Grote maatschappelijke uitdagingen versterken de transitie van de branche

Circulair voedselsysteem

 WAT HOUDT HET IN?

Een circulair voedselsysteem is een radicale verandering van het huidige systeem. Dat vraagt een systeembenadering en veranderingen op veel verschillende niveaus. Een groep Wageningse wetenschappers heeft vier principes geformuleerd voor een circulair voedselsysteem:

  1. onze natuurlijke hulpbronnen waarborgen, zoals een gezonde bodem, schone lucht en schoon water, biodiversiteit en natuur;
  2. voedselverliezen en -verspilling vermijden;
  3. akkerland en natuurlijke wateren primair benutten voor de productie van voedsel dat direct geschikt is voor menselijke consumptie;
  4. reststromen uit het voedselsysteem vermijden en als dat niet kan, hergebruiken.

Hiervoor moeten we inventariseren wat de reststromen zijn, ze waar mogelijk elimineren en de overgebleven stoffen waardevol maken. Daarbij is het belangrijk om monostromen te creëren en samen te werken met ketenpartners. Wanneer we het ontstaan van afval niet kunnen vermijden, is recycling of compostering de op een na beste strategie, gevolgd door energieterugwinning. Storten van afval is de slechtste optie voor afvalverwerking, omdat het onmogelijk is om materialen opnieuw in een andere stroom op te nemen. (WUR, z.d.)

Samenwerking in de keten is cruciaal om tot structurele oplossingen te komen voor de levensmiddelen- en voedingsindustrie. Want wie bijvoorbeeld reststromen wil verwaarden, heeft afnemers nodig. Om afval opnieuw te kunnen inzetten als grondstof is transparantie nodig om te zien wat elke partij overhoudt en wat een ander daarmee kan. Zo kan een bedrijf uit de voedingsindustrie een samenwerking aangaan met een agrarische ondernemer voor de afname van voedingsrestanten, mits dit volgens de overheidsregels is toegestaan.

Ook kan een retailer niet zomaar besteleenheden aanpassen, zonder overleg met de fabrikant. Het is niet alleen belangrijk om in gesprek te gaan met leveranciers en afnemers in de keten, maar ook om de opgedane kennis en ervaringen te benutten en te delen met andere bedrijven in de voedselproductieketen. Hierdoor krijgen ondernemingen, via betrouwbare gegevens, meer inzicht in de oorsprong en verwerking van hun reststromen. Met structureel meten hebben ze een managementtool in handen waarmee ze gericht actie kunnen ondernemen. (WUR, 2020)

 WAT VERANDERT ER?

 HERGEBRUIK VAN GRONDSTOFFEN

Onvermijdbare reststromen die ontstaan in het voedselsysteem, moet de industrie zoveel mogelijk hergebruiken.  Sommige reststromen kan zij ‘hoogwaardiger’ inzetten. De hele wereld roemt het Nederlandse systeem, omdat het bijzonder efficiënt is. Maar binnen dit lineaire voedselsysteem benut Nederland de reststromen niet optimaal. Zo gebruiken we granen die geschikt zijn voor mensen als diervoer. In een circulair systeem is diervoer juist voedsel dat mensen niet meer eten.

 CIRCULAIR VERPAKKEN

Niet bij alle producten en diensten is sprake van circulaire vormgeving. Voor veel producten vergt dit een aanpassing van het ontwerp- en maakproces. Circulair ontwerpen is het startpunt om producten circulair te maken en daardoor de hoeveelheid afval te minimaliseren. Kunststof is om verschillende redenen het favoriete verpakkingsmateriaal. Dat heeft aanzienlijk bijgedragen aan de vermindering van voedselverspilling wereldwijd. Maar de snelheid waarmee we deze plastic verpakkingen terugwinnen, recyclen en hergebruiken, zodra het doel ervan is bereikt, is verre van optimaal. Wat het afvalprobleem nog erger maakt, is dat we een wegwerpmaatschappij hebben gecreëerd. Het verlangen van de consument naar een plasticvrije wereld neemt toe. Het aantal consumenten dat bereid is meer te betalen voor levensmiddelen die milieuvriendelijk zijn verpakt, is de afgelopen twee jaar gestegen. Daar kunnen ondernemers op inspelen.

Rinus de Rijder (SVO vakopleiding food) legt uit: “Een ondernemer ziet dat er veel aandacht is voor het gebruik van plastic. Dan vraagt die ondernemer zich af: wil mijn consument dit? Wat als de klant een recyclebare verpakking wil of een duurzame verpakking? En welke verpakking is geschikt voor het product? Ik heb daar ook met studenten ooit een opdracht over gedaan. Als je consument geen plastic verpakking wil, dan moet je daar iets mee doen. Het is voor studenten belangrijk om te leren anticiperen op die duurzame ontwikkelingen en om er kritische vragen over te stellen.”

Het is belangrijk plastic retailverpakkingen beter te recyclen en opnieuw in te zetten in de verpakkingsindustrie. De juiste, duurzame verpakking gebruiken is volgens het onderzoek van ABN AMRO ‘Duurzaam verpakken’ niet makkelijk. Behalve met duurzaamheid moeten inkopers en producenten rekening houden met houdbaarheid, voedselveiligheid, gemak en aantrekkingskracht voor de consument, kosten en transporteerbaarheid. De verpakking kunnen we ook niet los zien van het product. Een kunststof fles met motorolie wordt als chemisch afval verbrand, een kunststof ketchupfles kun je recyclen. Dit idee staat centraal in het nieuwe onderzoeksprogramma van Brightlands Materials Center, dat de ontwikkeling van nieuwe oplossingen voor circulaire verpakkingen wil versnellen. We moeten ook nadenken over kleinere verpakkingen. En er is een opmars van true pricing. In de prijs van een product moet je alle aspecten meenemen, ook de veroorzaakte milieuschade. Intensiever samenwerken en kennis uitwisselen, onder meer over de productie van monomaterialen, is cruciaal om productielijnen te verduurzamen en de recycling van alle verpakkingen een stap dichterbij te brengen. (Swart, 2020)

 AFVALTRANSITIE

In een circulaire economie is afval een grondstof om nieuwe producten van te maken. Daarvoor moet je de grondstofstromen en -voorraden volgen. Dan weet je welk afval van de ene partij als basis kan dienen voor een nieuw product van een andere partij. Transparantie van de afvalstroom is dus belangrijk om oplossingen te vinden voor het afvalprobleem. Afval uit de ene keten, is grondstof voor een andere keten.

Keukenafval voeren (swill-voedering) is verboden sinds de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in de jaren tachtig. Dierlijke bijproducten, zoals keukenafval, kunnen echter een goedkope en duurzame eiwitbron zijn in diervoeders. Het voeren van verwerkt keukenafval scoort hoog op het gebied van duurzaamheid. Het is in grote hoeveelheden aanwezig en het vermindert landgebruik voor vee, CO2-uitstoot en soja-import. In Europa is het mogelijk 14 miljoen ton aan voedselresten uit de horeca, catering en productiefaciliteiten om te zetten in diervoer voor niet-herkauwers, als de bestaande wetgeving hierover verandert. Wat wél mag, is de zogenaamde former foodstuff – zoals afgekeurde koekjes, chocoladerepen en snoep – gebruiken als grondstof voor veevoer. Het Nederlandse bedrijf Nijssen/Granico loopt hierin voorop met de productie van circulair varkensvoer.

Er lijkt in Nederland en Europa groeiend momentum voor het veilig en duurzaam verwerken van voedselreststromen uit retail, horeca en catering (surplusfood) voor diervoeder (ecofeed). Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verkent de mogelijkheden voor een stap-voor-stapbenadering richting Europa om in de toekomst surplusfood veilig en duurzaam te kunnen verwerken. (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2020)

 VOEDSELVERSPILLING (VERWAARDEN VAN RESTSTROMEN)

De afvaltransitie gaat in de voedingsindustrie hand in hand met voedselverspilling. Bijna alle Nederlanders willen minder voedsel verspillen, maar vinden het lastig om dat ook daadwerkelijk te doen. Onderzoek van Wageningen University & Research laat zien dat Nederlandse huishoudens tijdens de coronacrisis niet meer voedsel verspillen dan voorheen. De lockdowns hebben ervoor gezorgd dat mensen bewuster omgaan met wat ze kopen en eten. Ze plannen hun maaltijden beter en kopen zuiniger in. (Steenbergen, 2020)

Voedselverspilling is niet alleen het weggooien van goed of bedorven voedsel. Ook bij het produceren van voedsel moeten we rekening houden met de draagkracht van de aarde. (WUR, z.d.) Voedselverspilling begint al vroeg in de keten. Het voorkómen van voedselverspilling is al jarenlang een thema in de voedingsindustrie. Dit heet ‘verwaarden van reststromen’. De industriële bewerking van voedsel veroorzaakt veel reststromen. Die ontstaan zowel bij de productie als na gebruik in de vorm van verpakkingsmateriaal.

39 procent van alle voedselverspilling vindt plaats bij de producent en heeft dus nooit de supermarkt of horeca bereikt. Met de ‘producent’ bedoelen we alle boeren, telers, fabrieken, productverpakkers en tussenhandelaren. Die gooien producten weg vanwege bijvoorbeeld oogstverliezen, overschotten of een afwijkende maat of uiterlijk. Ook daarna krijgt de verwerkende partij nog vaak te maken met onopzettelijke en onvermijdelijke voedselverliezen, zoals:

  • productiefouten waardoor voedsel beschadigd raakt;
  • productiefouten waardoor een product niet de gangbare vorm, kleur, smaak krijgt, of het verkeerde label opgeplakt krijgt;
  • overschotten vanwege seizoenen of speciale dagen (denk aan kerst, Pasen, Valentijnsdag, het WK voetbal);
  • vervaltijd van de interne uiterlijke verkoopdatum;
  • overschotten vanwege een logistieke uitdaging;
  • overschotten wanneer het verkooppunt een product uit het schap haalt. Zo zijn er overschotten vanwege speciale dagen. (Nederland Voedselland, 2018)

Versproducten verwerken die tegen de houdbaarheidsdatum aan zitten, vermindert voedselverspilling. Ook bewustwording helpt hierbij. En het tegen een lagere prijs verkopen van producten die tegen de houdbaarheidsdatum aanlopen. Dat gebeurt al jaren met afprijzingsstickers, en inmiddels zijn er talloze nieuwe initiatieven. De boxen van Too Good To Go bijvoorbeeld, die je via een app kunt reserveren.

De houdbaarheidsdatum zelf staat ook ter discussie. Onderzoek in Wageningen wees enkele jaren geleden al uit dat door de tht-datum weg te laten op verpakkingen de verspilling van lang houdbare producten, zoals rijst, pasta en koffie, met 12 procent daalt. (Meijsen, 2020)

De Ladder van Moerman is een model dat de verschillende manieren van hergebruik inzichtelijk maakt, waarbij het voorkómen van verspilling de meest wenselijke situatie is en het weggooien of verbranden van voedsel de minst wenselijke. De verwerkende industrie zoekt naar manieren om reststromen zo hoog mogelijk in de ladder te verwaarden.

 TECHNOLOGIE ALS ENABLER OM VOEDSELVERSPILLING TE VERMINDEREN

Technologie kan helpen om voedselverspilling te verminderen. Zo vertelt Rinus de Rijder (SVO) over grote bedrijven, zoals McDonalds, dat ze al statistieken en technologie gebruiken om het proces te optimaliseren: “Dat is vaak overzichtelijker, want de processen en producten zijn enorm gestandaardiseerd. Maar ook kleine ondernemers kunnen meer technologie gebruiken. Ik zie dat ondernemers vis inkopen en vervolgens afhankelijk zijn van de vraag ernaar. Als je daar technologie voor kunt inzetten, bijvoorbeeld een app waarmee je aan klanten kunt laten zien dat je een mooie partij schol hebt gekocht, dan kun je dat communiceren aan de klant. Zo kan een ondernemer de technologie verbinden met het aanbod en daar zijn voordeel mee doen.”

Albert Heijn (AH) gebruikt technologie om voedselverspilling te verminderen en is gestart met dynamisch afprijzen op basis van onder meer de houdbaarheidsdatum. De software houdt rekening met verschillende factoren om de volgens AH beste korting te berekenen. Factoren als de locatie van de winkel, de bonusaanbiedingen van de week, de weersomstandigheden, het historische verkoopverloop en de voorraad in de winkel. De introductie en bijna onstuitbare opmars van verspakketten is ook een belangrijke factor tegen voedselverspilling. Blijft er toch voedsel over, dan doneren ze de producten aan de voedselbanken. Voornamelijk verse producten die een te korte houdbaarheid hebben, zodat Albert Heijn-winkels die niet meer kunnen verkopen. Daarnaast doneren ze langer houdbare producten die bijvoorbeeld uit het assortiment gaan. Ook werken ze samen met de Verspillingsfabriek. Die maakt Buitenbeentjes-soepen uit reststromen. (Albert Heijn, z.d.)

 WELKE VOORBEELDEN ZIJN ER IN DE PRAKTIJK?

  • De Alliantie Verduurzaming Voedsel is een samenwerkingsverband tussen de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO Nederland), de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca) en Koninklijke Horeca Nederland (KHN) om de voedselketen te verduurzamen. De alliantie stimuleert bedrijven in de agrifoodsector om hieraan bij te dragen door het gebruik van grondstoffen te minimaliseren, voedselverspilling te voorkomen en reststromen hoogwaardig te hergebruiken.
  • De missie van FALAFVAL is om voedzaam eten te redden van de prullenbak en de giga-afvalberg te verminderen. FALAFVAL haalt groente die over is op en maakt er falafel van. Het laat daarmee zien dat het anders kan. Door reststromen te verwerken tot een mooi en smakelijk product hopen zij consumenten en ondernemers te inspireren om duurzamere keuzes te maken, zonder in te leveren op smaak en kwaliteit. (FALAFVAL, z.d.)
  • Rouveen Kaasspecialiteiten maakt kaas volgens minder vervuilende methoden, waarbij minder bijproducten verloren gaan. Ook reinigt dit bedrijf zijn apparaten sneller en belast het medewerkers minder fysiek. Het gehele kaasmaakproces is gerobotiseerd. Ook houden ze in hun bedrijfsvoering rekening met duurzame oplossingen. Zo heeft Rouveen zonnepanelen op het dak, warmteterugwinningsinstallaties en hergebruiken ze water, bijproducten en afvalstoffen. (Rouveen Kaasspecialiteiten, 2019)
  • Coca-Cola stapte in oktober 2020 in Nederland over op flessen gemaakt van 100 procent gerecycled plastic. De transitie startte met kleine plastic flesjes en in 2021 volgen alle grote plastic flessen. Jaarlijks bespaart Coca-Cola in Nederland hiermee ruim 10.000 ton nieuw (‘virgin’) plastic. Dat levert een CO2-besparing op van 21 procent per jaar. Wereldwijd heeft de multinational een aantal duurzaamheidsdoelen geformuleerd in het programma ‘World Without Waste’. Zo moet al het verpakkingsmateriaal van Coca-Cola in 2025 voor 100% recyclebaar zijn, en moet Coca-Cola voor elke verkochte fles en voor elk blikje ook een fles of blikje inzamelen. Over tien jaar wil de multinational geen virgin plastic meer gebruiken. Om deze doelen te realiseren, zet het bedrijf flink in op een statiegeldsysteem. Daarnaast laat Coca-Cola weten bezig te zijn met een nieuwe recyclingtechniek, waardoor het lukt om pet op een langdurige manier te hergebruiken. (Molen, 2020)
  • IntelligentFood vermindert voedselverspilling door op basis van reststromen innovatieve en creatieve recepturen en producten te ontwikkelen. Daarbij maken ze gebruik van snijresten en halffabricaten die overblijven bij de productie van voedsel. De producten zijn bestemd voor gespecialiseerde ketens, retail en groothandel. Op dit moment ligt de focus op de reststromen van brood en deegwaren. (Stichting Samen Tegen Voedselverspilling, 2021)

WAT IS DE IMPACT VAN CIRCULAIRE VOEDSELSYSTEEM OP HET WERKVELD?

BENODIGDE VAARDIGHEDEN

Om de circulaire economie een plek te geven in het beroepsonderwijs, is het aan te bevelen om het bewustzijn van de studenten te vergroten. De werkenden van de toekomst moeten leren nadenken over hun afvalproductie en hoe ze voedselverspilling kunnen tegengaan. Maar niet alleen het vergroten van het bewustzijn en de kennis is nodig, ook is het aanleren van een onderzoekende houding wenselijk. Dan leert de toekomstige werkende nadenken over wat echt bijdraagt aan een circulaire economie. De toekomstige werkende moet leren om aan de ‘binnenkant’ van de keten te kijken: hoe zit dit, en hoe kunnen we het verbeteren? Ze moeten leren begrijpen wat de context is, die analyseren, en als dat dan is aangepast, kijken wat er dan gebeurt.

INHOUDSOPGAVE VOEDING