ‘niet goed kunnen‘ of ‘uiterlijk’ weg te nemen. Het Multimove-concept bracht een variatie van activiteiten met aangepaste moeilijkheidsgraad en basisbewegingsvaardigheden. De kinderen kregen er de kans om succeservaringen op te doen.
Meer samenwerkingen in de zorg
Thuiswonende mensen met dementie bewegen minder dan leeftijdsgenoten. Ze bewegen vooral minder intensief, het niveau waarbij bewegen echt positieve effecten heeft op de fitheid en gezondheid. Het is voor hen lastig om mee te doen aan regulier aanbod, om de volgende redenen:
- ze hebben – zeker als de dementie verder gevorderd is – meer moeite met het volgen van aanwijzingen;
- ze kunnen vaak niet zelfstandig naar de activiteit;
- ze zijn onzeker over bewegen;
- dementie heeft ook invloed op de motoriek, wat mogelijk andere oefeningen en speciale kennis en aandacht van de begeleider vraagt.
Zo is het sportinitiatief ‘DOET’ ontstaan, dat samen met de zorg tot stand is gekomen, voor ouderen met dementie. Bij het realiseren van aangepast aanbod voor deze groep – en de financiering daarvan – kwam meer kijken dan bij leeftijdsgenoten zonder dementie. Het vergt meer inspanning en creativiteit: partners erbij betrekken die verantwoordelijkheid willen nemen, vinden en opleiden van voldoende begeleiders, regelen van vervoer en zorgen voor financiering.
• WAT IS DE IMPACT VAN GEPERSONALISEERDE SPORT OP HET WERKVELD?
Dat er in de samenleving meer vraag komt naar gepersonaliseerd aanbod van sport heeft een grote impact op het werkveld. Hoe ga je om met diversiteit? Inclusie is daarbij een belangrijk vraagstuk. Experts geven aan dat de opkomende sportcoördinatoren en bewegingsleiders sport er goed aan doen meer bewustzijn over dit onderwerp te creëren. De meeste mbo- en hbo-sportopleidingen besteden op verschillende momenten in de opleiding aandacht aan de thema’s sociale diversiteit en inclusie, blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut (2019). Daarbij gaat het om aspecten als meedoen en meepraten, sociale veiligheid en toegankelijkheid voor iedereen, gericht op het tegengaan van sociale ongelijkheid.
Tegelijkertijd kun je constateren dat inclusief sporten en bewegen lang niet overal een stevig onderdeel is van de basisopleidingen. Diversiteit en inclusie zijn voor de meeste studenten van sportopleidingen geen onderdeel van de kerncompetenties, maar eerder vrije keuzeonderdelen. Voor het behalen van de gestelde doelen in het deelakkoord ‘Inclusief sporten en bewegen van het Nationaal Sportakkoord, is expertise nodig van verschillende vormen van sociale ongelijkheid en de onderlinge samenhang daarbij. Denk hierbij aan ongelijkheid naar leeftijd, beperkingen, genderidentiteit, seksuele voorkeur, sociaal-economische status en etniciteit.