De natuur als oplossing

Klimaatadaptatie

 WAT HOUDT HET IN?

Nederland heeft met vier klimaattrends te maken: het wordt warmer, droger, natter en de zeespiegel stijgt. Boven een bepaalde waarde kunnen hoge temperaturen leiden tot hittestress, afhankelijk van omgevings- en persoonlijke omstandigheden. Een positief effect is dat hogere temperaturen de gewasgroei bevorderen. Diezelfde hogere temperaturen zorgen voor vee juist vaker voor hittestress, zowel in de wei als in de stallen.

Door klimaatveranderingen stijgt wereldwijd niet alleen de gemiddelde temperatuur, ook het neerslagpatroon verandert. Heftige regenbuien in korte tijd zorgen voor pieken in de waterafvoer in rivieren en kanalen. Vaak kunnen het rioolsysteem en het oppervlaktewater de grote hoeveelheid regen niet aan, waardoor straten regelmatig blank komen te staan. De toenemende kans op extreem weer zal vaker leiden tot hagelschade en wateroverlast.

Opslag van water is belangrijk, want niet alleen het aantal hevige buien neemt toe, ook de periodes van droogte worden langer. Er zijn tal van voorbeelden te noemen die wateroverlast tegengaan. Bijvoorbeeld de innovatie ‘Bluebloqs’, ontworpen door het bedrijf Field Factors. Bluebloqs houdt regenwater vast, zuivert het en slaat het op in de ondergrond. Zo ontstaat water van hoge kwaliteit, dat geschikt is voor hergebruik. Er valt niet alleen steeds meer regen, ook stijgt de zeespiegel doordat de aarde opwarmt.

Steeds meer organisaties gebruiken de natuur om de gevolgen van klimaatverandering te lijf te gaan, zoals hittestress en wateroverlast. Ook gemeenten zien de potentie van de natuur om de leefomgeving gezond, aantrekkelijk én klimaatadaptief te maken. Nature based solutions winnen daarmee terrein. Denk aan de aanleg van groene zones, met bomen en struiken voor meer verkoeling, of ander groenbeheer. Meer ‘regenneutrale wijken’ en ‘groen in de stad’ zorgen ervoor dat de bodem luchtiger is en beter water doorlaat. Er is veel kennis nodig van veranderende methoden om het land te bewerken, om een te hoge of te lage waterstand te voorkomen. (Klarus, 2019)

 WAT VERANDERT ER?

Agrarische sector

Te natte omstandigheden resulteren in onvoldoende zuurstof voor het gewas. Als er geen goede gasuitwisseling (zuurstof en CO2) tussen bodem en atmosfeer kan plaatsvinden, kunnen de wortels niet meer functioneren en zelfs afsterven. Ook kan dan stikstofgebrek optreden en is er een hoger risico op ziektes en plagen. De kans neemt toe dat we onvoldoende zoet water via het hoofdwatersysteem kunnen aanvoeren naar polders die kwetsbaar zijn voor verzilting. In gebieden met intensieve tuinbouw kan de financiële schade dan aanzienlijk zijn. Te natte omstandigheden veroorzaken ook indirecte schade, doordat de draagkracht van de natte bodem onvoldoende is voor beweiding en voor het berijden en bewerken van het land met machines. (Deltafact, 2019)

Langere periodes van droogte hebben directe gevolgen voor gewasopbrengsten en veroorzaken kwaliteitsverlies van het product. Aanhoudende droogte in Nederland zorgt ook voor toenemende verzilting. Steeds meer zout water dringt ons land binnen. De landbouw gebruikt grondwater om te irrigeren en ook dat irrigatiewater wordt steeds zouter. In 2018 waren de aardappelen en uien, die in Nederland veel verbouwd worden, een stuk kleiner. Dat zijn gewassen die veel water nodig hebben en zout water moeilijk opnemen. De landbouw moet zich aanpassen aan een warmer en droger klimaat, en aan verzilting. Men doet steeds meer onderzoek naar de mogelijkheden die zout water kan bieden, bijvoorbeeld in de landbouw. Dit wordt ‘zilte landbouw’ genoemd. Met zilte landbouw kun je voedsel kweken op voorheen onbruikbare bodem. Ook kun je besluiten om over te stappen op andere gewassen, zoals quinoa en gerst, die beter groeien op zout water. (Rotman, 2019)

Klimaatverandering versterkt ook de effecten van landbouw op vermesting en vervuiling. Door bijvoorbeeld meer hevige neerslag zullen meer nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen door oppervlakkige afspoeling in het oppervlaktewater terechtkomen. De Agroklimaatkalender brengt op een eenvoudige manier in beeld welke klimaatfactoren voor gewassen de meeste risico’s op schade geven. De klimaatkalender geeft per maand aan wat de schadelijkste klimaatfactoren zijn. Bijvoorbeeld extreme weersomstandigheden en ziekten en plagen. (Deltafact, 2019)

Groene sector

Groene ruimte
Groen is essentieel voor een klimaatbestendige en duurzame omgeving. Groen, specifiek in de stad, is een heel effectieve maatregel voor het terugdringen van het hitte-effect: het verkoelt in warme periodes en kan neerslagpieken opvangen. Meer dan 10 procent groen in een stad kan het hitte-eilandeffect met gemiddeld 0,6 ˚C verminderen. Daarnaast verbetert groen het milieu, zorgt het voor een rijke biodiversiteit, vermindert het luchtvervuiling, zorgt het voor waterberging en dempt het geluidshinder. Bij het vervangen van tegels door groen kan de bodem eenvoudiger het regenwater opnemen en het grondwaterpeil aanvullen. Dan raken riolen niet overbelast. Daarnaast is er een aangetoond positief effect op de gezondheid en sociale verbindingen van mensen die in een groene omgeving wonen, werken en recreëren. Veel gemeenten, architecten, stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars zien de waarde en de mogelijkheden van dak- en gevelgroen. Verschillende gemeenten stimuleren hun inwoners om zelf een groene stap te maken. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een regenton en het concept ‘tegel eruit, plantje erin’. (Royal FloraHolland et al., z.d.)

Er is meer werk voor hoveniers om bij te dragen aan groen in de stad. Met name particulieren willen meer planten in hun tuin. Ze willen minder bestrating (al dan niet gestimuleerd door subsidies van gemeenten) en hebben meer oog voor biodiversiteit. Er zijn subsidies voor klimaatmaatregelen, zoals het aanleggen van groene daken, het afkoppelen van regenwaterafvoer en het onttegelen van tuinen.

Volgens Jeroen Zijlmans (VHG) is er steeds meer aandacht voor groen in de stad: “Groen levert een bijdrage aan het oplossen van problemen zoals het gebrek aan biodiversiteit en waterberging, met bijvoorbeeld groene daken en gevels.”

Vanwege de coronacrisis lijkt de publieke markt de hand op de knip te houden. Gemeenten moeten bezuinigen. Maar het onderhoud en beheer van de buitenruimte gaat altijd door. (NU.nl, 2021b)

“In de groene sector is water vasthouden, om te besparen op water, een onderwerp waar veel aandacht voor is. Het raakt iedereen, zowel de agrariër als de mensen in de stad. Het heeft allemaal te maken met circulaire regen. Gaat het water dat valt meteen terug naar de rivieren en de zee, of doe je er iets mee? Zorg je ervoor dat het twee, drie keer of vaker hergebruikt wordt? Op het dak bijvoorbeeld water opvangen en beneden opslaan, en dan dat water laten circuleren in het gebouw. Dat is ook nuttig voor het gevelgroen. Er zijn ook gebouwen met tekort aan water. Dan kun je met de buurman die water overheeft water uitwisselen.’
– Wim van Ginkel, Koninklijke Ginkel Groep.

WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER IN DE PRAKTIJK?

  • In de PPS Duurzame bodem werken diverse bedrijven uit de akkerbouwketen, van toelevering tot afnemers, aan het vraagstuk hoe je het productievermogen van de bodem in stand kunt houden; adaptatie aan klimaatverandering, versterken van de biodiversiteit en beheer van water. (Wageningen University Research, z.d.)
  • Rooftop Revolution brengt natuurgebieden terug de stad in, op de daken. Ze adviseren eigenaren hoe zij hun dak kunnen verduurzamen en ondersteunen overheden in hun klimaatadaptatieambitie. Als het aan Rooftop Revolution ligt, worden die daken allemaal groen. Groene daken houden de warmte buiten en de koelte binnen. (Rooftop Revolution, 2021)

    Dick Klop, Cumela

    We merken dat we steeds meer verdroging krijgen en als het regent, dat het dan meteen heel hard is. Het is dan duurzamer om dat water goed op te vangen. Is de mest goed opgenomen of vloeit die weg met het water? Een agrarisch loonwerker moet veel meer inzicht krijgen in de omstandigheden en wat de gevolgen zijn van zijn werk, in plaats van alleen de technische handelingen uitvoeren.

     WAT IS DE IMPACT VAN KLIMAATADAPTIE OP HET WERKVELD?

    Agrarische sector

    Inspelen op wisselende weersomstandigheden is onderdeel van het ambacht van de agrariër. Het besef leeft dat de land- en tuinbouwsector zich moet voorbereiden op vaker voorkomende extreme weersomstandigheden. Het is primair aan de agrariërs zelf om maatregelen te treffen en hun bedrijfsvoering hierop aan te passen. Bijvoorbeeld door grondwaterafspraken te maken en vaker te beregenen tegen droogte. Andere voorbeelden zijn het koelen van stallen, het planten van bomen voor meer schaduw, het plaatsen van hagelnetten tegen hagelschade en het afsluiten van verzekeringen tegen storm- en hagelschade en intense neerslag. Om de kans op verspreiding van ziektes door klimaatverandering te verkleinen en gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen te gaan, kunnen agrariërs ook strokenteelt overwegen. Daarbij wissel je gewassen onderling af in stroken. Dan wisselen ze minder snel ziektes uit.

    Naarmate de klimaatverandering doorzet, is het te verwachten dat waterschappen vaker een beregeningsverbod opleggen en verzekeringsmaatschappijen het toenemende aantal schadegevallen vertalen in hogere premies of strengere voorwaarden.

    Ook kun je denken aan nieuwe rassen of gewassen die beter bestand zijn tegen ziektes, droogte of zout, efficiëntere irrigatiemethoden of het op grotere schaal toepassen van drainage. Deze ingrijpender aanpassingen vergen een grotere investering van de agrariër en zijn niet altijd zonder risico. Experimenten met andere of aangepaste gewassen of een andere bedrijfsvoering kunnen ook mislukken; regelgeving en publieke opinie blijken soms in de weg te staan. Niet iedere agrariër zal in staat zijn de investeringen voor aanpassing en de bijbehorende risico’s te dragen. (Verhagen et al., 2018 en (Kennisportaal klimaatadaptatie, z.d.)

    Cumelabedrijven hebben de juiste kennis nodig om waterschappen te helpen. Dat betekent ook dat ze veel moet weten over natuurontwikkeling. Én over veranderende methoden om het land te bewerken, met een hogere grondwaterstand. Dick Klok van Cumela vertelt daarover: “We hebben altijd gezegd dat het land goed te bewerken en te zaaien is met lage grondwaterstand. We moeten nu andere machines met bredere banden gebruiken om te zaaien met een veel hogere waterstand. Dat vraagt een hele omslag.”

    In het uitvoerend werk is voldoende basiskennis nodig van water in de bodem en wat dat voor het werk betekent.

    Groene sector

    Groene ruimte
    Hoveniers moeten particulieren, bedrijven en overheden informeren en enthousiasmeren om te kiezen voor klimaatadaptieve maatregelen. Door bijvoorbeeld minder te bestraten en meer groen te planten. Ook waterberging middels groene daken en wadi’s is een klimaatadaptieve oplossing. Een hovenier moet in staat zijn om een klant ervan te overtuigen om voor meer groen te kiezen, en daar tips en adviezen bij geven. Het gaat daarbij niet alleen om communicatieve, maar ook om adviserende vaardigheden.

    INHOUDSOPGAVE GROEN