Bredere kijk op gezondheid door multidisciplinaire samenwerking 

Ketensamenwerking

WAT HOUDT HET IN?

Zoals eerder beschreven bij de megatrend humanisering is de problematiek van mensen complexer en heeft die meestal met meerdere leefgebieden te maken. Daardoor doen meer mensen een beroep op zowel zorg en welzijn als de gemeente. Goede samenwerking en afstemming zijn dus belangrijk. Het doel is om positieve gezondheid te bevorderen en gezondheidsachterstanden te voorkomen. Het besef groeit dat zorg en ondersteuning over verschillende domeinen heen gaat. Een goede afstemming en samenwerking tussen alle professionals die vanuit zorg, welzijn en het sociaal domein betrokken zijn bij de individuele zorgvrager is dus cruciaal voor het leveren van goede zorg. Door meer samenwerking in de keten ontstaat er een goed afgestemd ketenaanbod en multidisciplinaire ketensamenwerking.
Dit maakt de lijntjes korter en zorgvragers krijgen zo sneller de zorg en ondersteuning die zij nodig hebben. Daarnaast kan ketenzorg als strategie dienen om de organisatie van zorg aan te passen aan de huidige complexe zorgvraag. Ketenzorg moet meerwaarde bieden aan patiënten, zorgverleners, zorgorganisaties en de maatschappij.

“Waar ik veel van terug hoor in de branche, is de focus op de ketenzorg. Dat is ook in het verlengde van de verplaatsing van zorg naar de eerste lijn, de samenwerking tussen verschillende disciplines en gegevensuitwisseling.”
– Willem Hopmans, NU’91

Interprofessionele samenwerking tussen zorgverleners vormt de kern van een zorgnetwerk. Dit kenmerkt zich door gezamenlijke kwaliteitskaders, -richtlijnen, protocollen en multidisciplinair overleg. In Nederland zien we vooral vormen van horizontale samenwerking in de eerste lijn (gezondheidscentra, huisartsenposten en zorggroepen) en in de tweede lijn (multidisciplinaire spreekuren en zorgpaden in ziekenhuizen). Verticale samenwerkingsvormen tussen de eerste en tweede lijn komen (nog) nauwelijks voor, terwijl die essentieel zijn voor een succesvol zorgnetwerk. Om dit voor elkaar te krijgen, zijn andere wettelijke en financiële kaders nodig. Pas dan kan het beroep van zorgverlener zich ontwikkelen naar ‘georganiseerd professionalisme’. Dit houdt in dat professionals op het terrein van preventie, zorg en welzijn samenwerkingsverbanden aangaan binnen ondersteunende zorgnetwerken. 

WAT VERANDERT ER PER WERKVELD?

ZIEKENHUIZEN EN ANDERE GESPECIALISEERDE MEDISCHE ZORG

Bij zowel de preventie als het herstelproces gaan ziekenhuizen een steeds belangrijkere rol spelen in de gehele welzijns- en zorgketen. Ketensamenwerking maakt van ziekenhuizen van de toekomst het centrale punt van de netwerkorganisatie. Als je daadwerkelijk meer ketensamenwerking in de zorg realiseert, vindt in de kern, in het ziekenhuis, de hoogrisicozorg plaats en de zorg waarvoor beschikbaarheid gegarandeerd moet zijn. Meer naar de buitenste bollen toe zullen zich initiatieven ontplooien die meer autonomie en vrijheid krijgen en grotendeels zelfstandig zullen opereren.

Door de decentralisatie van zorg – meer thuis, focusklinieken, virtual hospitals – ontstaat er ruimte in ziekenhuizen, terwijl versterkte samenwerking in de keten de druk op de eerste lijn flink doet toenemen. Ziekenhuizen kunnen hierin ook hun rol pakken door te kijken welke rol zij zelf kunnen spelen in het ontwikkelen van initiatieven in de eerste lijn of ertegenaan. Te denken valt aan eigen huisartsenpraktijken, anderhalvelijnszorg en het inrichten van lokale medical malls. Dit levert twee voordelen op: versterkte zorgketens en een oplossing voor vastgoedproblematiek.

Kleinere ziekenhuizen dienen volgens de onderzoekers na te denken over wat te doen met de ruimte die overblijft. En hoe ze lagere bezettingsgraden opvangen, bijvoorbeeld van diagnostische apparatuur. Ze doen er daarnaast goed aan te bepalen welk ‘superspecialisme’ ze willen blijven uitvoeren, en welke ze juist aan andere ziekenhuizen willen overlaten.

Scroll terug naar boven en lees verder in de tweede kolom

VERPLEGING, VERZORGING EN THUISZORG (VVT)

De zorgproblematiek in de langdurige zorg is complexer en overstijgt meerdere domeinen. Daarnaast is de doelgroep van langdurige zorg zeer gedifferentieerd. Het betreft niet alleen ouderen met een ondersteuningsbehoefte, maar ook inwoners met een lichamelijke of verstandelijke beperking, met een psychische handicap of psychosociale problemen en ouders met opvoedproblemen. In het kader van de zorgwet (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet) moet de gemeente erop toezien dat er voor al die verschillende groepen een goede samenwerking geregeld is. Door optimale ketensamenwerking ontstaat er een behandelplan dat beter is afgestemd op de zorgvrager.

“Zorgen voor mensen werd anders in de afgelopen jaren. Die verandering vergt van professionals goede overleg- en samenwerkskills. Je bent met elkaar verantwoordelijk. De samenwerking is zo anders.”
– Marian Geurink – van Ginkel, Archipel

GEHANDICAPTENZORG

Vaak is in de gehandicaptenzorg samenspel met andere (zorg)domeinen noodzakelijk. Mensen met niet-aangeboren hersenletsel bijvoorbeeld, zijn gebaat bij afstemming tussen medisch-specialistische zorg, revalidatie en langdurige (Wmo-)zorg. Organiseren van ketenzorg blijft een opgave in de komende jaren.

Domeinoverstijgend werken levert echter veelal nog uitdagingen op. Zonder uitputtend te willen zijn, noemen we hieronder enkele vormen van ketenzorg die al aandacht krijgen:

  • samenwerking van de gehandicaptenzorg met de specialist ouderengeneeskunde of specialistisch verpleegkundige bij de zorg voor ouderen met een verstandelijke beperking;
  • samenwerking van de gehandicaptenzorg met de curatieve ggz en de forensische zorg bij gehandicapte mensen met ernstige psychische problemen;
  • samenwerking van revalidatiezorg en gehandicaptenzorg voor mensen die complexe lichamelijke beperkingen hebben, in combinatie met cognitieve beperkingen;
  • samenwerking tussen instellingen voor mensen met een beperking en ziekenhuizen.

“Met name de groep mensen met een licht verstandelijke beperking neemt toe in onze samenleving. Dit zijn mensen die soms ook verslavingsproblemen hebben, bijvoorbeeld blowen en/of drinken. Zij hebben meer behoefte aan begeleiding en coaching, dan aan verzorging. Dat neigt meer naar verslavingszorg en dat komt dan heel nauw samen bij de gehandicaptenzorg. Op die vlakken werken wij samen met andere zorgaanbieders.”
– Maarten Huttner, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland

 KINDEROPVANG

Kinderopvang is een steeds belangrijker arbeidsmarktinstrument in de samenleving, met als gevolg dat de overheid er steeds meer kwaliteitseisen aan stelt. De kinderopvang is het voorstadium van het primair onderwijs. Er ontstaan zo ook initiatieven waarin de twee steeds meer samengaan. Het Integraal Kind Centrum (IKC) is een integrale organisatievorm waarin kinderopvang, peuterspeelzaal en onderwijs zo veel mogelijk samengaan, omdat het kind centraal staat. De brede school wil een krachtige en rijke omgeving creëren waarin kinderen hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. Het doel is dan ook het borgen van een ononderbroken en samenhangende leer- en ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 t/m 12 jaar. Deze aanvliegroute betekent dat de werkzaamheden van de pedagogisch medewerker in die zin ook kunnen veranderen van meer zorggerelateerd naar onderwijsgerelateerd.  

WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER VANUIT DE PRAKTIJK?

Regionaal zorgnetwerk voor ouderen
KOMPLEET heeft als doel samenwerking vanuit de huisartsenpraktijk te ondersteunen door in (bestaande) netwerken rond kwetsbare ouderen regionaal en lokaal nauw samen te werken onder het motto ‘1 dossier, 1 agenda, 1 werkwijze’. Dit biedt ondersteuning aan ouderen en hun mantelzorger(s), waardoor zij langer en zo prettig mogelijk in hun voorkeursomgeving kunnen blijven wonen. Of dat nu thuis is of bijvoorbeeld in een verzorgingshuis. De huisarts vormt een wijknetwerk met daarin de belangrijkste partners, zoals een specialist ouderengeneeskunde, wijkverpleegkundige, maatschappelijk werker, fysiotherapeut en ouderenadviseur. Dit wijknetwerk is in een vroeg stadium alert op mogelijk kwetsbare ouderen (casefinding). De praktijkondersteuner inventariseert de situatie van een oudere wanneer er een vermoeden is van kwetsbaarheid. Met de huisarts en de specialist ouderengeneeskunde bespreekt de praktijkondersteuner of nadere diagnostiek nodig is. Daarna bepalen de huisarts, de specialist ouderengeneeskunde en eventuele andere betrokkenen samen met de oudere en zijn mantelzorger(s) of, en zo ja, welke acties zij ondernemen.

Ketensamenwerking digitale zorg
Regio ’t Gooi gaat samenwerken met NAAST (een digitale zorgdienstverlening). Samen met de huisartsen, de verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorgorganisaties en zorgverzekeraar Zilveren Kruis werkte het Tergooi ziekenhuis een nieuwe regiovisie uit. In 2024 wil het Tergooi ziekenhuis via samenwerking met NAAST jaarlijks 80.000 minder bezoeken aan de polikliniek en 11.000 ligdagen buiten de ziekenhuismuren houden.

WAT IS DE IMPACT VAN KETENSAMENWERKING OP HET WERKVELD?

De impact van ketensamenwerking op het werkveld is groot. Nu de zorgvraag complexer en groter is, terwijl tegelijkertijd er meer krapte ontstaat op de arbeidsmarkt, moeten we de zorg anders organiseren. Ketensamenwerking kan bijdragen aan de oplossing en vergt van zorgprofessionals een andere manier van werken.

Multidisciplinair samenwerken betekent dat je interdisciplinair moet werken, waarbij regionale contacten onderhouden belangrijk is. Het is daarnaast ook cruciaal om te weten wat de positie van de zorgverlener is t.o.v. andere zorgprofessionals. Werknemers moeten leren om breder te kijken. Samenwerken met bijvoorbeeld mantelzorgers komt in de toekomst steeds meer voor door de stijging van informele zorg. Mensen moeten meer voor elkaar zorgen, waardoor professionals veel te maken krijgen met verschillende disciplines. Denk aan professionals in wijkteams, sociaal werkers, mantelzorgers en vrijwilligers. Leren signaleren en ervoor zorgen dat alle partijen die in aanraking komen met de zorgvrager hiervan op de hoogte zijn, is een belangrijke vaardigheid. Hiervoor is ten eerste goede registratie nodig, maar ook communicatieve vaardigheid.  

INHOUDSOPGAVE ZORG EN WELZIJN