De inzet op gezondheid in plaats van ziekte, samen met de patiënt georganiseerd 

Passende zorg

WAT HOUDT HET IN?

Passende zorg is de norm, volgens het recent verschenen coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. De nieuwe regering beschrijft passende zorg als volgt: passende zorg betekent dat zorg bewezen effectief is en we overbehandeling voorkomen. Het betekent ook dat zorg gericht is op gezondheid, functioneren en kwaliteit van leven; dat zorg samen met patiënt en professional tot stand komt en op de juiste plek terechtkomt. Zorg die vaak voorkomt en niet complex is, is voor iedereen dichtbij beschikbaar, terwijl complexe zorg die weinig voorkomt gespecialiseerd is.

Definitie ‘positieve gezondheid’
Passende zorg is dus o.a. gericht op gezondheid, functioneren en kwaliteit van leven. Dit valt samen met de definitie van gezondheid door Machteld Huber. Huber ontwikkelde samen met de Gezondheidsraad en ZonMw een dynamisch concept gezondheid, dat veerkracht en zelfredzaamheid van mensen als uitgangspunt neemt. Instanties als GGD Nederland zien dit concept als kader voor herinrichting van de preventieve zorg. ‘Gezondheid als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’, luidt het concept. Het verschil met de WHO-definitie is dat dit concept de potentie benadrukt om gezond te zijn of te worden, zelfs wanneer er sprake is van ziekte. Daarbij zijn persoonlijke groei en ontwikkeling en het vervullen van persoonlijke doelen in het leven even belangrijk.

“De huidige zorg is sterk of vooral gericht op behandelen. Behandelen van ziekten, inzetten van operaties etc.. Tegelijkertijd, als je kijkt op uitkomstniveau naar wat de patiënt belangrijk vindt en wat hij of zij nog wil bereiken in het leven, dan uit dat zich steeds meer in het perspectief van samen beslissen. Dat je samen kijkt naar de behandeling of dat je die juist stopt, of dat je juist conservatief gaat handelen.”
– Alice Bakker en Alke Nijboer, Beroepsvereniging Verzorgenden Verpleegkundigen

Focus op preventieve zorg
De focus op bestrijding van ziekte en intensieve ondersteuning verschuift naar een focus op behoud van gezondheid en eigen kracht door aanpassing van leefstijl en preventie. Dat er steeds meer informatie beschikbaar is over wat wel en niet gezond is, versterkt deze ontwikkeling. Preventieve zorg is een uitdaging, omdat zorgvragers meestal pas in contact komen met een professional als er een zorgvraag is. Het vraagt van zorgprofessionals een andere manier van aanpakken en andere vaardigheden.

Een van belangrijkste taken van de verzorgende en verpleegkundige is signaleren: signaleren van klachten gerelateerd aan bijvoorbeeld een hartkwaal. “Verzorgenden en verpleegkundige gaan een grotere rol spelen op het gebied van preventiezorg. Die doen al een deel van een triage voordat de zorgvrager bij een arts komt. Ook een helpende kan prima beoordelen of er iets klopt of niet. Wat je nu ziet bij digitalisering is dat de digitale mogelijkheden de signaleringsfunctie uitbreiden. Daardoor is het makkelijker inzichten te verkrijgen en te interpreteren. Het uiteindelijk beoordelen van een meting en de conclusie daarvan ligt nog steeds bij de arts, en dat moet ook zo blijven.” Tiny Wentholt-Janssen, Archipel Zorggroep

Preventieve zorg is gericht op het voorkómen van ziekten en calamiteiten. Bijvoorbeeld om de kosten in de gezondheidssector terug te dringen. Als het gaat om preventieve zorg, maken we onderscheid tussen drie verschillende niveaus: primair, secundair en tertiair. Primaire preventie legt de nadruk op het voorkómen van een ziekte, zodanig dat die geen kans krijgt. Secundaire preventie legt de nadruk op het vroeg ontdekken van een ziekte of afwijking. Een voorbeeld is het bevolkingsonderzoek borstkanker. Tertiaire preventie is erop gericht herhaling van de ziekte te voorkomen. Meer nadruk op preventie verweeft de zorg in verschillende domeinen en professionals krijgen meer te maken met samenwerking tussen de domeinen. In de zorg– en welzijnssector vinden er allerlei preventieve activiteiten plaats, bijvoorbeeld preventie van hart- en vaatziekten, diabetes of chronische nierschade. Andere voorbeelden zijn het inrichten van rookvrije ruimtes en ondersteuning in beweegprogramma’s.

“Een trend die mede door COVID-19 een boost heeft gekregen, is preventiezorg. Wij vinden dat preventie ook echt een domein is van verpleegkundigen en verzorgenden. Voorkómen van ziekte, maar ook tijdens ziekte verdere problemen voorkomen. Dit is een trend die niet speelt over vijf jaar, die speelt morgen al.” Alice Bakker en Alke Nijboer, Beroepsvereniging Verzorgenden Verpleegkundigen

Complexere zorgvraag
De zorgvraag werd in de afgelopen tien jaar anders en complexer. Zo zijn er steeds meer zorgvragers met complexe problematiek. Complexe zorgvragen zijn vaak domeinoverstijgend: iemand heeft hulp nodig op verschillende leefgebieden, of zorg die kennis uit verschillende disciplines vraagt. Dat de zorgvraag complexer is, heeft meerdere oorzaken. De verbeterde gezondheidszorg bijvoorbeeld, zorgt al jaren dat aandoeningen in veel gevallen niet (direct) fataal hoeven te zijn. En door verbeterde diagnostische mogelijkheden weten we eerder van een aandoening. Mede hierdoor is de levensverwachting in westerse landen toegenomen. Mensen weten dus eerder dat ze iets mankeren en leven daar langer mee. Dit betekent ook dat deze ‘patiënten’ over een langere tijd gebruikmaken van zorg.

“Wat je ziet, is dat zorg rondom nierdialyse en oncologie et cetera vaker in de thuissituatie plaatsvindt. En dat betekent ook dat die complexere zorg in de wijk terecht gaat komen. Daardoor verwachten we meer van onze medewerkers op het gebied van de expertise rondom verschillende complexere ziektebeelden. Dit betekent dat er in de opleidingsstructuur specialisaties gaan ontstaan: psychiatrie, revalidatiezorg et cetera.”
– Tim Kind, Actiz

Gespecialiseerde zorg en/of zorg op maat
Doordat aandoeningen steeds minder vaak (direct) fataal zijn, zien we in toenemende mate mensen die meer dan één chronische aandoening hebben: multimorbiditeit. Meer dan één op de tien mensen in Nederland heeft twee of meer aandoeningen. Bij mensen boven de 75 jaar is dit zelfs één op de twee. Een stapeling van chronische aandoeningen brengt verschillende uitdagingen met zich mee. Voor dergelijke problematiek is zorg op maat en multidisciplinaire samenwerking nodig. Expert Marian Geurink – van Ginkel zegt hierover: Cliënten en familie vragen meer maatwerk en collega’s vragen dat ook. Het is best complex om dat allemaal goed af te wegen aan of met elkaar. Dat is ook de kracht van de verantwoordelijkheid in een team brengen en deels verantwoordelijkheid bij de zorgvrager zelf neerleggen. Dat brengt echt andere krachten teweeg.”

De zorg is nu vaak nog gefocust op elke afzonderlijke aandoening in plaats van de patiënt als individu te zien en het totaalplaatje van zorg op elkaar af te stemmen.

Cultuurverschillen in zorg en welzijn
Nederland kent steeds meer culturen en die weerspiegelen zich ook in de sectoren zorg en welzijn. Dit geldt voor zowel zorgprofessionals met verschillende culturele achtergronden, als voor zorgvragers. De manier waarop mensen ziekte beleven, is voor een deel cultureel bepaald. In het westen gaan we doorgaans uit van een lichamelijke, rationele verklaring. Andere culturen en religies verklaren ziekte en genezing vaak door God of bovennatuurlijke oorzaken.

Bij palliatieve zorg kunnen mensen bijvoorbeeld verschillen in:

  • rituelen,
  • de mate van vertrouwd zijn met palliatieve zorg en de mate van mantelzorg,
  • gewoontes met betrekking tot hygiëne, omgang man-vrouw, tonen van emoties etc.,
  • opvattingen over leven en dood en
  • openheid over de diagnose.

Veel migranten hechten een andere waarde aan de gemeenschap dan de Nederlandse cultuur. De Nederlandse neiging om de zorgvrager centraal te stellen sluit niet altijd aan op de cultuur van veel migrantengroepen, die meer op de groep is gericht. De rol van familie is vaak belangrijker. Uithuisplaatsing van een zorgbehoevende oudere ligt bijvoorbeeld gevoelig. Hierdoor komt het voor dat zorgbehoevende ouderen langer thuis blijven dan gezien hun zorgbehoefte verantwoord is. Ook heeft de familie over het algemeen een grotere stem bij besluitvorming. Het kan voorkomen dat familieleden de wens uiten dat je de cliënt niet zelf betrekt bij het gesprek over diagnose, prognose, behandeling en begeleiding. Zorgprofessionals krijgen hier in toenemende mate mee te maken en moeten hier volgens experts vooral een open en begripvolle houding en goede communicatieskills voor hebben. Je verdiepen in de zorgvrager vormt hierbij de sleutel tot een goede afstemming met de zorgvrager en de informele zorg in de vorm van mantelzorgers.

Specifieke doelgroepen
Naast verschillende culturen zijn er ook doelgroepen die specifieke zorgvragen hebben. Veel zorg- en welzijnsorganisaties en hun medewerkers zijn zich niet of onvoldoende bewust van LHBTI-cliënten, die zo’n 5 procent van de Nederlandse bevolking uitmaken. In de zorg- en welzijnssector is steeds meer aandacht voor diversiteit. Vaak richt die zich op multiculturele of religieuze diversiteit. Aandacht voor seksuele en genderdiversiteit is minder vanzelfsprekend of niet aanwezig. Veel organisaties stellen dat zij geen onderscheid willen maken of dat iedereen welkom is. Door geen onderscheid te (willen) maken zien, herkennen en erkennen we echter de specifieke wensen, behoeften of problemen van individuele cliënten – in dit geval LHBTI-plussers – niet of onvoldoende. Meer over dit onderwerp is te vinden op deze site en zullen we later verder uitwerken in het trendrapport.

Scroll terug naar boven en lees verder in de tweede kolom

WAT VERANDERT ER PER WERKVELD?

ZIEKENHUIZEN EN ANDERE GESPECIALISEERDE MEDISCHE ZORG

Zorgvrager boven ziekenhuis
Passende zorg gaat over wat nodig en nuttig is voor de zorgvrager. Dit betekent dat in sommige gevallen niet behandelen beter is, bijvoorbeeld bij galstenen. Bij galstenen zegt de richtlijn veelal: galblaas eruit. Maar bij 60 procent gaat de pijn vanzelf weg. Het is korte tijd lastig en pijnlijk, maar er is geen ingreep nodig. Door te wachten kun je een derde van de operaties vermijden. Maar dit moet je wel goed uitleggen aan de patiënt. Of in sommige gevallen moet je juist opkomen voor de patiënt. Één van de experts zegt hierover: “Zorgprofessionals moeten zich bewust zijn van hun rol ten opzichte van de patiënt. Het opkomen voor patiënten doe je vanuit je verpleegkundige rol, maar ook vanuit het belang van de patiënt. Zorgprofessionals mogen best een discussie hebben met de arts, ondanks dat hij iets anders vindt. Shared decision making is ook een trend, dit vind ik ook wel een onderwerp voor artsen.”

Passende zorg in het ziekenhuis komt tot stand door een dialoog tussen arts en patiënt, die samen beslissen. Hierbij hoort uiteraard ook een goede samenwerking tussen andere zorgprofessionals. Hierin krijgt de verpleegkundige ook steeds meer een eigen rol.

Alice Bakker, Beroepsvereniging Verzorgenden Verpleegkundigen

Het gaat erover dat je meer met de patiënt het gesprek aangaat. Dus echt van zorgen dat … naar zorgen samen. Dus van paternalisme naar partnership. Dat vraagt een attitudeverandering, processtappen en communicatievaardigheden.

Van behandelen van ziekte naar voorkomen van ziekte
Om passende zorg te realiseren in het ziekenhuis en andere medische zorg zijn er grote veranderingen nodig. Passende zorg moet uiteindelijk vorm krijgen in het gesprek tussen zorgprofessional en patiënt. Beiden dienen over de juiste informatie te beschikken om goede keuzes te maken. Daar zijn ook nog wel wat hindernissen te nemen. Zo staat van veel behandelingen niet vast of ze effectief zijn. Daarvoor is meer onderzoek nodig. Daarnaast moet uitkomstinformatie beschikbaar komen, zowel medische informatie als wat het voor de patiënt brengt. Het huidige systeem is ingericht op het ‘repareren’ van gebreken, veel te weinig op preventie. Voor niets doen en afwachten bestaat geen diagnose-behandelcombinatie. Hetzelfde geldt voor verzekeraars. Die krijgen via de risicoverevening compensatie als iemand bijvoorbeeld geneesmiddelen slikt. Dat stimuleert niet om extra te investeren in preventie om medicijngebruik te voorkomen. Passende zorg verandert dus de manier waarop het zorgstelsel is gebouwd. Het draait om samen beslissen, waarbij de zorgvrager centraal staat, met de focus op de gehele sociale context van de zorgvrager en multidisciplinair samenwerken tussen zorgprofessionals.

“Verplegers en verzorgenden hebben de advocaatrol waarin zij met de patiënt kijken wat nodig is om ook empowerment te krijgen. Bijvoorbeeld mensen met beperkte digitale vaardigheden, bepaalde gezondheidsvaardigheden, die analfabeet of digibeet zijn. De verpleegkundige ondersteunt en ziet erop toe dat de zorgvrager de juiste zorg krijgt. Dat is echt noodzakelijk, omdat de zorg en communicatie complexer zijn. Dus we hebben een professionaliseringsontwikkeling die zich al jaren inzet en die steeds prominenter is.”
– Helena Schuengel, Nieuwzorg


VERPLEGING, VERZORGING EN THUISZORG (VVT)

Een groeiende groep (ruim 1,2 miljoen) 75-plussers in Nederland woont zelfstandig. Onder hen zijn ouderen die kwetsbaar zijn in hun woonsituatie, maar (nog) niet in een verpleeghuis willen of kunnen wonen. In veel gevallen gaat het goed. Maar een deel van deze ouderen krijgt geen, te weinig of inhoudelijk geen passende zorg op het moment dat zij die wel nodig hebben. Een gebrek aan passende zorg en ondersteuning kan leiden tot een verergering van de problemen, een lagere kwaliteit van leven en een verhoogde kans op de inzet van acute – en vaak zwaardere – zorg. Diverse knelpunten belemmeren het ontvangen van passende zorg en ondersteuning. Die houden verband met het stelsel, maar ook met de werk- en denkwijzen van zorgorganisaties en professionals. Dat blijkt uit het verkennende SCP-onderzoek ‘Passende zorg voor ouderen thuis: knelpunten in kaart’.

Het coalitieakkoord is helder over het standpunt passende zorg in de ouderenzorg. In het akkoord staat dat ouderen gezond ouder moeten kunnen worden in hun eigen of een passende omgeving. Dat betekent onder andere inzetten op meer seniorenwoningen en andere woonvormen, levensloopbestendige woningen, mantelzorg, digitale zorg, domotica en valpreventie. Daarbij mag je van mensen zelf ook iets verwachten. De regering stimuleert gemeenten om mogelijk kwetsbare ouderen vroeg in beeld te hebben en langer thuis wonen mede te faciliteren.

Voor een toekomstbestendige ouderenzorg moet je wonen en zorg stapsgewijs scheiden, om langer thuis wonen nog meer te stimuleren. Hierbij is expliciete aandacht voor innovatieve woonvormen en voor de mogelijkheid voor iedereen, ongeacht inkomen, om betaalbaar langer thuis te blijven wonen met zorg.

Passende zorg in de VVT betekent ook dat je redeneert vanuit de zorgvraag van cliënten in plaats van het zorgaanbod, en dat je die toetst aan de principes van passende zorg. Het is van groot belang dat zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten daarbij inzetten op:

  • preventie om te voorkomen dat zwaardere zorg nodig is;
  • soepele samenwerking om de juiste zorg op de juiste plek te organiseren;
  • digitalisering om zorg en toezicht thuis meer mogelijk te maken en de schaarse zorgcapaciteit in te zetten waar die het meest nodig is;
  • goede begeleiding en informatie voor de zorgvrager om te kiezen voor passende zorg.

GEHANDICAPTENZORG

De gehandicaptenzorg timmert ook volop aan de weg om passende zorg mogelijk te maken. Zo is er het programma ‘Volwaardig leven’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), dat de zorg beter moet laten aansluiten bij de zorgvraag van mensen. Bij dit project is het traject ‘Begeleiding à la carte’ van start gegaan. Samen met de instellingen, cliënten en hun naasten verzamelt de gehandicaptenzorg voorbeelden van en ideeën over persoonsgerichte zorg. Die delen ze met anderen. Ook krijgen zorginstellingen hulp om nieuwe ideeën uit te werken. Ook de ideeën van ervaringsdeskundigen. Dit is een tweejarig traject dat een platform biedt voor eigentijdse oplossingen voor persoonsgerichte zorg en praktische kennis voor medewerkers vanuit het VWS.

“Als je patiënten en cliënten de mogelijkheid geeft om zelf de regie te pakken, krijgen ze een hogere kwaliteit van leven. Is overigens niet makkelijk. De keuze dat iemand zelf kan bepalen of je een boterham met hagelslag of pindakaas neemt, daar gaat het om. Hierdoor krijgt iemand eigenwaarde, doordat hij of zij zelf bepaalde beslissingen kan nemen.” Aart Bertijn, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN)

MAATSCHAPPELIJKE ZORG EN SOCIAAL WERK

Naast knelpunten bij de toegang tot de zorg en de bekostiging, is het niet (voldoende) voorhanden zijn van passende zorg ook een belangrijke reden dat ggz-cliënten tussen wal en schip vallen. Zorginstellingen hebben wachtlijsten en soms komen cliënten daardoor – of om andere redenen – op een andere plek terecht dan die het passendst voor hen is. Dit leidt er ook toe dat ze voor een pgb kiezen, terwijl dat niet hun voorkeur heeft, en dat ze niet de zorg krijgen die nodig is. In verschillende onderzoeksrapporten zijn voorbeelden van groepen aangewezen waarvoor geen passende zorg voorhanden is. Hulpvragen van patiënten met (ernstige) psychiatrische problematiek zijn vaak domeinoverstijgend en regio-overstijgend. Wanneer meerdere partners en meerdere regio’s verantwoordelijk zijn voor (een deel van) de hulpvraag, bestaat het risico dat geen enkele partij verantwoordelijkheid neemt en de (continuïteit van) zorg in gevaar komt. Goede samenwerking tussen zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, cliëntorganisaties, uitkeringsinstanties, politie, etc. is daarom noodzakelijk. Hiervoor is al geconstateerd dat ook afwenteling tussen de verschillende domeinen voorkomt. Samenwerking (en minder domeindenken en minder denken in budgetten) kan dit voorkomen en zet de eerste stappen naar een beter passende zorg voor een complexe doelgroep.

“Samenwerken is heel belangrijk. Zorgprofessionals moeten eigenlijk klantgericht zijn. De mensen uit de horeca en de kinderopvang doen het heel goed. Die zijn zo op zoek naar wat de klant nodig heeft en wat zij daarin kunnen betekenen. Stressbestendigheid is ook belangrijk. Kunnen beslissen is ook van belang en hoe je dat afstemt. Kritisch denken komt daar ook bij kijken. Als je naar de nieuwste vaardigheden kijkt, dan zijn op het gebied van passende zorg creatief denken en denken in andere oplossingen belangrijk, maar ook ondernemendheid. Als je heel ondernemend bent en je doet het anders dan de gemiddelde zorgmedewerker, ben je wendbaar en flexibel. Flexibel in taken en ook in werkuren.”
– Marian Geurink – van Ginkel, Archipel Zorggroep

GEZONDE KINDEROPVANG

Onder positieve gezondheidszorg valt ook de zorg voor de allerjongsten onder ons. Ook kinderen nemen we zo in de vroege jaren al mee in de ontwikkeling van goede gezondheidsvaardigheden. Leren over een gezonde leefstijl kan op langere termijn bijdragen aan preventiezorg, waardoor je ziekten en gezondheidsachteruitgang door leefstijl tegengaat. De nieuwe regering wil de kinderopvang gratis aanbieden, waardoor die toegankelijker is voor alle kinderen.

WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER VANUIT DE PRAKTIJK?

Anderhalvelijnszorg in het Anders Beter Centrum
In het Anders Beter Centrum werken huisartsen en medisch specialisten buiten het ziekenhuis nauw samen. Het centrum biedt zorg die te ingewikkeld is voor de huisarts, die niet dagelijks met deze medische handelingen te maken heeft, en die te simpel is voor het ziekenhuis. Het Anders beter Centrum is onderdeel van de proeftuin ‘Anders Beter’. De initiatiefnemers hiervan zijn MCC Omnes, Meditta, Zuyderland MC, Burgerkracht en zorgverzekeraar CZ. Het initiatief ‘Anders beter’ zet de komende jaren vernieuwde ontwikkelingen in om de zorg passender te maken voor de zorgvrager.

Op kamers als tussenstap naar zelfstandigheid
Wanneer je voor het eerst op jezelf gaat wonen, is dat erg spannend. Zeker als de samenleving ingewikkeld voor je is. Daarom startte zorgaanbieder ORO in januari 2019 het initiatief ‘Op Kamers’: een geschakelde woning voor twaalf jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking. Op deze plek ontdekken zij met begeleiding welke manier van wonen het beste bij hen past. Lees hier het hele verhaal.

Korter verblijf in zorginstantie door passende zorg
Zorgorganisatie Aafje biedt ouderen een kort verblijf aan. Een team van specialisten regelt tijdens het verblijf een passende oplossing: thuishulp, een verblijf in het verpleeghuis of revalidatiecentrum, of ondersteuning vanuit de eerstelijnszorg. Als een kwetsbare oudere bijvoorbeeld valt en letsel oploopt, staat die val meestal niet op zichzelf. Er is thuis vaak veel meer aan de hand, waar zelfs de huisarts niets van weet. Aafje haalt het achterliggende verhaal naar boven. Binnen vijf dagen heeft het team een goed beeld van de situatie en regelt het passende vervolgzorg in samenwerking met de regio en volgens afspraken met zorgverzekeraars.

Wedde dat ’t lukt
Met elkaar voor elkaar zorgen, dat is het doel van Wedde dat ’t lukt. In dit Groningse zorginitiatief werken dorpsbewoners, verenigingen, professionele zorgverleners en andere instanties samen om de leefbaarheid in hun dorpen te behouden en te versterken. Een plaatselijke huisarts kwam in 2013 met het idee om een informeel zorgnetwerk in drie aangrenzende dorpen op te zetten. Bewoners hadden vanaf het begin inspraak en zeggenschap, waardoor er een sterk gevoel van eigenaarschap is ontstaan. De onderlinge hulp is laagdrempelig en door de bevolking georganiseerd. Bewoners en vrijwilligers komen zelf met vragen en bedenken passende oplossingen. Dat gaat bijvoorbeeld over vervoer naar zorgafspraken, samen wandelen en emotionele steun. Wedde dat ’t lukt heeft een dorpsondersteuner die de schakel is tussen informele en formele zorg. Vrijwilligers leggen hun vragen neer bij de dorpsondersteuner, die vervolgens op zoek gaat naar vrijwilligers, professionele zorg of ondersteuning vanuit de Wmo. De dorpsgemeenschap, huisartsenpraktijk en dorpsondersteuner dragen het initiatief samen.

Dankzij het zorgnetwerk doen bewoners van de aangesloten dorpen minder vaak een beroep op professionele hulpverleners. Kwetsbare bewoners zijn beter in beeld en trekken eerder aan de bel.

WAT IS DE IMPACT VAN PASSENDE ZORG OP HET WERKVELD?

Brede kijk op gezondheid
Doordat bij de ondersteuning en zorg steeds meer de nadruk komt te liggen op de kwaliteit van leven, is het nodig om niet alleen te kijken naar de fysieke gezondheid van de zorgvrager, maar naar de mens als geheel, inclusief de mentale en sociale gezondheid. De nieuwe definitie van gezondheid sluit daar naadloos bij aan. Naast een brede kijk op gezondheid staat in deze definitie het perspectief van de zorgvrager centraal, en niet dat van de zorgverlener. In de gezondheidszorg heet dat ook wel ‘persoonsgericht werken’: aansluiten bij de wensen en doelen van mensen zelf. Dit betekent voor zorgprofessionals zoals verpleegkundigen dat ze naast eigen expertise en advies ook moeten overleggen met professionals uit andere domeinen. Ook betekent dit dat ze verbinding moeten zoeken met het sociale netwerk van de zorgvrager. Zo is elke betrokkene een schakel in de keten bij de zorgvraag.

“Kwaliteit is grip en sturing geven aan je handelen. ‘Klinisch redeneren’, ‘methodisch werken’ zijn termen die nu al aardig in de kwalificatie zitten, maar het gebruikmaken van data, onderzoek en richtlijnen nog niet optimaal. Dus onderbouwen en vertellen wat de zorgprofessional doet en waarom hij het doet is steeds belangrijker. Dit is echt noodzakelijk in de beroepsontwikkeling voor verzorgenden en verpleegkundigen. Dat is ook echt wat zorginstellingen missen in het handelen. Het is onderdeel van professionalisering. Dat betekent dat de zorgmedewerker weet wat hij doet, met de daarbij horende argumenten en onderbouwing. Klinisch redeneren is een trend, maar moet nog duidelijker zichtbaar zijn. Het moet veel meer op wetenschappelijke basis zijn en niet alleen maar lijstjes invullen, zoals dat nu vaak gebeurt. Verzorgenden vullen heel vaak lijstjes in met hoe vaak iemand slaapt, maar niet waarom iemand dat doet of waarom je ervan af wilt wijken. Dan komt samen beslissen aan bod, en dat is klinisch methodisch redenen. Dat moet absoluut hoger op de agenda.” Alice Bakker, Beroepsvereniging Verzorgenden Verpleegkundigen.

Overwegingen en inschattingen kunnen maken
In de zorg komen zorgverleners regelmatig terecht in het spanningsveld tussen vrijheid en veiligheid. Voor zorgverleners is het dan ook noodzakelijk dat zij overwegingen en inschattingen goed kunnen maken en die op een heldere manier kunnen communiceren met de zorgvrager. Denk bijvoorbeeld aan een andere (veiligere) tafelschikking of een vertrouwde knuffel wel of niet in bed. In andere gevallen gaat het meer over bejegening en tegemoetkomen aan iemands wensen of voorkeuren. En soms gaat het ook om producten die de zorgvrager kan aanschaffen. Hierbij is vrijwillige zorg altijd het uitgangspunt. De kennis, vaardigheden, ervaring en houding van de helpende of verpleging maken hierin veel verschil. Door de oorzaak en de betekenis van het gedrag te achterhalen, krijgt je inzicht in hoe de zorgvrager zich voelt. Dan ontstaat er een mooie ingang om samen te onderzoeken hoe je het gedrag positief kunt beïnvloeden en hoe de zorgverlener kan aansluiten bij iemands persoonlijke wensen, behoeften en voorkeuren. Daardoor is de kans op verzet kleiner.

Hoe mensen zich gedragen heeft met veel factoren te maken. Om dat te ontrafelen, heb je de expertise van verschillende disciplines nodig, met elk haar eigen kennis, ervaring en invalshoek. Denk aan woonomgeving, dagbesteding en nachtzorg, maar ook aan fysio- en ergotherapie, artsen en gedragsdeskundigen. Wat vanuit de ene discipline vanzelfsprekend is, roept vragen op bij een andere. Samen kun je achterhalen waarom iets een risico is en wat mogelijke oplossingen zijn.

“Het methodisch handelen, klinisch redeneren en communicatie, dat zit echt in de basis. Dus om het concreet te maken: hoe doe je een anamnese bij een cliënt of patiënt? Welke patiëntproblemen signaleer je en welke interventies horen daarbij? Hoe evalueer je zorg en hoe stel je vervolgens je plan weer bij? Vervolgens: hoe leg je dat gestructureerd vast, zodat je collega die na jou de dienst overneemt precies weet wat er gister is gebeurd? Ik denk dat die basis in de initiële opleiding echt heel stevig aandacht mag krijgen.”
– Alice Bakker, Beroepsvereniging Verzorgenden Verpleegkundigen

Sociale inclusie: samenspel van informele en formele zorg
Bij passende zorg hoort ook sociale inclusie. De samenleving doet steeds meer een beroep op het sociale netwerk van mensen. Niet langer is alleen de overheid aan zet. Familie, buren en vrienden kijken waar ze zorg en ondersteuning kunnen bieden. De formele zorg sluit hierop aan en werkt met deze informele zorg samen. Scholing voor informele zorgers is daarom een serieuze stap om de kwaliteit van zorg te versterken. Nu ouderen langer thuis wonen, is het belangrijk om het sociale netwerk van zorgvragers te versterken en samen te werken met informele zorgverleners. Zo vertelt expert Maarten Huttner: “Daar waar ik zeg dat cliënten hun eigen leven moeten kunnen leiden zoals jij en ik dat doen, dus inclusief onderwijs, zou je eigenlijk ook aan hun ouders – die graag zorg willen geven aan hun kind – de mogelijkheid moeten geven om zich te kunnen scholen om die zorg te kunnen leveren. Vaak doen ouders dat intuïtief, met de beste bedoelingen, maar is het niet per se de beste zorg die ze leveren.” Maarten Huttner, VGN

Voor studenten is het belangrijk dat zij hierin een goede opleiding krijgen en toegerust zijn om een goede zorg- of welzijnsprofessional te zijn. Experts geven aan dat zorgprofessionals meer moeten faciliteren, ondersteunen en samenwerken met mantelzorgers, de buurt en vrijwilligers. En professionals moeten zich kunnen verplaatsen in de gevoelens, keuzes, afwegingen, twijfels en gedachten van cliënten en de mensen in hun sociale netwerk. Professionals die dit goed vorm kunnen geven, kunnen hiermee bouwen aan een goed samenspel tussen formele en informele zorg.  

“Het tekort aan professionele zorgverleners wordt zo groot dat meer opgevangen zal moeten worden door informele zorgverleners/mantelzorgers. Ook bij hen kan er een scholingsbehoefte ontstaan als ze niet over voldoende kennis en expertise beschikken. Dan dient er een makkelijk toegankelijk scholingsaanbod beschikbaar te zijn.”
Devie Rusch, Actiz

Het impliceert ook dat het belang groter wordt om samen te werken met mantelzorgers rondom complexere zorgvragen. Dat onderdeel zal ook belangrijker worden binnen zorgopleidingen.
– Tim Kind, Actiz

Preventiezorg; van behandelaar naar coach
Zorgprofessionals zijn in deze nieuwe visie in plaats van alwetende behandelaars meer coaches. De zorgverlener moet ‘het samen met de patiënt te doen’. Preventie heeft een belangrijke rol in deze visie. Risicosignalering is een vorm van preventie. Je probeert een probleem te voorkomen, of verergering van een probleem tegen te gaan. Goede risicosignalering vraagt om observatievaardigheden, communicatieve vaardigheden én om zorginhoudelijke kennis over ziektebeelden, symptomen, gevolgen en (gezondheids)risico’s. Bovendien moeten medewerkers op de hoogte zijn van de juiste interventies. Zij moeten de actuele stand van zaken kennen en landelijke richtlijnen en standaarden kunnen toepassen. Dit vergt medewerkers van het juiste niveau.

INHOUDSOPGAVE ZORG EN WELZIJN