De transformatie naar duurzame, hernieuwbare bronnen

Energietransitie

 WAT HOUDT HET IN?

Het doel van de energietransitie is overstappen van fossiele energie zoals kolen, gas en olie, naar duurzame, hernieuwbare bronnen zoals wind, zon en aardwarmte. De gaskraan gaat dicht en de kolencentrales gaan op slot. Vervoer moet groen worden, gebouwen energieneutraal en machines schoon. In 2019 kwam 8,6% van de gebruikte energie in Nederland uit duurzame bronnen. In EU-verband is afgesproken dat dit 14% in 2020 moet zijn en 27% in 2030. Nederland wil vóór 2050 bijna helemaal zijn overgestapt van fossiele brandstoffen naar energie uit duurzame bronnen. (KVK, 2020) Dit betekent dat de foodindustrie voor een enorme opgave staat. Samen met hun ketenpartners moeten ze werken aan een aanzienlijke CO2-reductie. Hoe gaat die samenwerking in de keten tot nu toe? Om de doelen voor gasverbruik en CO2-reductie te halen, moet de industrie zich beter bewust zijn van het verbruik in de eigen ketens. Ook moet de aard van de energieconsumptie op korte of middellange termijn veranderen. De lage kosten voor energie- en waterverbruik stimuleren dat te weinig. Daarom is verdergaande kennisdeling cruciaal voor het halen van de doelstellingen. 

 WAT VERANDERT ER?

In 2019 werd de Informatieplicht Energiebesparing van kracht voor bedrijven die veel energie of gas verbruiken. Die verplicht de ondernemer of manager om te rapporteren welke energiebesparende maatregelen er zijn uitgevoerd en welke er staan gepland. Doordat bedrijven de energiebesparende maatregelen in kaart brengen, zijn ze bewust bezig met energiebesparing. Dat moet bijdragen aan een duurzamere toekomst. Bevoegde autoriteiten (gemeenten en omgevingsdiensten) voeren het toezicht en de handhaving van de energiebesparingsplicht en informatieplicht uit. (RVO, 2021)

Veel bedrijven in de voedingsindustrie maken gebruik van koeling. Met slimmere koelsystemen kunnen die bedrijven een beter energieresultaat behalen. Afhankelijk van het energieverbruik en de hoeveelheid te koelen producten, zijn er manieren om minder energie te gebruiken. Het gaat vaak om simpele maatregelen, zoals het afstellen van de koelinstallatie om onnodige koeling te beperken. Of het installeren van een bewegingsmelder, waardoor het licht automatisch aan- en uitgaat. Productiebedrijven gebruiken vaak stoom als warmtedrager. Nu nog gebruiken zij daar een aardgasgestookte ketel voor. Die kunnen ze op termijn vervangen door een stoomgenerator. Het is ook een optie om stoom uit te wisselen met andere bedrijven, of in te kopen van bedrijven die stoom produceren. (KVK, 2020)  

 WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER IN DE PRAKTIJK?

  • Sabroe Product Benelux installeerde een warmtepomp, gecombineerd met waterkoeler, in de nieuwe kaasfabriek van Rouveen Kaasspecialiteiten. De warmwaterpomp verplaatst de energiebehoefte van de waterkoeler, waardoor er nauwelijks energieverlies optreedt bij het koelen en verwarmen. De warmtepomp van Sabroe werkt niet met warmteterugwinning, maar wordt specifiek ingezet om de warm- en koudwaterbehoefte van de diverse processtromen te combineren in één machine. Het houdt de verschillende temperatuurniveaus bij het in- en uitgaande water in stand. Alleen zo is het mogelijk om geen aardgas te gebruiken. (EVMI, 2020b)
  • Duurzaamheid speelde een belangrijke rol bij de bouw van de nieuwe kruidenfabriek van Euroma. Die heeft een oppervlak van circa vijf voetbalvelden en een warehouse met een hoogte van 27 meter. Het dak van de fabriek is voorzien van zonnepanelen. Dankzij goede isolatie en maatregelen om het energieverbruik te beperken, is Euroma in belangrijke mate zelfvoorzienend. (Euroma, z.d.)

 WAT IS DE IMPACT VAN ENERGIETRANSITIE OP HET WERKVELD?

Voor beroepsbeoefenaren is het van belang kennis te hebben van het energieverbruik en de manieren om minder energie te gebruiken of andere energie.

INHOUDSOPGAVE VOEDING