Afstand tot burgers/klanten groeit

Schaalvergroting

 WAT HOUDT HET IN?

Agrarische sector

De groeiende wereldbevolking en toenemende welvaart bieden nog volop kansen voor uitbreiding van verdienmodellen gericht op duurzame bulkproductie. Het aantal bedrijven in de agrarische sector neemt al jaren sterker af dan het aantal hectares cultuurgrond. Deels doordat er geen opvolger is, worden bedrijven opgekocht en samengevoegd. Men teelt efficiënter en intensiever. Hiermee is de omvang van de bedrijven toegenomen. (schaalvergroting) Er zijn dus minder bedrijven, maar wel van grotere omvang. (hectares, dieren, stallen, boomgaarden, etc.)

De afstand tussen agrariërs en burgers is gegroeid in de loop van de tijd. Dat komt door schaalvergroting, verstedelijking en de afname van de agrarische beroepsbevolking. Dit leidt ertoe dat agrariërs zich niet altijd gewaardeerd voelen voor het iedereen voorzien van eten en drinken. In tegenstelling tot jaren geleden spreek je op een verjaardag niet altijd iemand meer die agrariër is.

Groene sector

Er is ook sprake van schaalvergroting bij dierenspeciaalzaken. Meer winkels sluiten zich aan bij een keten. Henk van Houwelingen, werkzaam bij Dibevo, zegt daarover: “Het kopen van huisdieren, voeding of benodigdheden is aan verandering onderhevig. Aan de ene kant zien we schaalvergroting. Dus grotere winkels die alles onder één dak aanbieden. Denk aan een dierenspeciaalzaak, een trimsalon, een dierenarts, een trainingsruimte onder één dak. En aan de andere kant is er ook nog steeds ruimte voor zijn gespecialiseerde dierenwinkels in binnensteden.”

 WAT VERANDERT ER?

Agrarische sector

Jules Sanders van LTO Noord vertelt wat schaalvergroting voor het ondernemerschap in de agroproductie betekent: “Mensen vullen het begrip ondernemerschap op een hele andere manier in dan vroeger. Tegenwoordig moet je als agrariër ook om je heen kijken om te zien waar de kansen en meerwaarde voor je bedrijf liggen. En je moet de financiële gevolgen van je keuzes kunnen inschatten. Aan de ene kant zien we een enorme tendens naar schaalvergroting. Bedrijven worden steeds groter en een efficiënte bedrijfsvoering hebben is belangrijk. Daarnaast zijn er ook bedrijven die ervoor kiezen om op een hele andere manier te ondernemen. Dan heb je het over multifunctionele landbouw en kom je bijvoorbeeld bij een zorgboerderij, kinderopvang, recreatie of horeca.”

Groene sector

Men voorziet een verdere afname van het aantal zelfstandige dierenspeciaalzaken. Vooral kleine winkels hebben opvolgingsproblemen – vaak door vergrijzing – en dan neemt vaak een keten ze over. Men verwacht dat er een sterker onderscheid zal ontstaan tussen discountformules – die de prijs als belangrijkste wapen hanteren – en gespecialiseerde, zelfstandige dierenspeciaalzaken – waarbij specialisatie, deskundigheid, vakkennis, service en kwaliteit centraal staan.

WAT IS DE IMPACT VAN SCHAALVERGROTING OP HET WERKVELD?

Door schaalvergroting zijn nieuwe functies ontstaan, zoals een meewerkend voorman, administratief medewerker of middenkader, dat leidinggevende en managementtaken vervult op zowel mbo- als hbo-niveau. Ook is er behoefte aan technici, ICT’ers, marketeers, salesdeskundigen, logistiek en hr-medewerkers en teeltspecialisten. Dit soort functies vraagt om specialistische kennis. (De Wit & Van den Beukel, 2019)

Door schaalvergroting schakelt een agrariër vaker een loonwerker in. Die heeft veel kennis nodig van machines en moet het gebruik daarvan ook kunnen uitleggen aan de agrariër. Als een loonwerker bijvoorbeeld mest moet uitrijden en hij heeft een luchtdrukwisselsysteem op zijn machine zitten, dan moet hij de agrariër kunnen uitleggen waarom hij zijn machine op die manier gebruikt. Dat vraagt van de loonwerker niet alleen productkennis, maar ook communicatieve vaardigheden. Dan is mbo niveau 2 of zelfs 3 vaak niet meer genoeg.

Dick Klop, werkzaam bij Cumela, vertelt over deze ontwikkeling: “Voorheen had je veel meer boeren die allemaal een paar koeien hadden. Tegenwoordig is het aantal bedrijven verminderd, maar het aantal koeien is toegenomen. Dus die boeren worden veel meer manager en dan heb je ook een goeie partner nodig die de randvoorwaarden verzorgt. Voor boeren is het soms te duur om een machine zelf te kopen, dus dan komt onze sector te hulp. Voorheen belde een agrariër dat hij morgen het gras gemaaid wilde hebben of de mais geoogst. Nu zie je dat de loonwerker een partner van die agrariër wordt. Ze spreken dan samen af dat de agrariër genoeg voedsel voor de koe heeft, maar hoe je het doet, mag je zelf beslissen. Daarin zit het verschil. Een loonwerker moet zelf meer verstand hebben van hoe alles werkt. Hij is veel meer opgenomen in het totale proces. De trainingen passen we aan op deze ontwikkeling. We bieden vanuit Cumela bijvoorbeeld een training ‘partner in ruwvoer’.”

INHOUDSOPGAVE GROEN